Israël heeft vandaag weinig lust om te
feesten
Israël herdacht gisteren
zijn oorlogsdoden. 's Avonds is er dan de overgang naar het feest van de
onafhankelijkheid, dat vandaag wordt gevierd. Maar dit jaar is de
stemming gedrukt. Te midden van de dreiging van aanslagen is er
weinig zin om te feesten.
Door onze correspondent SALOMON BOUMAN
TEL AVIV, 26 APRIL. Het Israëlische volk heeft gisteren met het
drukkende gevoel dat er geen einde aan de begrafenissen in zicht is
19.312 soldaten herdacht die zijn gesneuveld sedert de uitroeping van de
joodse staat, vandaag 53 jaar geleden. In die jaren werden 83.962
soldaten honderd procent invalide. "Komt er nooit vrede?", vroeg de
krantenverkoopster zich gisterochtend af. Ze zat met een grauw gezicht
achter de kassa. Haar hoofd rustte op haar handen. Haar ogen waren door
verdriet verduisterd. "Ik denk aan mijn twee klasgenoten die in Libanon
zijn gesneuveld", zei ze. "Ik luister de hele dag naar onze liederen op
de radio [die gisteren uitsluitend Hebreeuwse teksten, gezongen
gedichten vaak, over herinneringen, verdriet, hoop en vaderlandsliefde
uitzond). Die vind ik zo mooi." Twee minuten lang loeiden de sirenes
gisteren ter herdenking van de gevallenen. Mensen sprongen uit hun
auto's. Een man strekte zijn armen loodrecht naast zijn lichaam. Daar
stond hij, midden op de weg, stram, onbeweeglijk als monument van
onverzettelijkheid. Op de militaire begraafplaatsen stroomden duizenden
langs de graven. Op deze nationale rouwdag zijn de Israëliërs
naar binnen gekeerd. De media, in het bijzonder radio en televisie,
stimuleren die vereenzelviging met de doden. Zij brengen onafgebroken de
levensverhalen van de gevallenen.
Bij het zakken van de zon en na de laatste militaire ceremonie moet deze
dag van inkeer overgaan in een uitbarsting van uitbundige vreugde over
Israëls verjaardag. Vuurwerk knettert dan tegen de zwarte hemel.
Artiesten treden op podiums in de steden. Het moet dan een vrolijke boel
zijn. Zo vierde Israël een jaar geleden zijn 52ste verjaardag. Het
vredesproces met de Palestijnen gaf de Israëliërs immers hoop
op een waardevoller toekomst. Er werd gesproken en geschreven over het
einde van de honderdjarige botsing tussen het zionisme en het
Palestijnse nationalisme. Het land blaakte van zelfvertrouwen. De
economie groeide in hoge versnelling naar tien procent per jaar. In de
'zeven vette jaren' na het akkoord van Oslo veranderde het
Israëlische landschap in hightech parken. In de metropool Tel Aviv
werden wolkenkrabbers gebouwd. De levensstandaard steeg statistisch tot
Europees niveau. Maar de jammerlijke mislukking van de top in Camp David
afgelopen zomer en de daaropvolgende Palestijnse
onafhankelijkheidsopstand stonden gisteren een soepele emotionele
overgang van nationale rouw naar nationale vreugde om de
onafhankelijkheid in de weg. De Israëliërs zijn in deze dagen
van onzekerheid niet ontvankelijk voor feesten. De verkoop van vlaggen
is vergeleken met voorafgaande jaren sterk gedaald. De aanhoudende
Palestijnse aanslagen en waarschuwingen van de leiders van het land dat
er nog veel meer ellende komt maakt de doorgaans zo dicht op het nieuws
zittende Israëliërs zelfs mediaschuw. Zo is de kijkdichtheid
van het televisienieuws de afgelopen maanden van verschillende stations
met 13 tot 23 procent gedaald. "Ik kijk 's ochtends alleen nog maar even
in de krant", zei een hoogleraar aan de universiteit van Tel Aviv. "Het
liefst ga ik zo vaak mogelijk naar het buitenland om rust te hebben."
De stemming is gedrukt. De overheid kan wel feesten organiseren en
militaire bases voor bezoekers openstellen waar kleuters op tanks mogen
klauteren, maar zorgeloos feestvieren is toch wat anders. De angst voor
Palestijnse aanslagen, die door het moslim-fundamentalistische Hamas
zijn aangekondigd en waarvoor de autoriteiten ernstig waarschuwen, zit
de mensen in de benen. In de kleedkamer van het zwembad zegt een zoon
tegen zijn vader dat hij met de bus naar zijn vriendin gaat. "Neem mijn
auto maar", reageert de vader bliksemsnel. "Dat is veiliger", licht hij
toe als de zoon hem verbaasd aankijkt. Enkele uren eerder liet een
Palestijnse zelfmoordterrorist zich tegen een bus in Kfar Saba in de
lucht vliegen. Alsof er nooit een vredesproces met de Palestijnen is
geweest is vandaag dan ook een grote politiemacht op de been, versterkt
met in de steden patrouillerende soldaten, om Palestijnse
zelfmoordaanslagen te voorkomen en het plaatsen van met explosieven
volgeladen auto's te verijdelen. Het ineenvloeien van het mislukken van
het vredesproces onder premier Ehud Barak met de gewapende Palestijnse
onafhankelijksheidsopstand heeft de Likud-premier Ariel Sharon met een
ongekend grote meerderheid in de stembus aan de macht gebracht. Sharon
beloofde het volk "veiligheid en vrede". Die belofte is in de lucht
blijven hangen. Wat de Israëliërs "Palestijnse terreur" noemen
is aan de orde van de dag. Omdat Sharon niet harder tegen de
Palestijnen optreedt, constateerde Hatsofeh, het blad van de
Nationaal-Religieuze Partij, gisteren dat "niet weinig burgers zich
afvragen of de toekomst van Israël wel is verzekerd". Die vraag,
die een jaar geleden vrijwel uitsluitend in nationalistische kringen
werd gehoord, in reactie op de grote territoriale en andere concessies
die toenmalig premier Barak bereid was voor vrede met de Palestijnen te
doen, wordt in kleine kring maar ook in openbare debatten over het
Arabische demografische gevaar gesteld. Eifi Fein, een ex-kolonel en
aspirantleider van de NRP, stelde gisteren voor joden in de diaspora
stemrecht in Israël te geven om het joodse karakter van de staat
Israël te garanderen. Israël gaat zijn nieuwe jaar vandaag
onder Sharons leiding vol onzekerheid in. De Palestijnse intifadah kan
lang duren, zeggen generaals. Zij hebben geleerd dat de leus 'laat het
leger winnen' wel goed in het gehoor ligt maar niet meer dan dat
voorstelt. Vijandschap en wraakgevoelens hebben de emoties in het
Israëlisch-Palestijnse conflict zo hoog doen oplaaien dat aan de
Israëlische kant de in 1967 begonnen bezetting en kolonisering van
Palestijns gebied, in het bijbelse joodse gebied Judea en Samaria, als
oorzaak van het conflict in het politieke debat wordt genegeerd. Het bij
veel Israëliërs overheersende gevoel is in deze dagen van
terreur dat de Palestijnen niet op vrede maar op de vernietiging van
Israël uit zijn. Maar: "we zijn hier om te blijven", zei
parlementsvoorzitter Avram Burg gisteravond bij de overgang van de
nationale rouw in de viering van de 53ste verjaardag van Israël.