Clinton geeft vredeshoop op maar zet wel
door
Door onze correspondent
TEL AVIV, 8 JAN. De Amerikaanse
president Clinton heeft de hoop laten varen dat nog voor het einde van
zijn termijn, op 20 januari, een vredesakkoord kan worden gesloten
tussen Israël en de Palestijnen. Wel wil Clinton zich tot het
laatst inzetten om de Israëlisch-Palestijnse kloof te overbruggen.
Daarom stuurt hij morgen zijn gezant Dennis Ross naar het Midden-
Oosten.
Nu een vredesakkoord niet mogelijk lijkt, wil Clinton afscheid nemen met
in ieder geval een presidentiële verklaring, waarin in grote lijnen
wordt aangegeven hoe het vredesproces onder zijn opvolger Bush kan
worden voortgezet. De meningsverschillen over de kwestie Jeruzalem, het
Palestijnse vluchtelingenprobleem en de territoriale problematiek staan
volgens Clinton een vredesakkoord in de weg. Maar de Amerikaanse
minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Albright, zei gisteren dat
"deze bijzondere president zich tot het laatste moment voor een akkoord
zal inzetten". De Israëlische premier Ehud Barak en Palestijnse
leiders zien evenmin nog mogelijkheden om binnen de ambtstermijn van
Clinton vrede te sluiten. Gezaghebbende Palestijnse woordvoerders
waarschuwen de president zelfs zich te onthouden van een
presidentiële verklaring omdat naar hun zeggen zijn vredesplan
duidelijk naar het Israëlische standpunt overhelt.
Terwijl de Palestijnse leider Yasser Arafat het vredesvoorstel van
Clinton onder voorbehoud heeft aanvaard, gaf zijn Al-Fatah beweging
gisteren een verklaring uit waarin in 44 punten dit voorstel wordt
verworpen. In de verklaring wordt uitvoerig uitgelegd dat het een leugen
is dat Clinton 95 procent van de bezette Westelijke Jordaanoever heeft
voorbestemd voor de beoogde Palestijnse staat. Volgens Al-Fatah krijgen
de Palestijnen in het Amerikaanse plan niet meer dan 77 procent, omdat
het door Israël geannexeerde gebied rond Jeruzalem, de Dode zee en
het Latroen-gebied er van afgetrokken zijn. Van die 77 procent gaat nog
eens 8 procent af, waarvan drie procent voor landhuur voor 999 jaar,
waardoor de Palestijnen feitelijk slechts 69 procent van een opgedeelde
Westelijke Jordaanoever in handen krijgen. Dat kan geen basis zijn voor
een leefbare Palestijnse staat, concludeert Al-Fatah.
De Israëlische binnenlandse veiligheidsdienst Shin-Beth heeft
gisteren gezegd dat Al-Fatah verantwoordelijk is voor de recente
bomaanslag op een bus in Tel Aviv. Kort na de aanslag arresteerde de
Shin-Beth een Jordaniër die illegaal als bewaker van een restaurant
in Israël werkte, en door Al-Fatah was gerekruteerd om de aanslag
uit te voeren. Een leider van Al-Fatah zei vanmorgen dat er geen
volledige controle is over alle gewapende groepen van zijn organisatie.
Dat Al-Fatah voor de eerste maal sedert het akkoord van Oslo in 1993
weer aanslagen in Israël uitvoert, lijkt een wraak voor het
executeren van leiders van de Palestijnse onafhankelijkheidsopstand door
het Israëlische leger. Israëlische de soldaten hebben grotere
bevoegdheden gekregen om op verdachte Palestijnen in als gevaarlijk
omschreven gebieden in bezet gebied te schieten. Volgens de krant
Ha'aretz is een Israëlische soldaat zelfs gerechtigd op een
gewapende, verdachte, Palestijnse politieagent in Palestijnse gebied te
schieten.