Palestijnen moeten droom van terugkeer
opgeven
Het Recht op Terugkeer is een
van de kernpunten van de Palestijnse strijd. Nu wordt van de
Palestijnen gevraagd dat ze deze droom opgeven in ruil voor een eigen
staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad.
Door onze redacteur CAROLIEN ROELANTS
ROTTERDAM, 27 DEC. In Libanon leven 376.000 Palestijnse vluchtelingen
volgens officiële cijfers van de Verenigde Naties van juni van dit
jaar. Waarschijnlijk zijn het er meer, maar dat doet er niet toe. Wat
ertoe doet is dat ze ongewenste vreemdelingen zijn, outcasts,
allemaal, ook al wonen de oudsten van hen er al meer dan 50 jaar. De
Libanese regering wil hen niet, de Libanese burgers moeten hen niet. Op
de allerrijksten na, die voor veel geld onderhands een bouwvergunning
hebben bemachtigd, wonen de Palestijnen in kampen. Ze hebben alleen
ongeregelde baantjes of werk voor de UNRWA, de VN-organisatie voor
Palestijnse vluchtelingen - voor de Libanese overheid mogen ze niet
werken. Het enige dat ze hebben is hun droom, hun droom van terugkeer
naar hun vroegere woonplaatsen in wat nu Israël is.
De Palestijnen kunnen van Israël een tot voor zeer kort ondenkbare
concessie krijgen: soevereiniteit over een deel van Jeruzalem. Maar het
'Recht op Terugkeer' naar het Israël van vóór 1967
moeten ze in ruil daarvoor definitief opgeven. 'Oslo', dat het
vluchtelingenprobleem in 1993 al als een humanitaire kwestie afdeed,
zal worden bevestigd. De droom waaraan de Palestijnen zich sinds 1948
hebben vastgeklampt, moeten ze vergeten. En dat is het grootste
probleem waarvoor de Palestijnse leider Yasser Arafat zich nu geplaatst
ziet. De Palestijnen in Libanon hebben het veruit het slechtst van alle
vluchtelingen, maar ook in Syrië, Jordanië en in de (nog)
bezette gebieden wonen vluchtelingen. In totaal zijn het er bijna 4
miljoen. Israël wil enkele tienduizenden 'humanitaire gevallen' op
zijn grondgebied toelaten, maximaal 100.000, maar meer niet. Anders zou
het joodse karakter van de staat Israël worden aangetast. Er zijn
nu zes miljoen Israëliërs, van wie al een miljoen Arabieren
(zoals de Palestijnen binnen de Israëlische grenzen worden
genoemd). De Palestijnse onderhandelaar Saeb Erekat herhaalde gisteren
dat de vluchtelingenkwestie moet worden opgelost in overeenstemming met
resoluties van de Verenigde Naties. In dat verband wordt doorgaans
resolutie 194 van de Algemene Vergadering van de VN van 11 december
1948 genoemd. Die bepaalt dat " vluchtelingen die naar hun woningen
willen terugkeren en in vrede met hun buren willen leven, dat moeten
kunnen doen op het vroegst haalbare tijdstip, en dat compensatie moet
worden betaald voor de eigendommen van hen die verkiezen niet terug te
keren". Erekat verwoordde gisteren een algemeen gevoel onder de
Palestijnen. No Right of Return, No Peace schreeuwen
tegenstanders in snelle e-mailcampagnes. Zij wijzen er op dat iedere
jood, waar ook ter wereld, recht heeft op Israëlisch
staatsburgerschap. Daarentegen wordt van de Palestijnen geëist dat
ze de gekoesterde foto's van hun vroegere dorp en de sleutels van hun
huis weggooien en afscheid nemen van hun nostalgische verlangen naar
hun sinaasappelboomgaarden.
Als Arafat niettemin deze zeer bittere pil slikt, zal dat met de hulp
van vele miljarden dollars en met name ook euro's zijn. Er zal fel
verzet blijven, maar de meeste vluchtelingen in Jordanië en
Syrië kunnen daarmee wel worden afgekocht, en die in zijn eigen
brandnieuwe staat opgevangen. Maar niet de Palestijnen in Libanon. Zij
zullen vermoedelijk deels naar het nieuwe Palestina verhuizen, en deels
naar andere Arabische staten. Irak zou hen willen vestigen in het
economisch belangrijke oliegebied van Kirkuk, dat het regime van Saddam
Hussein druk bezig is van zijn Koerdische bevolking te ontdoen. De
Koerden - het grootste volk zonder eigen staat.