'Wij Palestijnen zijn boos op Arafat'
In de Palestijnse stad Ramallah
werd vandaag bepaald niet gejuicht over het bereikte staakt-het-vuren
met Israël.
Door onze correspondent JORIS LUYENDIJK
RAMALLAH, 18 OKT. Bepakt en bezakt stonden ze vanochtend in alle vroegte
naast hun kanariegele taxi's in het centrum van Ramallah. Het waren
Palestijnen die in Jordanië wonen en die hoopten - vergeefs, zo
bleek later maar dat wisten ze toen nog niet - naar huis te kunnen, nu
Israël op de top van Sharm el-Sheikh had beloofd de blokkade van de
Westelijke Jordaanoever op te heffen. De Palestijnen waren in Ramallah
op familiebezoek of zakenreis toen de 'tweede intifada' uitbrak en
Israël de Westelijke Jordaanoever afgrendelde van de buitenwereld,
althans voor de Arabieren.
"We zitten hier al sinds 5 oktober vast", zegt de bankbediende Osama,
van midden veertig. "Ik heb mijn baas gebeld en hij begreep het
gelukkig." Een taxi verderop wacht Fatma uit de Jordaanse hoofdstad
Amman ongeduldig op vertrek. Zij ging begin oktober 'even' op bezoek bij
haar zus in Ramallah. "Mijn man wordt helemaal gek", zegt ze.
De opgeluchte gezichten van de vertrekkende Palestijnen zijn een
uitzondering in de straten van Ramallah. Gisteravond was meer
Palestijnse politie op de been dan de inwoners in jaren hadden gezien.
"Als Arafat denkt dat hij nu de politieman van Israël kan gaan
spelen, heeft hij het mis", zegt een jongen die z'n naam niet wil geven.
Ook andere mensen op straat zeggen unaniem dat de strijd doorgaat, tot
de onafhankelijkheid erop volgt. "In ruil voor wat?" vraagt de 32-
jarige Mohammed, klerk bij een Palestijns ministerie, opgewonden. "In
ruil waarvoor heeft Arafat ingestemd met het einde van de intifada?
Israël schiet honderd van onze mensen dood, en dan gaan we over tot
de orde van de dag?"
De sfeer werd waarschijnlijk onbedoeld maar treffend geïllustreerd
door de voorpagina's van de staatskrant Al-Hayat al-Jadida, het
nieuwe leven, en de oppositiekrant Al-Quds, Jeruzalem. De eerste
opende met "Het martelaarschap voor vier landgenoten en tientallen
gewonden door de kogels van de bezettersmacht der joodse kolonisten."
Daaronder foto's van een 'martelaar' en van een vader die zich buigt
over een in verband gewikkeld kinderlijk, met de tekst "de vader van de
martelaar Mu'ayyid Jewarish drukt een zoen op de wang van zijn kind".
Al-Quds opende met de verklaring van Sharm, en een foto van de
sluitingssessie. Wie langs de kioskjes loopt en een vluchtige blik werpt
op de twee kranten, ziet in een beeld een glimlachende Arafat naast
Barak en Clinton op de top van Sharm el-Sheikh, en de leeggebloede
lijken van Palestijnen die op dezelfde dag zijn doodgeschoten door
joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever.
"Kofi Annan moet terug naar de Verenigde Naties en z'n ontslag
aanbieden", zegt Emile, eigenaar van een transportbedrijf in Ramallah
woedend. "Vijfduizend van onze mensen worden verwond en honderd vermoord
en hij doet niets. Dan kidnapt Hezbollah drie Israëlische soldaten
in Libanon, en staat hij te trappelen om te helpen. En die hondenzoon
van een Mubarak (...) krijgt miljarden per jaar van de Amerikanen en wat
doet hij: hij drukt Arafat een akkoord door de strot. Wij zijn boos op
Arafat, maar wij Palestijnen mogen niet verdeeld raken. Dat is precies
wat de vijand wil. Sharm el-Sheikh is niet Arafats schuld."