U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Midden-Oosten

Nieuws

Vredesonderhandelingen

Conflictpunten

Geschiedenis van het conflict

Medespelers

Documenten

Links

'Wij Palestijnen zijn boos op Arafat'


In de Palestijnse stad Ramallah werd vandaag bepaald niet gejuicht over het bereikte staakt-het-vuren met Israël.

Door onze correspondent JORIS LUYENDIJK

RAMALLAH, 18 OKT. Bepakt en bezakt stonden ze vanochtend in alle vroegte naast hun kanariegele taxi's in het centrum van Ramallah. Het waren Palestijnen die in Jordanië wonen en die hoopten - vergeefs, zo bleek later maar dat wisten ze toen nog niet - naar huis te kunnen, nu Israël op de top van Sharm el-Sheikh had beloofd de blokkade van de Westelijke Jordaanoever op te heffen. De Palestijnen waren in Ramallah op familiebezoek of zakenreis toen de 'tweede intifada' uitbrak en Israël de Westelijke Jordaanoever afgrendelde van de buitenwereld, althans voor de Arabieren.

"We zitten hier al sinds 5 oktober vast", zegt de bankbediende Osama, van midden veertig. "Ik heb mijn baas gebeld en hij begreep het gelukkig." Een taxi verderop wacht Fatma uit de Jordaanse hoofdstad Amman ongeduldig op vertrek. Zij ging begin oktober 'even' op bezoek bij haar zus in Ramallah. "Mijn man wordt helemaal gek", zegt ze.

De opgeluchte gezichten van de vertrekkende Palestijnen zijn een uitzondering in de straten van Ramallah. Gisteravond was meer Palestijnse politie op de been dan de inwoners in jaren hadden gezien. "Als Arafat denkt dat hij nu de politieman van Israël kan gaan spelen, heeft hij het mis", zegt een jongen die z'n naam niet wil geven. Ook andere mensen op straat zeggen unaniem dat de strijd doorgaat, tot de onafhankelijkheid erop volgt. "In ruil voor wat?" vraagt de 32- jarige Mohammed, klerk bij een Palestijns ministerie, opgewonden. "In ruil waarvoor heeft Arafat ingestemd met het einde van de intifada? Israël schiet honderd van onze mensen dood, en dan gaan we over tot de orde van de dag?"

De sfeer werd waarschijnlijk onbedoeld maar treffend geïllustreerd door de voorpagina's van de staatskrant Al-Hayat al-Jadida, het nieuwe leven, en de oppositiekrant Al-Quds, Jeruzalem. De eerste opende met "Het martelaarschap voor vier landgenoten en tientallen gewonden door de kogels van de bezettersmacht der joodse kolonisten." Daaronder foto's van een 'martelaar' en van een vader die zich buigt over een in verband gewikkeld kinderlijk, met de tekst "de vader van de martelaar Mu'ayyid Jewarish drukt een zoen op de wang van zijn kind". Al-Quds opende met de verklaring van Sharm, en een foto van de sluitingssessie. Wie langs de kioskjes loopt en een vluchtige blik werpt op de twee kranten, ziet in een beeld een glimlachende Arafat naast Barak en Clinton op de top van Sharm el-Sheikh, en de leeggebloede lijken van Palestijnen die op dezelfde dag zijn doodgeschoten door joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever.

"Kofi Annan moet terug naar de Verenigde Naties en z'n ontslag aanbieden", zegt Emile, eigenaar van een transportbedrijf in Ramallah woedend. "Vijfduizend van onze mensen worden verwond en honderd vermoord en hij doet niets. Dan kidnapt Hezbollah drie Israëlische soldaten in Libanon, en staat hij te trappelen om te helpen. En die hondenzoon van een Mubarak (...) krijgt miljarden per jaar van de Amerikanen en wat doet hij: hij drukt Arafat een akkoord door de strot. Wij zijn boos op Arafat, maar wij Palestijnen mogen niet verdeeld raken. Dat is precies wat de vijand wil. Sharm el-Sheikh is niet Arafats schuld."

NRC Webpagina's
18 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad