Het gevecht om een heilige stad
Door onze correspondent SALOMON BOUMAN
TEL AVIV, 24 JULI. Het beraad in Camp David concentreert zich op de status van Jeruzalem.
Kan deze gordiaanse knoop van politieke en religieuze emoties worden ontward?
De ommuurde oude stad van Jeruzalem is voor joden, moslims en christenen
het 'heilige Jeruzalem'. Wie over Jeruzalem spreekt, denkt niet aan de 28
Palestijnse dorpen die zich binnen de stadsgrenzen van 'Groot Jeruzalem' bevinden,
noch aan de grote joodse wijken die sedert 1967 om Oost-Jeruzalem heen zijn
gebouwd. Bij 'Jeruzalem' gaan de gedachten en emoties uit naar een vierkante
kilometer stad, omgrensd door dikke muren uit de Turkse tijd, waarbinnen de
heilige plaatsen liggen van de drie grote monotheïstische godsdiensten.
Op de Tempelberg stonden de twee grote joodse tempels, op de ruïnes daarvan
verrezen de Koepel van de Rots moskee en Al-Aksa moskee. De profeet Mohammed
steeg op een paard ten hemel vanaf een rotsblok in de Koepel van de Rots moskee.
Jezus droeg het kruis door de Via Dolorosa. De Heilige-Grafkerk staat op de
plaats waar hij werd begraven en uit zijn graf opstond. Dat is het Jeruzalem
waarvan de joden zeggen dat ,,wie Jeruzalem vergeet, zijn rechterhand verliest''.
Wie door de Damascus-poort of een andere poort de oude stad betreedt, wordt
niet alleen bedwelmd door de geuren van specerijen, maar ook door de religieuze
mystiek. Vrome joden haasten zich naar de Klaagmuur, een non komt uit een
kloosterdeur, een khadi is op weg naar de Al-Aksa moskee. Met 'Alla Achbar'
(Allah is groot) roept de muezzin op tot gebed. Het geluid van kerkklokken
daalt over de stad. Op sommige joodse feestdagen wordt de ramshoorn geblazen.
Dit Jeruzalem is de 'juweel in de kroon' in het heilige land. Kort na de oorlog
in 1967 heeft Israel Oost-Jeruzalem, met de oude stad, geannexeerd.
Drieëndertig jaar later staat die annexatie in Camp David voor de
eerste maal ter discussie. De Palestijnen eisen heel Oost-Jeruzalem op als
de hoofdstad van de te stichten Palestijnse staat. Kan de gordiaanse knoop
waarmee Israel de politieke en religieuze emoties over de 'oude stad' krampachtig
bijeenhoudt, worden ontward? Of wordt een oplossing met inzicht in de diepte
van Jeruzalems hartstochten op de lange baan geschoven totdat een Israelisch-Palestijns
vergelijk in Camp David voldoende stevig is om de last van een politieke oplossing
te dragen ?
Sinds Israels troepen na zware gevechten met het Jordaanse leger Oost-Jeruzalem
veroverden, is er heel veel veranderd in en om Jeruzalem. De muur die Oost-
en West-Jeruzalem voor 1967 van elkaar scheidde, werd door Israelische bulldozers
als een Berlijnse muur razendsnel na de 'bevrijding' van de hoofdstad neergehaald.
Een Palestijnse woonwijk voor de heilige Klaagmuur, Mograbi, moest plaatsmaken
voor een groot plein. Ten minste 135 woningen werden vernietigd en zesduizend
Palestijnen werden vluchteling. Het was een mystieke gewaarwording na geslinger
door de steegjes van Mograbi ineens voor de Klaagmuur te staan. Beide verwoestingen
betekenden slechts één ding: ,,Heel Jeruzalem is voor eeuwig
onder Israelische vlag herenigd.''
In de greep van Israel werd Jeruzalem vele malen groter. De oppervlakte
van het op Jordanië veroverde oostelijke stadsdeel bedroeg 6,5 vierkante
kilometer. Door annexatie van gebieden ten oosten, noorden en zuiden van het
veroverde stadsdeel groeide Jeruzalem met zeventig vierkante kilometer.
'Groot Jeruzalem' heeft een oppervlakte van 108 vierkante kilometer en
maakt 28 procent uit van het grondgebied van de westelijke Jordaanoever. In
deze geografische ruimte wonen 634.000 mensen, van wie 433.000 joden en 200.000
Palestijnen.
De oude stad van Jeruzalem telt een bevolking van 32.000 zielen. Meer dan
22.000 daarvan zijn moslims. Vijfduizend christenen, ruim tweeduizend Armeniërs
en een gelijk aantal joden wonen in hun eigen wijken binnen de ommuurde stad.
Israel heeft sedert 1967 twaalf wijken als een soort veiligheidsgordel
om Oost-Jeruzalem gebouwd. Meer dan 180.000 joden hebben zich in die wijken
gevestigd. De bevolking van 28 Palestijnse wijken en dorpen die buiten de
muren van de oude stad maar binnen de stadsgrenzen van 'Groot-Jeruzalem' liggen,
bedraagt volgens Palestijnse gegevens 114.000 zielen.
Deze gegevens vormen het uitgangspunt van de moeilijke onderhandelingen
tussen de Israelische premier Ehud Barak en de Palestijnse leider Yasser Arafat
over de toekomst van Jeruzalem in Camp David. Beide partijen zijn het er over
eens dat Jeruzalem niet opnieuw, zoals voor 1967 het geval was, door een muur
in tweeën wordt gedeeld. Over de kwestie van soevereiniteit lopen de
standpunten echter mijlenver uiteen. Er wordt gedacht aan gedeelde soevereiniteit
en verregaand Palestijnse bestuursautonomie over de Palestijnse wijken. De
Palestijnse leider Yasser Arafat vecht in Camp David voor heel Oost-Jeruzalem
onder Palestijnse vlag.
Rabbijnen tikken Barak op de vingers omdat volgens hen een jood Jeruzalem
om religieuze redenen niet mag opgeven. Misschien mogen de Palestijnse wijken
nog wel worden opgegeven, maar de oude stad absoluut niet, zo houden ze Barak
voor. Arafat heeft te maken met mufti's die om islamitische redenen aan Oost-Jeruzalem
hangen en met Arabische leiders die hem bezweren niet aan de eisen van Barak
toe te geven. Dat is de impasse over Jeruzalem. President Bill Clinton zal
een wonder moeten verrichten om de kwestie-Jeruzalem zodanig op te lossen
dat Barak en Arafat met opgeheven hoofd naar huis kunnen terugkeren.