Arafat en Barak wilden gered worden van de afgrond
Door onze correspondent SALOMON BOUMAN
TEL AVIV, 20 JULI. Israel en de Palestijnen praten door in Camp David. Clinton heeft nu grotere
mogelijkheden er een overeenkomst uit te slepen.
Op de rand van de afgrond zijn premier Ehud Barak en de Palestijnse leider
Yasser Arafat teruggeschrokken voor mislukking van de vredestop in Camp David.
Barak waarschuwde gisteren voor zover bekend als eerste voor de tragische
gevolgen voor de Palestijnen van het falen van de intensieve vredesinspanning
onder de strakke regie van president Bill Clinton. Israeliërs en Palestijnen
zijn door geografie zodanig met elkaar verstrengeld dat Palestijnse tragiek
vanzelf ook Israelische tragiek wordt. Dat Barak bij mislukking van Camp David
een militaire botsing met de Palestijnen voorziet, valt af te leiden uit het
feit dat hij vanuit Camp David voortdurend contact heeft onderhouden met de
chefstaf generaal Shaul Mofaz. Deze zei gisteravond dat het de taak van het
leger is om de veiligheid van Israel te beschermen. Tanks, helikopters en
extra troepen zijn op strategische punten op de Westelijke Jordaanoever en
in de Gazastrook samengetrokken.
In de brief aan president Clinton waarin hij zijn waarschuwingsschot voor
de boeg van Arafat afvuurde, plaatste Barak ook een dik vraagteken achter
de goede trouw van de Palestijnse leider. De opmerkelijke brief aan Clinton
had een dubbele functie: Barak wenste voor het thuisfront alle verantwoordelijkheid
voor een debacle in Camp David af te schuiven en hij zette Arafat onder de
druk de consequenties van zijn weigeringspolitiek onder ogen te zien. Dat
Barak eigenlijk ook zichzelf waarschuwde, bleek vannacht toen hij ondanks
zijn uitgelekte uitval naar Arafat snel instemde met een verzoek van Clinton
om de onderhandelingen in zijn afwezigheid voor te zetten.
Afgezien van de tragedie die het falen van Camp David zou zijn, is het
voor leiders van kleine volkeren buitengewoon moeilijk 'nee' te zeggen tegen
de Amerikaanse macht. Temeer daar Israeliërs en Palestijnen afhankelijk
zijn van Amerikaanse dollar- en diplomatieke steun. Dat Israel sedert 1967
over de kernpunten van het geschil met de Palestijnen Amerikaanse druk heeft
weten te weerstaan is het gevolg van de grote invloed van de joodse stem in
Amerikaanse presidentsverkiezingen. Het akkoord van Oslo in 1993, de moord
op Rabin in 1995, en de verkiezing van Barak tot vredespremier in 1999 hebben
de vredesvleugel in het Amerikaanse jodendom echter zodanig versterkt dat
Clinton een grotere marge heeft ook druk op Barak uit te oefenen. Daardoor
is ook de onderhandelingspositie van de veel zwakkere Arafat verbeterd.
Nu Barak en Arafat om eigen redenen besloten hebben in Camp David onder
leiding van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright
verder te onderhandelen, heeft Clinton bij terugkomst uit Japan een grotere
marge dan gisteren het geval was om toch nog een Israelisch-Palestijnse overeenkomst
uit het vuur te slepen. Barak en Arafat willen behoed worden voor de val in
de afgrond die gisteravond zo angstig dichtbij kwam.
Clinton zei vanmorgen dat er de afgelopen dagen vooruitgang is geboekt
zonder aan te geven waar de toenadering tussen Barak en Arafat moet worden
gezocht. Ook hij weet dat in Camp David twee grote Israelische taboes van
het bord zijn geschoven. Voor de eerste maal heeft Barak Jeruzalem en het
probleem van de Palestijnse vluchtelingen bespreekbaar gemaakt. Dat dit pijn
doet, kan worden afgeleid uit de noodkreten van de sterke nationalistische
oppositie tegen Barak. Om nog dieper op de kwestie-Jeruzalem in te gaan heeft
Barak opnieuw een aantal Israelische Jeruzalem-specialisten naar Camp David
geroepen. Geen enkele bericht over wat er precies op tafel ligt over Jeruzalem
is betrouwbaar. Het nieuwsnet om Camp David is wat dat betreft nog waterdicht.
Dat Barak Reuven Merhav, ex-directeur van het ministerie van Buitenlandse
Zaken en Jeruzalem-specialist, naar Camp David heeft laten komen is een aanwijzing
dat diens ideeën opgeld doen. Vandaar berichten dat Israel bereid is
de Palestijnen zelfbestuur over Palestijnse wijken van Oost-Jeruzalem te geven
tegen inlijving van grote nederzettingenblokken bij Jeruzalem, een zekere
mate van betrouwbaarheid hebben.
Zelfbestuur is voor Arafat onvoldoende. Oost-Jeruzalem moet volgens hem
onder volledige Palestijnse soevereiniteit komen. Is er een compromis mogelijk
waarmee Arafat kan leven en dat hij kan overleven? Waarom zou Israel niet
het feitelijke Palestijnse bestuur over de Tempelberg omzetten in Palestijnse
soevereiniteit met als symbool de Palestijnse vlag op Al-Aqsa en de Koepel
van de Rots moskeeën? De legendarische minister van Defensie Moshe Dayan
liet in juni 1967 de Israelische vlag die na de verovering op de Tempelberg,
voor de Israeliërs de 'bevrijding' van Oost-Jeruzalem, was gehesen onmiddellijk
weer strijken om de angel van de haat uit de harten van een miljard moslims
te halen. Zou er ook geen andere verdeling in Oost-Jeruzalem mogelijk zijn
waarbij de joodse wijk, het gebied van de Klaagmuur en misschien nog de wijk
van de Armeniërs onder Israelische soevereiniteit komen en de Palestijnse
wijk en de christelijke heilige plaatsen onder Palestijnse vlag? Deze ideeën
zijn bespreekbaar nu Barak het Israelische taboe over Jeruzalem heeft gebroken.
Er is dus manoeuvreerruimte, temeer daar Barak de oppositie aan zijn laars
lapt.
Barak heeft hoog ingezet om met een vredesregeling met de Palestijnen thuis
te komen waarvoor hij het vertrouwen van het Israelische volk kan vragen en
waarschijnlijk ook zal krijgen. Arafat zal terwille van de toekomst van zijn
volk ook bittere pillen moeten slikken en evenals Barak zijn taboes aan een
vredesregeling met Israel moeten bijstellen.
Clinton komt gauw naar Camp David terug in de hoop een akkoord te kunnen
dichttimmeren. Barak en Arafat zullen de concessies moeten leveren om het
succes van Clinton ook dat van Israeliërs en Palestijnen te maken.