U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Midden-Oosten

Nieuws

Vredesonderhandelingen

Conflictpunten

Geschiedenis van het conflict

Medespelers

Documenten

Links

Definitieve deling Palestina op 't spel

Door onze correspondent SALOMON BOUMAN
TEL AVIV, 11 JULI. Met ogenschijnlijk onverzoenlijke standpunten treden Israels premier Barak en de Palestijnse leider Arafat vandaag in Camp David aan voor een historische vredesconferentie. Zullen de magie van de afzondering in dit schitterende Amerikaanse buitenverblijf en de persoonlijke betrokkenheid van president Clinton bij een Israelisch-Palestijnse vrede Barak en Arafat over de Rubicon van honderd jaar vijandschap trekken?

Er is een precedent dat zo'n vredesconclaaf werkt. In 1978 kwamen de Egyptische president Sadat en de Israelische premier Begin onder de regie van president Carter na emotionele onderhandelingen in Camp David als vredespartners naar buiten. Toen al werd de basis gelegd voor de oplossing van het Israelisch-Palestijnse geschil op basis van resolutie 242 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. De onderhandelingen over het opzetten van tijdelijk Palestijns zelfbestuur voor de duur van vijf jaar tussen Israel en Egypte liepen echter op de harde Israelische standpunten vast.

Volgens de Palestijnse annex van het toenmalige akkoord van Camp David had drie jaar na het begin van het Palestijnse interimbestuur begonnen moeten worden met de onderhandelingen over de volledige oplossing van het Israelisch-Palestijnse conflict, inclusief grenzen en veiligheid.

Het heeft 22 jaar geduurd voordat onder de invloed van de grote veranderingen in het Midden-Oosten als gevolg van het ineenstorten van de Sovjet-Unie, de Palestijnse intifadah en de vestiging van Palestijns zelfbestuur in kleine delen van de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook, de principes van het akkoord van Camp David en het daarvan afgeleide akkoord van Oslo (1993) aan de nieuwe realiteit worden getoetst. Arafat en Barak, twee sterke persoonlijkheden, ondergaan de komende dagen de vuurproef van hun leiderschap. Op het spel staat de definitieve deling van het historische Palestina in een Palestijnse en joodse staat. Het principe daarvan ligt verankerd in de akkoorden die naar de huidige top in Camp David hebben geleid. Nu gaat het om de afbakening van de grenzen, de status van Jeruzalem, de kwestie van de Palestijnse vluchtelingen, water, en veiligheid. [Vervolg CAMP DAVID: pagina 5]

Standpunten ogen onverzoenlijk

[Vervolg van pagina 1] Het uitgangspunt van Arafat is simpel: de Palestijnse staat moet verrijzen op alle door Israel in 1967 veroverde gebieden (Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook) en krijgt Oost-Jeruzalem als hoofdstad. Ook eist Arafat dat Israel niet alleen het recht van terugkeer van vier miljoen Palestijnse vluchtelingen erkent maar ook de verantwoordelijkheid voor hun lot op zich neemt met het oog op financiële compensatie.

Dit is voor Barak onaanvaardbaar. Hij is naar in Camp David gevlogen met vijf 'rode lijnen' die hij naar zijn zeggen niet zal overschrijden:

Israel zal niet terugkeren naar de grenzen van 1967;

Jeruzalem blijft de onverdeelde hoofdstad van Israel;

Geen vreemd leger ten westen van de rivier de Jordaan;

De meerderheid van de kolonisten (in nu nog bezet gebied) blijft onder Israelische soevereiniteit

Israel neemt geen morele en juridische verantwoordelijkheid op zich voor het lot van de Palestijnse vluchtelingen.

Een vredesdoorbraak in Camp David is alleen haalbaar indien Arafat en Barak met hulp van Clinton bereid zijn voor beëindiging van het Israelisch-Palestijnse conflict pijnlijke concessies te doen. Tegenover Arafat treedt een op het slagveld geharde Israelische leider aan, die naar zijn uitspraken van gisteren te oordelen bereid is om, zoals de politieke correspondente van de Israelische tv gisteravond zei, ,,afscheid te nemen van Judea en Samaria (de Westelijke Jordaanoever)''. Arafat zou op meer dan 90 procent van bezet gebied de Palestijnse staat kunnen uitroepen indien hij zich erbij neer legt dat rond 80 procent van de kolonisten in bezet gebied in grote nederzettingenblokken onder Israelische soevereiniteit komt. Voor het verlies aan Palestijns land op de Westelijke Jordaanoever aan deze nederzettingenblokken zou Arafat gecompenseerd kunnen met Israelisch grondgebied, bijvoorbeeld in de Negevwoestijn, dat aan de overbevolkte Gazastrook wordt toegevoegd.

Inzake de zeer gevoelige kwestie-Jeruzalem zou Barak met behoud van de Israelische soevereiniteit over verenigd Jeruzalem instemmen met Palestijns zelfbestuur over de Palestijnse wijken in het geannexeerde oostelijke stadsdeel. Op pragmatische gronden zou Barak ook de terugkeer van 100.000 Palestijnse vluchtelingen in het raam van familiehereniging over een periode van tien jaar in de staat Israel aanvaarden.

Het uitgangspunt van Baraks politiek is het scheiden van Israel van de Palestijnen: 'wij hier, zij daar'. De vraag is of de principes waarop deze politiek rust verzoend kunnen worden met de droom van Arafat om een Palestijnse staat over alle door Israel in 1967 bezette gebieden met Jeruzalem als hoofdstad uit te roepen.

Barak heeft de afgelopen dagen in het grote politieke debat in Israel getoond bereid te zijn tegen de meerderheid in de Knesset in te gaan. Zijn regeringscoalitie is over de concessies die hij bereid is voor vrede aan Arafat te doen zelfs uiteengevallen.

Baraks politiek brengt Arafat aan de rand van de vervulling van de droom waarvoor hij meer dan drie decennia heeft gevochten. Het is waarschijnlijker dat Arafat kleine territoriale concessies doet op de Westelijke Jordaanoever (verpachten van land) dan dat hij als moslim Israels soevereiniteit over Oost-Jeruzalem sanctioneert.

Als vrede in Camp David onhaalbaar is, kan er een nieuwe tussenoplossing uit de bus komen om hervatting van de vijandelijkheden tussen Israeliërs en Palestijnen te voorkomen. En als dat ook niet lukt zal president Clinton het antwoord moeten geven op de vraag wie verantwoordelijk is voor het missen van een historische vredeskans tussen Israel en de Palestijnen.

NRC Webpagina's
19 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad