Clinton gooit Barak en Arafat boei toe
Door onze correspondent SALOMON BOUMAN
TEL AVIV, 6 JULI. De dinsdag beginnende top in het Amerikaanse Camp David tussen de Israelische
premier Barak, de Palestijnse leider Arafat en president Clinton is de laatste
kans om dit jaar een Israelisch-Palestijnse vrede te bereiken.
Geweld, oorlog misschien, kan de afschrikwekkende consequentie zijn indien
de Israelisch-Palestijnse driehoekstop met president Clinton in Camp David
volgende week mislukt. Het Israelische leger, nauw samenwerkend met de gewapende
kolonisten, slijpt al geruime tijd de messen om een ditmaal zwaar gewapende
Palestijnse intifadah, waarin ook 40.000 Palestijnse politieagenten kunnen
worden gezogen, snel te kunnen neerslaan. De Palestijnse politiemacht bereidt
zich ook al weken voor op dit bloedigste scenario. Verbale escalatie aan beide
zijden begeleidt deze psychose. Israels chefstaf, generaal Shaul Mofaz, zal
niet aarzelen om tanks en helikopters tegen de Palestijnen in te zetten. Palestijnse
politie-eenheden zouden grensposten en nederzettingen kunnen aanvallen als
de Palestijnen op 13 september of later dit jaar eenzijdig een staat uitroepen
die de hele Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en (Oost-)Jeruzalem bestrijkt.
Omdat er zoveel op het spel staat betrekken premier Ehud Barak en de Palestijnse
leider Yasser Arafat zo sterk mogelijke internationale politieke posities
om na een mogelijk falen van Camp David niet met de zwartepiet te blijven
zitten. Gisteren ging Barak langs bij de Franse president Jacques Chirac en
de Britse premier Tony Blair. Arafat was op de dag dat Frankrijk het voorzitterschap
van de EU aanvaardde al bij Chirac in Parijs.
President Clinton klonk gisteravond ook niet te vrolijk toen hij met een
zachte stem de top aankondigde. Voor de zoveelste keer zei hij dat de leiders
historische beslissingen moeten nemen. Succes van deze diplomatieke onderneming,
22 jaar na de wel met vrede bekroonde top tussen de Egyptische president Anwar
Sadat, Israels premier Menahem Begin en president Jimmy Carter, in Camp David
is niet verzekerd. Clinton zei het, Barak en Palestijnse woordvoerders ook.
De problemen - Jeruzalem, grenzen en vluchtelingen - die in
Camp David aan de orde komen, zijn door geschiedenis en godsdienst emotioneel
zwaar beladen. De leiders doen er daarom goed aan Camp David als een wanhoopstop
te presenteren. Dat is, hoe paradoxaal, ook het beste ingrediënt voor
succes. Clinton gooit Barak en Arafat in de zee van emoties reddingsboeien
toe. Alleen dwazen klampen zich daar niet aan vast. Dat president Clinton
bijna aan het einde van zijn ambtsperiode is, neemt niet weg dat de enorme
Amerikaanse macht aan de top in Camp David een bijzondere dimensie geeft.
Dat is het psychologische klimaat waarin Barak en Arafat een einde kunnen
maken aan het Israelisch-Palestijnse conflict. Toen Sadat en Begin zich 22
jaar geleden in Camp David opsloten, waren de verwachtingen ook niet hoog
gespannen. Wie kon vermoeden dat Begin de hele Sinaï-woestijn voor vrede
zou opgeven, inclusief de ontmanteling van tientallen nederzettingen?
Welke concessies zullen Barak en Arafat aan elkaar kunnen doen? Arafat
komt naar de top gewapend met de internationale legitimiteit - alle
resoluties van de Algemene Vergadering en Veiligheidsraad van de Verenigde
Naties - en met het besluit van zijn Centrale Raad om rond 13 september
een Palestijnse staat uit te roepen in alle door Israel bezette gebieden,
Oost-Jeruzalem inbegrepen. Vanuit Palestijns perspectief is erkenning van
de staat Israel binnen de grenzen van 1967 een gigantische Palestijnse concessie.
Van het historische Palestina houdt hij op de Westelijke Jordaanoever en in
de Gazastrook slechts 27 procent over. Verder zegt hij niet te kunnen gaan.
Om zeker 80 procent van de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever onder
Israelische soevereiniteit te kunnen brengen wil Barak in een vredesregeling
circa 10 procent van de Westelijke Jordaanoever annexeren. Dat is de inzet
van de territoriale slag die Barak en Arafat met elkaar onder het oog van
Clinton zullen leveren.
Als vrede niet haalbaar is, zal in Camp-David worden gestreefd naar een
Israelisch-Palestijnse kaderovereenkomst waarop later de vrede kan worden
opgetrokken. Maar Barak hoopt na Camp David te kunnen zeggen dat er een einde
is gekomen aan het Israelisch-Palestijnse conflict. Met deze slagzin denkt
hij, niet ten onrechte, de harten en stemmen te winnen van een ruime meerderheid
van het Israelische volk voor een vredesreferendum of bij vervroegde algemene
verkiezingen indien zijn regering zou vallen.
Als rechtstreeks gekozen premier laat het hem in deze ook voor zijn persoonlijke
politieke toekomst beslissende moment steenkoud dat minister Natan Sharansky
van de Russische immigrantenpartij en ook de Nationale Religieuze Partij van
plan zijn uit zijn coalitieregering te treden. Als een Israelische De Gaulle
met het temperament van een Napoleon gaat Barak met een duidelijke vredesvisie
naar Camp David. Bezeten van dezelfde innerlijke overtuiging waarmee hij het
Israelische leger uit Libanon terughaalde, wil hij Israel ontdoen van de territoriale
last van de grote zege in 1967 op Egypte, Syrië en Jordanië, waarmee
Israel in het post-koloniale tijdperk een imperium werd. Zoals hij het vanmorgen
uitdrukte: ,,Wij willen niet heersen over een ander volk.''