Explosieve situatie dreigt
Door onze correspondent SALOMON BOUMAN
TEL AVIV, 27 MAART. Nu de impasse tussen Israel en Syrië voortduurt, ontstaat een gevaarlijke
situatie in het Midden-Oosten.
De mislukking van de top tussen de Amerikaanse president Bill Clinton en
de Syrische president Hafez al-Assad in Genève gisteren heeft de hoop
op snelle vrede tussen Israel en Syrië weggenomen. Tenzij er alsnog een
onverwachte ommekeer plaats vindt gaat de zaak de ijskast in tot een opvolger
van Clinton zich begin volgend jaar in het Witte Huis heeft geïnstalleerd.
Het Israelisch-Arabische geschil, in al zijn gecompliceerde facetten, heeft
echter nooit lang een status quo geduld. Ook nu zijn er krachten aan het werk
die door een Israelisch-Syrische vrede bedwongen hadden kunnen worden, maar
bij het uitblijven daarvan een explosieve situatie in het Midden-Oosten kunnen
creëren.
Het initiatief van premier Ehud Barak om Israels troepen begin juli dit
jaar uit Libanon terug te trekken wordt nu, hoe paradoxaal dat ook lijkt,
een gevaarlijke zet in het machtsspel tussen Jeruzalem en Damascus. Indien
de fundamentalistisch-shi'itische beweging Hezbollah de strijd na Israels
ontruiming van Libanon, naar Israelisch grondgebied verplaatst, is wat Israel
betreft de geest uit de fles. ,,De aarde van Libanon zal branden'', waarschuwde
minister van Buitenlandse Zaken David Levy onlangs op bulderende toon alle
betrokkenen indien dit zou gebeuren. Hoewel Levy in zijn retoriek te ver ging,
is er een consensus in Israel dat de Libanese economische infrastructuur een
zware prijs zal moeten betalen voor Hezbollah-activiteit van Libanon tegen
Noord-Israel. Een dergelijke escalatie kan, en zal volgens Israelische analisten,
tot een nieuwe botsing tussen Israel en Syrië leiden wegens de grote
belangen van Damascus bij de Libanese economie.
Heeft president Assad oorlogsgevaar met Israel gisteren in Genève
minder ernstig voor zijn regime geacht dan een kleine tegemoetkoming aan Israel
bij het terugkrijgen van de Hoogvlakte van Golan, die hij in 1967 verloor?
In ruil voor de Golan werd van hem gevraagd te accepteren dat Syrië niet
zou terugkeren tot de oostelijke oevers van het meer van Tiberias. De vredesgrens
tussen Israel en Syrië zou volgens Israel enkele tientallen of honderden
meters ten oosten van het meer van Tiberias moeten lopen, tussen de internationale
grens van 1923 en de bestandslinies van 4 juni 1967.
Er zijn andere twistpunten, zoals de normalisering van de betrekkingen
en uitdunning van troepen aan weerszijden van de grens die vrede tussen Israel
en Syrië in de weg staan. Maar de indruk bestaat dat de top in Genève
is mislukt omdat president Assad, in het voetspoor van de Egyptische president
Anwar Sadat, van Israel teruggave van alle in 1967 verloren grond, tot de
laatste korrel zand, eist. Dit standpunt ontleent Assad aan zijn interpretatie
van de internationale legaliteit zoals resoluties 242 en 338 van de Veiligheidsraad
van de Verenigde Naties. Met het invullen van de vrede heeft president Assad
het om ideologische of binnenlands-politieke redenen moeilijk.
Het is niet uitgesloten dat de Syrische leider president Clinton in Genève
in het zand heeft laten bijten omdat ook hij constateert dat premier Barak
in Israel in politieke moeilijkheden verkeert en dat dus aanvaarding van een
vredesakkoord met Syrië in een referendum niet zeker is. Waarom zou hij
dan zijn nek uitsteken? Misschien verwacht hij van de nieuwe Russische president
Vladimir Poetin meer politieke en militaire steun dan van diens voorganger
Boris Jeltsin.
De Palestijnse leider Yasser Arafat kan zich vergenoegd in de handen wrijven
dat voorlopig althans de kans op vrede tussen Israel en Syrië is verkeken.
Wil premier Barak nog iets van zijn vredesbeloften waar maken dan is het Palestijnse
spoor in het labyrint van het Midden-Oosten voor de Israelische premier de
aangewezen weg.