Koehandel rond luchtvaartfusie
KLM en British Airways zijn voor
het slagen van hun beoogde fusie voorlopig afhankelijk van derden. De
bedrijven zelf lijken er wel uit te komen. Een akkoord in augustus
blijft het streven.
Door ESTHER ROSENBERG en MARC SERNE
ROTTERDAM, 21 JULI. British Airways, dat KLM wil overnemen, moet aan
het rekenen zijn geslagen: wat levert het op aan kostenbesparingen en
wat moeten we er voor inleveren? Het grootste breekpunt in de
onderhandelingen met de Amerikaanse partner American Airlines was dat
British Airways (BA) geen slots (start- en landingsrechten) op de
internationale luchthaven Heathrow bij Londen af wilde staan, ten
faveure van een zogeheten 'open skies' verdrag tussen Groot-
Brittannië en de VS. Een dergelijk verdrag stelt
luchtvaartmaatschappijen in staat om onbelemmerd op elkaars luchthavens
te vliegen. De vraag is daarom hoeveel BA voor KLM, dat via zijn
Amerikaanse partner Northwest wél onbelemmerd op de VS kan
vliegen, over heeft. De afgelopen week gaf de Amerikaanse overheid te
kennen de fusie KLM/BA met argusogen te bekijken en zelfs zal blokkeren
indien de VS met Groot-Brittannië niet tot een zogeheten 'open
skies'- verdrag kunnen komen. Ook KLM-bestuursvoorzitter Leo van Wijk
liet weten dat een fusie, zonder een dergelijke overeenkomst,
nauwelijks mogelijk is.
De irritaties van de Amerikanen over het huidige verdrag met de Britten
gaan al jaren terug: het uiterst beperkte vliegverkeer met de Britten
stamt uit 1977. De Amerikanen denken nu dat British Airways de overname
van KLM wil gebruiken om zo via de achterdeur het land binnen te komen.
De Amerikaanse overheid gebruikt daarom de op handen staande fusie als
ruilmiddel tegen de Britten: als wij toegelaten worden op jullie markt,
mogen jullie KLM overnemen. Voor KLM staat hiermee de relatie met
partner Northwest Airlines onder druk. Om haar internationale
vliegrechten te behouden moet KLM in een gezamenlijke onderneming met
BA vooral Nederlands blijven lijken. Maar de Amerikaanse overheid heeft
al te kennen gegeven dat alleen de schijn van Nederlandse zeggenschap
niet volstaat.
Door het ontbreken van de 'open-skies' overeenkomst tussen de Verenigde
Staten en Groot-Brittannië kan BA ook niet optimaal profiteren van
de samenwerking met haar Amerikaanse partner American Airlines. Het
ontbreken van een dergelijke overeenkomst staat het gebruik tussen BA
en American Airlines in de weg van het zogeheten 'codesharing', het
uitvoeren van gezamenlijke vluchten onder hetzelfde nummer. Vooral KLM
en Northwest Airlines hebben in de beginjaren van hun samenwerking veel
verdiend aan codesharing en mede daardoor operationeel lang een
voorsprong gehad op andere allianties in de luchtvaart. Maar met name
de Star-Alliantie (Lufthansa/United Airlines) heeft die achterstand op
KLM/Northwest ingelopen en is KLM inmiddels volledig voorbijgestreefd.
American Airlines, nota bene de partner van BA, voert nu op Noord-
Amerika (onder meer Montreal en Boston) codesharingvluchten uit met
BA's concurrent Swissair. Een mogelijkheid die wordt geboden omdat
Zwitserland in tegenstelling tot Groot-Brittannië wél een
open skies verdrag heeft met de VS. American Airlines geeft daarmee een
signaal niet al te vast te zitten aan BA. De Britten hebben daarmee nog
een argument extra in handen gekregen om haast te zetten achter de
fusie met KLM. Ook de Europese Commissie is bang dat BA via de
achterdeur de VS alsnog binnen wil komen. Brussel wil de zeggenschap
over internationale vliegverdragen met EU-landen namelijk zelf in handen
houden en vindt het geen zaak van landen of bedrijven.
Achter de schermen zijn KLM en BA vanaf het begin van deze maand al druk
aan het onderhandelen met ambtenaren van Eurocommissaris Monti. Volgens
analist Chris Tarry van de Commerzbank in Londen zal de focus van
Brussel liggen op de Londen-Amsterdam route, waar de maatschappijen
samen 270 retourvluchten per week hebben. Maar ook de 19 andere routes
waar KLM en BA samen meer dan 60 procent in handen hebben zullen
kritisch worden bekeken. Samen hebben KLM en BA 30 miljoen
transferpassagiers, geconcentreerd op Heathrow en Schiphol waar de
concerns hun thuisbasis hebben. De maatschappijen zullen een aanzienlijk
deel van hun start- en landingsrechten, vluchten en frequenties moeten
opgeven en hun frequent-flyer programma's aan moeten passen.