Economie der lage landen
Het verborgen vermogen van KLM
Door MENNO TAMMINGA
Met welke veren moet KLM pronken om onderhandelingspartner British Airways
voor te spiegelen dat zij best een rijk vogeltje is?
Op de effectenbeurzen is de waarde van de aandelen van de Britten vijf
keer zoveel als die van KLM: bijna 15 miljard gulden versus bijna 3 miljard.
De vloot van de Britten is de helft groter. Veel verborgen juwelen heeft KLM
niet meer in huis: de afgelopen jaren heeft de vliegtuigmaatschappij grote
uitverkoop gehouden: belangen in het aandelenkapitaal van partner Northwest,
in telecombedrijf Equant, in reserveringssysteem Amadeus en diverse kleinere
bezittingen zijn verkocht. De opbrengst was dusdanig dat KLM als investeerder
in andere bedrijven meer verdiende dan als vervoerder van personen en vracht.
KLM kan pronken met haar ruime kas: 1,6 miljard gulden per eind maart van
dit jaar. Dat maakt extra duidelijk dat het bedrijf een koopje is. Een overname
financiert bijna zichzelf. Wie een bod met een overnamepremie doet, kan bijna
de helft van zijn uitgaven direct weer terugverdienen door de kas aan te spreken.
Zoals wel meer gevestigde Nederlandse ondernemingen heeft KLM ook nog een
stille kracht: het relatief rijke eigen pensioenfonds, of beter gezegd: haar
drie eigen pensioenfondsen.
Voor de vliegers en voor het cabinepersoneel heeft KLM aparte fondsen,
plus een algemeen fonds voor het overige personeel. De drie pensioenfondsen
hadden samen begin dit jaar beleggingen ter waarde van 17 miljard gulden,
meer dan vijf keer zoveel als de aandelen van het concern deze week op de
beurs waard waren.
Deze wanverhouding tussen pensioenfonds en onderneming is niet typisch
KLM, het is typisch Nederlands. Talrijke Nederlandse bedrijven worstelen min
of meer onzichtbaar met de tegenstrijdigheid: de waarde die beleggers geven
aan de winstgevendheid van hun activiteiten blijft ver achter bij het profijt
van de beleggingen van ,,hun'' pensioenfonds.
Om het anders te zeggen: het rendement op financieel vermogen (van het
pensioenfonds) is de afgelopen jaren geëxplodeerd ten opzichte van het
rendement op het reële vermogen, dat is belichaamd in bedrijfsmachines,
merken en menselijke inzet en inventiviteit.
Formeel-juridisch staan pensioenfondsen los van de onderneming. Het vermogen
wordt beheerd door een aparte stichting, die wordt bestuurd door vertegenwoordigers
van werknemers, de werkgever en, soms ook, gepensioneerde medewerkers. Een
greep in de pensioenkas à la Robert Maxwell, die stiekem de pensioenfondsen
van zijn krantenbedrijf plukte om verliezen elders in zijn imperium af te
dekken, moet in Nederland onmogelijk zijn.
Achter de formele façade van gescheiden verantwoordelijkheden worden
echter wel zaken gedaan, en daarbij trekt de werkgever meer dan eens aan het
langste eind.
Zakendoen is simpel: het bestuur van het pensioenfonds bestaat grotendeels
uit dezelfde mensen c.q. organisaties die ook aan tafel zitten bij de onderhandelingen
over de CAO en eventuele reorganisaties.
Dankzij de astronomische rendementen op hun beleggingen de laatste vijf
jaar hebben talrijke pensioenfondsen vermogens vergaard die ver uitgaan boven
hun huidige en toekomstige pensioenverplichtingen. Philips en Unilever kregen
de afgelopen jaren bijvoorbeeld een deel van het overtollig vermogen van ,,hun''
pensioenfonds uitgekeerd. Unilever incasseert dit jaar en volgend jaar in
totaal nog eens 1,95 miljard gulden. Als wederdienst wordt de pensioenregeling
op verschillende punten drastisch verbeterd.
De rijkdom van de KLM-pensioenfondsen vertaalt zich niet in terugstortingen
aan de werkgever, maar in kortingen op het werkgeversdeel van de pensioenpremies.
De bedragen die daarmee zijn gemoeid zijn de moeite waarde: vorig jaar kreeg
KLM bijvoorbeeld dankzij afspraken met de vliegers 100 miljoen gulden korting
op zijn pensioenpremie. Het bedrijf wil over een korting zelfs structurele,
langjarige afspraken maken.
Zulke kortingen tikken aan. In het boekjaar 1998/99 betaalde KLM in totaal
459 miljoen gulden pensioenlasten. En er zijn nog andere voordelen van een
rijk pensioenfonds: de CAO-partners kunnen ook afspreken dat het fonds bijvoorbeeld
een deel van de kosten van vroegpensionering van medewerkers betaalt.
Gepensioneerden, die op zijn best een minderheidspostie hebben in besturen
van pensioenfondsen, zien dit soort afspraken met lede ogen aan. Zij hebben
juist belang bij een zo sterk mogelijk pensioenfonds, dat in staat is hun
pensioen te verhogen met de welvaartsgroei, of zelfs structureel te verbeteren.
De waarde die een rijk pensioenfonds vertegenwoordigt voor de aandeelhouders
van een onderneming is door de juridische zelfstandigheid van het fonds niet
gemakkelijk in geldbedragen te vertalen. Dat wordt anders als KLM erin slaagt
structurele afspraken met de besturen van de pensioenfondsen te maken over
premiekortingen. Dat zou een nieuwe stap zijn op de weg van werknemerspensioen
naar aandeelhouderswinst.