Botsing dreigt tussen Frankrijk en EU over BSE
Door onze correspondent BEN VAN DER VELDEN
BRUSSEL, 17 FEBR. Tussen
Frankrijk en de Europese Commissie dreigt een geschil over BSE, dat wil
zeggen over de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen in verband met de
mogelijkheid dat schapen en geiten lijden aan BSE (gekkekoeienziekte).
Het Franse bureau voor voedselveiligheid (Afssa) wil veel strengere
maatregelen dan Europese wetenschappers deze week de Europese Commissie
hebben voorgesteld. De Commissie kijkt bij het bepalen van een eigen
standpunt over noodzakelijke maatregelen echter alleen naar het advies
van de Europese wetenschappers, omdat deze volgens een woordvoerster
over de vereiste " bevoegdheden en autoriteit beschikken".
Het probleem lijkt als twee druppels water op een meningsverschil dat
het Franse bureau in 1999 had met Europese wetenschappers over de
veiligheid van Brits rundvlees. Op advies van Afssa verbood de Franse
regering toen de invoer van Brits rundvlees, dat volgens de
wetenschappelijke adviseurs van de Commissie geheel veilig voor de
consumenten was. Frankrijk werd daarna door de Commissie beschuldigd
van het schenden van de regels voor de interne markt door ten onrechte
de invoer van Brits rundvlees te belemmeren.
Bronnen bij de Commissie sluiten niet uit dat een soortgelijk probleem
met de interne markt ontstaat als de Franse regering het advies van
Afssa over schapen en geiten opvolgt.
Als de meerderheid van de andere lidstaten van de Europese Unie op
voorstel van de Europese Commissie besluit tot minder verregaande
maatregelen dan Frankrijk, kan de Franse regering opnieuw invoer van
vlees uit andere landen verbieden.
Omdat er al langer sterke aanwijzigen dat BSE ook bij schapen en geiten
voorkomt, moeten sinds vorig jaar de risico-organen uit deze dieren
worden verwijderd. De milt van alle dieren moet worden vernietigd en
bij dieren ouder dan twaalf maanden moet ook de kop met hersenen, ogen
en amandelen en het ruggemerg weggehaald worden.
Het Brusselse overkoepelende wetenschappelijk comité adviseerde
deze week de Europese Commissie om meer onderzoek naar BSE bij schapen
en geiten te doen en daarna mogelijk te beslissen over uitbreiding van
de lijst van organen die verwijderd moeten worden, omdat hun consumptie
tot besmetting met BSE kan leiden.
Het Franse Afssa heeft de Franse regering echter geadviseerd om alleen
nog schapen en geiten bij de slager toe te laten, waarvan de kop met
hersenen en ogen en de ruggengraat zijn verwijderd als de dieren ouder
zijn dan zes maanden en waarvan amandelen, milt en ingewanden zijn
weggehaald bij alle dieren, ongeacht hun leeftijd.
Het opmerkelijke is dat net als bij het Britse rundvlees, de Franse
wetenschappers zich op precies dezelfde wetenschappelijke gegevens
baseren als hun collega's in Brussel. Zelfs is er een wetenschapper, de
Franse professor Dominique Dormont, die zowel bij het Brusselse als bij
het Franse advies een rol speelt.
Dormont heeft in Frankrijk de reputatie de grootste deskundige op het
gebied van voedselveiligheid te zijn. Het advies van Afssa aan de
Franse regering is opgesteld naar aanleiding van een rapport dat een
comité onder zijn voorzitterschap heeft opgesteld. In Brussel is
Dormont een onopvallend lid van een wetenschappelijke ad-hoc werkgroep
over BSE. Op grond van wetenschappelijk onderzoek van deze werkgroep
heeft het Brusselse overkoepelende wetenschappelijke comité de
Commissie minder strenge maatregelen aanbevolen. Dat laatste
comité staat ook onder voorzitterschap van een Fransman,
Gérard Pascal, wetenschappelijk directeur van het Institut
National de la recherche Agronomique, die als deskundige op het gebied
van voedselveiligheid een rivaal van Dormont is.