Wetenschap maant EU:
Test nodig voor BSE bij schapen
Door onze correspondent CAROLINE DE GRUYTER
BRUSSEL, 14 FEBR. Er moeten
tests worden ontwikkeld die snel bepalen of schapen en geiten BSE
hebben. Dat vindt een Europese adviesgroep.
Schapen en geiten in de Europese Unie moeten niet per kudde
geregistreerd worden, zoals nu, maar per dier. En EU-lidstaten moeten
fok-projecten starten voor rammen die resistent zijn voor BSE. Deze
maatregelen staan in een 'opinie' (advies) van de Wetenschappelijke
Stuurgroep van de Europese Commissie dat vandaag wordt gepubliceerd.
Volgens dit adviescomité van Europese BSE-experts is er nog
altijd geen bewijs dat schapen en geiten, net als koeien, BSE kunnen
hebben. Maar in het advies staat dat men op basis van kunstmatige
experimenten "moet aannemen dat BSE geïntroduceerd is in de
schapen- en geitenpopulatie". "We kunnen niets uitsluiten", verklaart
prof. Osterhaus, viroloog aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en
lid van dit comité. "Dat is verontrustend. We kunnen niet wachten
met maatregelen tot het eerste geval wordt geconstateerd." Daarom raadt
het comité de Commissie aan om het 'voorzorgsprincipe' strenger
toe te passen dan tot nogtoe het geval was. Sinds oktober vorig jaar
moet in de hele EU al risicomateriaal uit schapen en geiten verwijderd
worden voor ze naar de slager gaan. Bij alle dieren moet de milt eruit,
en bij dieren ouder dan twaalf maanden ook de kop (hersenen, ogen,
amandelen) en het ruggemerg. Het comité roept de Commissie op om
het onderzoek naar BSE bij schapen en geiten op te voeren, om te weten
of deze lijst moet worden uitgebreid met andere organen.
In het advies staan ook specifieke maatregelen voor áls er op een
dag een schaap of geit met BSE worden gevonden. Eén van die
maatregelen is "vernietiging van (...) het geval zelf, de nakomelingen
en andere traceerbare familieleden".
Als blijkt dat schapen en geiten BSE hebben, zijn de gevolgen
verstrekkend. Bij koeien verspreidt de ziekte zich vooral in het
zenuwstelsel. Wetenschappers nemen aan dat TSE, de verwekker van BSE,
bij schapen en geiten ook door het lymfestelsel gaat. Zij hebben immers
aanwijzingen dat áls BSE bij schapen en geiten bestaat, de ziekte
zich net zo gedraagt als scrapie, een BSE-variant die wel kan worden
geconstateerd. Scrapie, dat ongevaarlijk is voor mensen, komt vooral in
het Verenigd Koninkrijk voor. Deze week werd ook in Nederland een geit
gevonden die de ziekte had.
Er bestaat nog geen snelle test die het onderscheid tussen scrapie en
BSE kan maken. De enige test die dat wél kan, doet er ruim twee
jaar over om dat verschil vast te stellen. De eerste resultaten van die
test, die bij muizen wordt uitgevoerd, zijn er nog niet.
"Als er nu scrapie wordt vastgesteld", zegt Osterhaus, "kán het
dus BSE zijn. We kunnen nu niet zeggen, zoals bij gekke koeien destijds:
het zal wel loslopen. Daarom moeten we scrapie actiever opsporen.
Bijvoorbeeld door alle dieren systematisch op hun amandelen te testen.
En door alle dieren te certificeren".
Het is nog niet duidelijk of de Europese Commissie de aanbevelingen van
de wetenschappelijke stuurgroep zal overnemen.