BSE-crisis noopt Europa tot hervorming van
landbouw
Bij alle ellende die de BSE-
crisis veroorzaakt, tekent zich een versnelde aanpassing van de
Europese landbouwpolitiek af: meer aandacht voor duurzame landbouw en
veilig voedsel.
Door onze correspondent HANS BUDDINGH'
BRUSSEL, 29 JAN. De ene Brusselse functionaris heeft het over de
"overantwoordelijkheid" van de Italiaanse regering in de gekkekoeien-
crisis. De ander over de "schaamteloosheid" van de Beierse
autoriteiten. De stemming op het directoraat-generaal Gezondheid en
Consumentenbeschescherming van de Europese Commissie is ronduit
grimmig.
Eurocommissaris David Byrne, hoogste verantwoordelijke, spreekt ook al
enige tijd op hoge toon. Vorige maand wreef de Ierse Commissaris, een
ex-advocaat, Duitsland in dat hij "niet verrast" was over de ontdekking
van de gekkekoeienziekte (BSE) in de deelstaat Beieren. In een
perscommuniqué herinnerde Byrne eraan dat al sinds 1994 in de
Europese Unie een verbod op het voeren van vlees- en beendermeel aan
herkauwers van kracht is. De conclusie was duidelijk: Duitsland heeft
het verbod niet gerespecteerd of in elk geval niet goed gecontroleerd.
De verklaring was een reactie op eerder geuite kritiek van Duitse
autorititeiten, dat juist de Europese Commissie tekort was geschoten.
Byrne zei eerder al dat gebrekkige controle in sommige lidstaten het
consumentenvertrouwen zó ondermijnt, dat hij maatregelen moet
nemen die verdergaan dan strikt noodzakelijk. Het totaalverbod op
beendermeel als diervoeding - ook voor varkens en kippen die niet
vatbaar zijn voor BSE is daarvan het belangrijkste voorbeeld.
In het Europees Parlement hekelde Byrne - in een gezamenlijk optreden
met commissaris Franz Fischler van Landbouw in felle bewoordingen "de
drie lidstaten" (lees: Duitsland, Italië en Spanje) die sinds
vorige zomer bleven volhouden dat ze BSE-vrij waren en dat de Commissie
"zich vergiste" toen zij deze landen in de hoogste risico-categorie
indeelde. En hij herinnerde eraan dat het vier jaar vergde om de
lidstaten voor strengere spelregels te winnen. Beschuldigingen uit
Italië over mismanagement van de BSE-crisis door de Commissie
pareerde Byrne onder verwijzing naar een vernietigend inspectie-rapport
van vorig jaar over de Italiaanse controle. Een kleine greep: geen
nationaal controleprogramma, geen controle van bepaalde risicodieren,
het volledig ontbreken van controle in sommige regio's.
Waarom bijt eurocommissaris Byrne zo van zich af? Niet alleen omwille
van de voedselveiligheid, die volgens hem alleen met "totale
transparantie" is gediend. "Deze Europese Commissie wil gewoon niet
meer voor alles zondebok zijn", zegt een hoge medewerker. De huidige
Commissie heeft juist de consumentenbelangen tot een speerpunt gemaakt
om het aangetaste vertrouwen van de burgers in 'Europa' te herstellen.
De vorige Commissie lag wegens de in het Verenigd Koninkrijk
uitgebroken BSE-crisis veelvuldig onder vuur. Zij moest uiteindelijk in
1999 aftreden na ernstige kritiek op het beheer van EU-gelden. "Wij
hebben het gevoel dat we meer van de BSE-crisis hebben geleerd dan de
ministers van Landbouw", aldus een hoge functionaris op Byrne's
directoraat-generaal. Die mening wordt gedeeld in het Europees
Parlement. De liberale Nederlandse Europarlementariër Jan Mulder
wijst op de nieuwe koers die in 1997, na de Britse BSE-crisis, werd
ingeslagen, toen binnen de Europese Commissie de verantwoordelijkheid
voor voedselveiligheid werd weggehaald bij de commissaris van Landbouw.
Het Europarlement was vorige week veel kritischer over de Oostenrijkse
commissaris van Landbouw, Fischler, dan over zijn collega Byrne die
direct verantwoordelijk is voor de BSE-bestrijding. Verschillende
parlementariërs kritiseerden Fischler, omdat hij te lang passief
was gebleven. Maar daarin lijkt nu, onder invloed van de BSE-crisis op
het Europese vasteland, snel verandering te komen. Nadat Fischler
onlangs al de nieuwe Groene Duitse minister van Landbouw die streeft
naar meer biologische landbouw had geprezen, stelde hij recentelijk het
hele Europese landbouwbeleid ter discussie. " Waarom staan in het
gemeenschappelijke landbouwbeleid slechts de producten en niet de
kwaliteit van de producten in het middelpunt en waarom gaat maar tien
procent van de landbouwbegroting naar plattelandsontwikkeling, terwijl
de helft van de boeren er al agrarische nevenactiviteiten bij doet",
vroeg Fischler zich af.
De Europese regeringsleiders hebben twee jaar geleden in Berlijn in een
fors politiek gevecht met name tussen 'netto ontvanger' Frankrijk en
'netto betaler' Duitsland het landbouwbeleid en het budget tot 2006
vastgelegd. In 2003 zou er een midterm review komen.
Volgens Fischler krijgt deze aanpassing door de BSE-crisis een
"bijzondere betekenis". Hij wil het hele landbouwbeleid ter discussie
stellen "omdat in de landbouwpolitiek alles met alles samenhangt". Ook
de beoogde uitbreiding van de EU zou, om financiële redenen,
aanpassing noodzakelijk maken.
Mulder juicht Fischlers koerswijziging toe, maar stelt wel vast dat hij
"een beetje met vuur speelt". Zo wilde Fischler ook weten op welke
"zakelijke en morele gronden" bijna de helft van het landbouwbudget
(totaal: 43 miljard euro per jaar) naar de akkerbouw gaat, terwijl
daarin maar een handjevol boeren actief is in vergelijking met andere
landbouwsectoren. Dat is in elk geval tegen het zere been van
graanproducent Frankrijk. Fischlers suggesties zijn daarentegen uiterst
aanlokkelijk voor Duitsland dat met z'n nieuwe minister van Landbouw
ook een nieuw beleid wil. In Berlijn stonden Duitsland en Frankrijk al
lijnrecht tegenover elkaar, maar daar zwichtte Duitsland uiteindelijk
omwille van de politieke vrede. Het ziet er niet naar uit dat Duitsland
nog eens zo'n geste doet.
De Franse regering wil wegens binnenlandse politieke gevoeligheid geen
debat vóór de presidentsverkiezingen van 2002. Maar
volgens experts in Brussel zouden de snel oplopende kosten van de BSE-
crisis het landbouwdebat wel eens in een zeer hoge versnelling kunnen
brengen. Dat betekent: verschuivingen binnen het budget en aanpassingen
in het beleid.
Op het directoraat-generaal van Byrne worden de bewegingen aan het
landbouwfront nauwlettend gevolgd. De recente ministerswisseling in
Duitsland is er in elk geval met instemming begroet. "Veel ministers
van Landbouw waren toch altijd simpelweg representanten van de
landbouwindustrie", zegt een hoge functionaris.