U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier BSE

Nieuws

Wat is BSE?

Maatregelen Europese Unie

Maatregelen Nederland

BSE in het buitenland

Chronologie

Links

Dan volgt het BSE-alarm


De test die Nederlandse en vele andere EU-koeien aanwijst als BSE-geval is gebaseerd op de biochemische definitie van het ziekmakende prioneiwit. Die ziekmaker heeft een vorm die bestand is tegen afbraak door het spijsverteringsenzym protease K, zoals al zeker veertig jaar bekend is. Gezonde prioneiwitten, die bij alle zoogdieren ruimschoots in het lichaam aanwezig zijn, worden net als vrijwel alle andere eiwitten door protease K in kleine brokstukjes geknipt.

De test begint in het slachthuis, als een monsternemer een stukje van het onderste deel van de hersenstam uit de kop van een pasgeslachte koe lepelt. De kop is intact, slechts van de romp van het dier gescheiden. Het stukje hersenstam (de obex, onderaan de hersenstam) is vanaf het snijvlak makkelijk bereikbaar.

De hersenstam is symmetrisch. In het lab snijdt een laborant een plakje uit één zijde van de obex. De rest wordt bewaard. Wanneer de test BSE detecteert moet dat met een langer durende immunohistochemische test worden bevestigd. Daarvoor wordt dan de andere kant gebruikt.

Een soort staafmixer homogeniseert een halve gram van het monster. Daarna volgt de definiërende stap: de laborant voegt aan de helft van het homogenaat een buffer toe die het protease K bevat. Protease K is een heel gewoon eiwitverterend spijsverteringsenzym dat bij alle zoogdieren na de maaltijd in de alvleesklier wordt gemaakt. Alle aanwezige eiwit, inclusief het normale prioneiwit (aangeduid als PrP, waarin de C staat voor cellulair) wordt in kleine fragmentje geknipt, behalve het ziekmakende prioneiwit (aangeduid met PrP, waarbij Sc staat voor scrapie) waarvan protease K slechts een klein fragmentje afknipt. Dat wordt daardoor iets lichter. Aan de andere helft van het monster wordt een buffer toegevoegd die geen verterend enzym bevat. Dat monster loopt ter controle mee. Na de verteringsreactie wordt aan alle monsters een vloeistof toegevoegd waardoor alle aanwezige eiwitten denatureren, dat wil zeggen dat ze hun biologisch actieve vorm verliezen.

Elektroforese scheidt vervolgens de overgebleven bestanddelen op grootte en lading. Dat gebeurt op een gel van gelatine die, net als iedere gelatinepudding, bestaat uit een met water gevuld netwerk van met elkaar verbonden eiwitmoleculen. De elektroforese-gel is een dun puddingplaatje. De monsters worden op één plaats opgebracht en over het gelplaatje wordt een stroom aangelegd. Geladen moleculen worden dan naar een van de beide polen getrokken. Grote moleculen migreren alleen langzamer door het gelatinenetwerk dan kleine. Eventueel onverteerd PrP blijft op een bepaalde hoogte achter, het iets kortere PrP komt iets lager uit.

De rest is detecteren en vastleggen. De gel komt op een dunner membraan (eigenlijk een fijne eiwitzeef) te liggen en door een vloeistofstroom migreert het meeste eiwit uit de gel naar het membraan. Dan wordt er een antilichaam (moleculen van het afweersysteem) overheen gespoeld dat alleen bindt aan gedenatureerde prioneiwitten. Het maakt geen onderscheid tussen Prp en PrP. Aan de antilichamen is een molecuul gebonden dat zichtbaar licht geeft als het met UV-licht wordt aangestraald. Door het membraan op een fotografische film te leggen die de oplichtende vlekken registreert is het resultaat vastgelegd. De laborant weet op welke plaats, ten opzichte van referentie-eiwitten die een bekende positie op de gel bereiken, de zwarte vlekken van PrP en die van PrP op de ontwikkelde film verschijnen. Als de PrP opkomt volgt het BSE-alarm. Na een paar dagen volgt al dan niet een bevestiging met een langduriger immunohistochemische test, waarbij ultradunne plakjes hersenweefsel worden aangekleurd en onder de microscoop bestudeerd. Als de uitslag bevestigd wordt volgt het bekende ritueel van vee dat ter vernietiging wordt afgevoerd uit de stallen waar het besmette dier heeft gestaan.

NRC Webpagina's
20 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad