Zwitserse wetenschappers boeken succes met
test
Heel Europa dingt naar de hand van golden BSE-
boys
De winnaar in de crisis rond de
gekkekoeienziekte is het Zwitserse bedrijfje Prionics AG, ontdekker van
de meest gebruikte BSE-test. Voor Prionics is het nu 'Knochenarbeit
rundum die Uhr'
Joep Dohmen
De sfeer is meteen lacherig. "Here are our international headquarters",
zegt het hoofd marketing die luistert naar de naam Karl Kalf. In een
hal van de universiteit van Zürich wijst hij naar twee kamertjes,
volgestouwd met boeken, dozen en tassen. Om de hoek komt juist, in
spijkerbroek en op Nikes, Markus Moser aan. Hij is een van de oprichters
van het drie jaar jonge Prionics AG, ontwikkelaar van een betrouwbare
test voor de gekkekoeienziekte. Door de BSE-paniek groeit de omzet van
Prionics razendsnel. Drie jaar geleden was die nog praktisch nihil, dit
jaar 175 tot 350 miljoen gulden. Kalf: "Dit is de droom van iedere
wetenschapper en marketingman." In contact komen met de golden
boys van Prionics is niet eenvoudig. Sinds de Europese Commissie
eind november vorig jaar bepaalde dat vanaf 1 januari dit jaar alle
runderen ouder dan 30 maanden getest moeten worden op BSE, hangt heel
Europa aan de lijn in Zürich. Overheden en bedrijven willen de
test, Prionics-Check, in enorme hoeveelheden bestellen of hun
BSE-monsters laten onderzoeken in Zürich. "Absolute chaos", aldus
Markus Moser. "Ministers van Duitse deelstaten bellen persoonlijk. Of
ons lab 'alstublieft' nog snel vier monsters wil onderzoeken. 'Een
koerier is al onderweg'." Bedrijven in heel Europa willen opeens zaken
doen, instappen in deze booming business. Dagelijks bellen mensen die
aandelen willen kopen of een samenwerkingsverband willen sluiten. En
heel journalistiek Europa wil een interview met het wetenschappelijke
trio. De agenda van Markus Moser is al weken verstopt, zijn voice mail
overbelast. CNN belde, The New York Times was hier, net
als Stern. Morgen 'doet' collega-wetenschapper Bruno Oesch de
BBC en staat Moser de Franse pers te woord. In de kantoren en
laboratoria van Prionics op de universiteitscampus Irchel is het kortom
een gekkenhuis. " Vijfhonderd faxen en duizend e-mails per dag. Een
chaos", zegt ook een telefoniste van het call-centre dat kort geleden
is ingehuurd, omdat de telefonistes van de universiteit de stroom
telefoontjes niet konden verwerken.
De wetenschappers Markus Moser (38), Bruno Oesch (44) en Carsten Korth
(37) namen in februari 1997 ontslag als medewerker van de universiteit
van Zürich. Samen hadden ze een jaar eerder een vooruitstrevende
testmethode voor BSE ontwikkeld. Met de test kan in zeven uur tijd
worden vastgesteld of een tot vóór de slacht
ogenschijnlijk gezond rund geïnfecteerd was met ziekmakende
prionen, een bepaald soort eiwitten. Een opeenhoping van veranderde
prionen in de hersenen veroorzaakt bij runderen bovine spongieuze
encefalopathie (BSE). De ziekte maakt 'gaten' in de hersenen waardoor
functies uitvallen, en is ongeneeslijk en dodelijk. Het eten van
besmette delen van een gekke koe kan bij de mens leiden tot een variant
van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Kalf: "Een vreselijk
aftakelingproces, vooral bij jonge mensen." Dr. Bruno Oesch is
moleculair bioloog en specialist op het gebied van prionenonderzoek.
Hij slaagde erin het gen te identificeren dat verantwoordelijk is voor
de productie van het prioneiwit. Na enkele jaren onderzoekswerk bij
professor Stanley B. Prusiner, die de Nobelprijs kreeg voor zijn
prionenonderzoek, richtte Oesch zijn eigen onderzoeksteam op aan het
instituut voor hersenonderzoek van de universiteit van Zürich. Tot
zijn team behoorden microbioloog dr. Markus Moser en medicus dr.
Carsten Korth. Ook Moser specialiseerde zich bij Prusiner in het
prionenonderzoek.
Met geld van twaalf private investeerders, onder wie Nicolaus Springer
(de zoon van de overleden mediamagnaat Alex Springer), begon het trio
het biotechnologisch bedrijf. De wetenschappers kregen eind jaren
negentig bij de farmaceutische industrie en de vleesverwerkende
bedrijven geen voet aan grond met hun voorstel om deel te nemen aan hun
project. Van een massale BSEonrust was op het vasteland van Europa nog
geen sprake. "Niemand was geïnteresseerd in een snelle BSE-test.
Daar was toch geen markt voor, heette het telkens", zegt Kalf.
De Nederlander Karl Kalf (54) reageerde in januari vorig jaar op een
advertentie van Prionics. Het bedrijf zocht een marketingman. Chemicus
Kalf studeerde aan de Universiteit van Amsterdam, maar hij had ook
commerciële ervaring opgedaan bij medische concerns. Kalf: "Ik
trof een piepjong bedrijf aan dat één product had en
nauwelijks meer dan één klant: de Zwitserse veterinaire
dienst. Voor mij was het een uitdaging. Een unieke mogelijkheid om van
begin af aan met een jong en enthousiast team in een niet-bestaande
markt een bedrijf op te bouwen. Of dat zou lukken, was zeer de vraag.
De officiële statistieken wezen uit dat er een dalende trend was
in het aantal BSE-vondsten. Mij maakte dat niets uit. Ik zocht toch
geen baan voor het leven."
Prionics-Check is sinds juli 1998 op de markt, maar werd pas een jaar
later door de Zwitserse veterinaire dienst ingezet. Dat gebeurde na een
BSE-test onder een groep van 3.000 runderen. Moser: "Onze test haalde
daar één beest uit dat, hoewel het geen klinische
verschijnselen van de ziekte had, toch besmet bleek. Het beest was
bestemd voor de vleesindustrie. Dat was een doorbraak. Voor het eerst
was aangetoond dat BSE-koeien in de voedselketen terechtkwamen." Uit
volgende testresultaten leidde Prionics af dat tot dan toe zeker 150
BSE-koeien opgegeten moesten zijn in Zwitserland. Moser: "Wij hebben
toen de veterinaire dienst uitgelegd dat méér controleren
niet negatief hoefde uit te pakken. BSE hadden we toch al in
Zwitserland. Door de testen zouden we weliswaar meer BSE-gevallen
ontdekken, maar dan konden wij er tegelijk bij zeggen dat wij wel 's
wereld beste controlesysteem hadden. Ons voedsel was daardoor veiliger.
In andere landen was minder BSE, maar daar zochten ze dan ook niet zo
goed. Dat was positieve communicatie. Dat hebben ze toen begrepen."
De versterking van de controles in Zwitserland zette de Europese
Commissie onder druk. De Franse regering liet, onder publicitaire druk
in het BSE-conflict met Engeland, in juni vorig jaar grote aantallen
Franse runderen controleren. Daarvoor werd ook Prionics-Check gebruikt.
Kalf: "De Fransen vonden aan de lopende band besmette dieren. Zowat
elke week was het raak. Dat alarmeerde de publieke opinie en prikkelde
de Europese Commissie opnieuw om een strikter beleid te gaan voeren."
Duitsland hield nog vol BSE-vrij te zijn. Moser: "Daar zocht niemand,
dus vond ook niemand iets en dus heette het dat er geen BSE was. De
regering van de deelstaat Beieren verbood zelfs een laboratorium om met
onze test te werken. Slagers en ook een leverancier van babyvoeding
lieten toch dieren testen, ondanks dreigementen van de overheid dat de
particuliere laboratoria die de test uitvoerden, gesloten zouden
worden."
De tweede helft van vorig jaar raakte de BSE-crisis in een versnelling.
In Frankrijk moest in oktober bij supermarkten verdacht vlees worden
terug gehaald. Toen sloeg de paniek over naar Duitsland. Tijdens de niet
door de overheid erkende tests met Prionics-Check werd in november
vorig jaar de eerste Duitse BSE-koe ontdekt. Moser: "Merkwaardig dat
die Duitse politici zo dom konden zijn. Tot het laatst toe bleven ze
roepen dat Duitsland 100 procent BSE-vrij was. Onbegrijpelijk. Iedereen
wist dat het door de open grenzen in Europa een kwestie van tijd was
tot het eerste geval zou opduiken. Nadat de eerste koe in Duitsland was
gevonden, volgden snel de tweede en derde. En daarna nog veel meer."
De paniek werd nog gevoed door schokkende televisiebeelden uit Engeland
van kinderen die stierven aan Creutzfeldt-Jakob. Door de publicitaire
druk was massaal ingrijpen in Europa onvermijdelijk.
Sinds het besluit van de Europese Commissie, 21 november vorig jaar, om
runderen massaal te laten testen is the sky the limit in
Zürich. Hoe groter de BSE-paniek, hoe drukker het is bij Prionics.
"Dat onze test op zo'n grote schaal zou worden ingezet, dat hadden wij
nooit verwacht. De media hebben ons groot gemaakt", zegt Moser, nog
beduusd van zijn nieuwe status als geslaagd zakenman. "Zelf hebben we
nauwelijks geadverteerd." Van januari tot medio december 2000 verkocht
het bedrijf 150.000 tests. In de paar weken die sindsdien verstreken,
leverde het bedrijf alleen al 300.000 tests. De verwachting voor dit
jaar is dat Prionics 5 tot 10 miljoen tests verkoopt. Op basis van de
catalogusprijs van 35 gulden per test betekent dat een toekomstige
omzet van 175 tot 350 miljoen gulden. Daarmee heeft Prionics de helft
van de totale markt in handen.
"Ja, wij zijn een commercieel bedrijf", zegt Kalf. "Maar ons
uiteindelijke doel is wel om BSE te elimineren met behulp van onze
test. Nu verdienen we er geld aan, maar op den duur kunnen wij daarmee
leed voorkomen. Er zit dus ook ideologie en betrokkenheid achter."
Het personeel van het bedrijfje heeft "onvoorstelbare weken" achter de
rug, zegt marketingman Kalf. "Knochenarbeit rundum die Uhr. ''
Kalf zit met een vruchtensapje in het restaurant van de universiteit.
Zijn mobiele telefoon rinkelt aan één stuk door. De
productie is inmiddels fors opgevoerd door Greiner Diagnostics
in Langenthal bij Bern, het bedrijf dat de tests in opdracht van
Prionics maakt. Afgelopen maand waren er nog momenten dat de vraag de
productie overtrof. Veel landen kregen tijdelijk minder tests dan ze
gevraagd hadden. De productie is nu zo 'opgeschaald' dat er voldoende
capaciteit is. Kalf: "Wij verkopen de test niet aan iedereen. Men moet
zich verplichten om de test volgens onze richtlijnen uit te voeren. Dat
controleren wij. Laboratoriumpersoneel wordt in twee dagen voor onze
test opgeleid." Prionics-Check wordt inmiddels overal in Europa
gebruikt, behalve in België. Dat land koos voor een BSE-test van
het Amerikaanse bedrijf Bio-Rad. Tijdens een vergelijking die de
Europese Commissie maakte tussen beschikbare snelle BSE-tests, slaagde
zowel Prionics-Check als Bio-Rad. Moser: "Maar de Bio-Rad-test geeft in
de praktijk veel foutpositieve uitslagen. Dat blijkt in Duitsland en in
België. Daardoor zijn slachthuizen onnodig stilgelegd en loopt de
economische schade op." Bio-Rad bestrijdt dat de test hapert. De
problemen worden veroorzaakt, doordat laboratoriumpersoneel fouten
maakt, aldus Bio-Rad. Het gevecht om de BSE-miljoenen is in volle gang.
Vijf nieuwe bedrijven en organisaties hebben de Europese Commissie
gevraagd ook hun BSE-test te toetsen. Ondertussen bevechten de firma's
van de al gebruikte tests elkaar. Prionics won een maand geleden voor
het Landgericht München een rechtszaak tegen Bio-Rad. De rechter
concludeerde dat het Amerikaanse bedrijf de kwaliteit van de eigen
tests te rooskleurig voorstelde en onjuiste gegevens over Prionics-
Check had verspreid. Bio-Rad vervalste ook gegevens van de Zwitserse
veterinaire dienst.
Kalf: "Maffiose praktijken. En die gaan door. Nu laat Bio-Rad een
Oostenrijkse professor papegaaien dat de Bio-Rad-test zo geweldig is.
Zijn verklaring is opgestuurd naar politici. Heel slim. Wetenschappers
zouden er zo doorheen kijken." Moser vult aan: "Wat ons zorgen baart is
dat de Europese Commissie niet beter toezicht houdt op de uitvoering
van de tests. Wie garandeert dat het er in al die laboratoria
zorgvuldig aan toe gaat?" Heeft Prionics eigenlijk wel toekomst? Ooit
zal BSE bestreden zijn, zal er niet meer op grote schaal getest worden.
De hele omzet van het bedrijfje drijft op Prionics-Check. Kalf is niet
bang voor de toekomst, zegt hij. "Er zijn nog zoveel andere
prionenziekten. Op dit gebied is veel werk te doen." Op de universiteit
in Zürich werken 25 mensen in dienst van Prionics aan de
verbetering van Prionics-Check. Nu moet die test nog grotendeels
handmatig gedaan worden. In de toekomst klaart een laboratoriumrobot de
klus. Prionics ontwikkelt ook een nieuwe test, samen met het
Amerikaanse bedrijf Paradigm Genetics Inc. Die moet het mogelijk
maken om aan de hand van bloedmonsters in een vroeg stadium te bepalen
of een mens Creutzfeldt-Jakob heeft en of een rund besmet is met BSE.
Het grote voordeel van die test is dat het onderzoeks object niet dood
hoeft te zijn, omdat er geen hersenweefsel meer nodig is.
Voor het eerst ligt sinds deze maand ook vlees in Nederlandse winkels
dat afkomstig is van met Prionics-Check geteste runderen. De test biedt
volgens het bedrijf "aanvullende veiligheid", naast maatregelen als het
verbieden van diermeel in voer voor herkauwers en het verwijderen van
risico-organen tijdens de slacht. Vlees van koeien die op BSE zijn
gecontroleerd, heeft daarmee de grootst mogelijke kans BSE-vrij te zijn,
al is er geen honderd procent garantie. Kalf: "Onze test kun je het best
vergelijken met een veiligheidsgordel. Ook die geeft geen absolute
zekerheid dat je een ongeluk overleeft, maar maakt de kans wel groter."
Met medewerking van Wim Köhler.