U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier BSE

Nieuws

Wat is BSE?

Maatregelen Europese Unie

Maatregelen Nederland

BSE in het buitenland

Chronologie

Links

Schröder wil 'Agrarfabriken' omvormen


Bondskanselier Schröder denkt door een ommezwaai van de Duitse landbouw naar biologische teeltmethoden het vertrouwen van de consument in de vleessector te herstellen. Daarover bestaat veel twijfel.

Door onze correspondent MICHÈLE DE WAARD

BERLIJN, 13 JAN. BSE was in Duitsland nog niet ontdekt of bondskanselier Gerhard Schröder zei "we moeten af van de Agrarfabriken". De gekkekoeienziekte moest voor de geïndustrialiseerde landbouw zijn wat Tsjernobyl was voor de atoomindustrie: het begin van het eind.

Schröder (SPD) greep het vertrek deze week van twee ministers (Landbouw en Volksgezondheid) vanwege mismanagement van de BSE-crisis onmiddellijk aan om een ommezwaai van de landbouwpolitiek in te luiden. De groene politica Renate Künast mag als nieuwe minister voor Consumentenbelangen en Landbouw een aantal heilige koeien slachten.

Minder industriële productie, meer bio-boeren, heeft de groene minister al verklaard. De boeren in Duitsland zijn uiterst bezorgd. "Als hier niet in korte tijd iets gebeurt, ben ik er zeker van dat we op de B- en snelwegen loslopende koeien, kalveren en stieren kunnen verwachten", zei de vice-president van de Boerenbond Wilhelm Niemeyer. Wat hangt ons boven het hoofd, vragen de boeren zich af. De indruk wordt gewekt dat de Duitse landbouw door geweldige productiebedrijven wordt beheerst, waarin de omgang met dieren te wensen overlaat. Maar de cijfers wijzen uit dat Schröders Agrarfabriken, de grootschalige industriële ondernemingen waarin vee door volautomatische voermachines wordt verzorgd, slechts een klein deel van de boerenbedrijven uitmaken.

Slechts 11 procent van de Duitse bedrijven heeft meer dan 50 melkkoeien en nog niet eens 2 procent heeft meer dan 1.000 varkens.

De boerenbedrijven zijn veel kleiner dan wordt aangenomen. De fulltime boer heeft gemiddeld een terrein van 47 hectare; de (vele) part-time boeren zo'n 12 hectare. Vergeleken met de andere EU-landen blijken Duitse boerenbedrijven in doorsnee ook kleiner te zijn. Een bedrijf heeft gemiddeld 28 melkkoeien. In Nederland zijn dat er 44 en in Groot- Brittannië 68. Het aantal kleinere bedrijven in Duitsland is vooral in het Zuiden en Zuid-Westen te vinden. De grotere in het Noorden en Oosten.

De grootschalige bedrijven waarvan de kanselier rept staan vooral in de vroegere DDR. Ze maken slechts 7 procent van de totale bedrijven uit, maar vormen in het Oosten een sterke economische macht. Nadat de zogenaamde landjonkers na de Tweede Wereldoorlog waren onteigend, vond een landhervorming plaats.

Hierdoor werden zowel bedrijven met meer dan 100 hectare grond getroffen als bedrijven wier eigenaren als 'fascisten' golden. In 1952 werd begonnen met de socialisatie van de landbouw en werden de LPG's gevormd (Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaft). De grond bleef in handen van de boeren, de techniek en de stallen waren van het collectief. Gemiddeld was een LPG 800 hectare groot.

In het noorden van Oost-Duitsland, waar voorheen zo'n 1.000 LPG's actief waren, zijn na de hereniging in 1990 nog 700 boerenbedrijven actief. Niet al deze bedrijven zijn vroeger een LPG geweest. Ook zijn tal van Oost-Duitsers begin jaren negentig een eigen boerenbedrijf begonnen. Onder hen bevinden zich talrijke bio-boeren. Zo is het aantal bio- bedrijven sinds 1994 in Duitsland vrijwel verdubbeld van 5.900 tot 10.400. Als percentage van het totaal aan boerenbedrijven is hun aandeel echter met 2,4 procent gering.

De rood-groene coalitie wil nu het aantal bio-bedrijven met subsidies sterk stimuleren zodat het percentage op den duur stijgt van 2,4 naar 10 procent. De Groenen koersen op 20 procent.

Hoewel het aantal bio-boeren toeneemt, daalt het totale aantal boeren in Duitsland. Wie met de auto door Duitsland rijdt krijgt snel de indruk dat het land een landbouwstaat is. Meer dan 80 procent van de grond wordt ook gebruikt voor land- en bosbouwactiviteiten. Bijna 1 op de 10 werknemers werkt direct of indirect voor de voedselbranche. Maar het aantal boeren loopt gestaag terug, net als in andere landen van de Europese Unie.

Slechts 3 procent van de Duitse werknemers heeft een baan in de landbouw. In totaal zijn er volgens gegevens van de Boerenbond 530.000 boeren in Duitsland, waarvan 200.000 in Beieren. Elke boer voedt gemiddeld 114 mensen; vijftig jaar geleden waren dat er nog 10. Als gevolg van de technologische vooruitgang is de productiviteit enorm toegenomen.Toch draagt de landbouw met slechts 1,2 procent minimaal bij aan het totale bruto binnenlands product; in 1991 was dat nog 1,4 procent. Desondanks is er geen bedrijfstak die politiek zo'n belangrijke rol speelt, in Berlijn als in Brussel.

Met een radicale hervorming van de landbouwpolitiek hoopt Schröder het vertrouwen van de consument weer terug te winnen, zei de kanselier deze week. De traditioneel producerende boeren zijn bezorgd dat hun subsidie wordt verminderd ten gunste van de bio-bedrijven.

Daarmee is het BSE-probleem echter niet opgelost, reageerde Gerd Sonnleitner, leider van de Duitse Boerenbond. Hij is niet afkerig van bio-landbouw maar de , ,harde kritiek" op de boeren van de kanselier vindt hij onacceptabel. Alsof zij alleen de schuldigen aan BSE zijn.

Alleen met scherpere controles van het productieproces en intensivering van wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken van BSE kan het vertrouwen van de consument volgens hem worden teruggewonnen.

Intussen loopt de consumptie van rundvlees al vele jaren terug. Aten de Duitsers tien jaar geleden nog 14 tot 18 kilo rundvlees per jaar, inmiddels is dat tot 10 kilo gedaald. Of een hogere prijs die onmiskenbaar gepaard gaat met de bio-productie deze trend zal keren, is twijfelachtig.

NRC Webpagina's
13 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad