BSE jaagt 'paniekklant' naar de groene
slager
Biologische slagerijen
profiteren van de angst van de consument voor BSE en andere
dierenziekten.
Door onze correspondent Jutta Chorus
UTRECHT, 9 JAN. Kwakman in de Griftstraat is dicht, Galesloot bij het
Vredenburg, weg. Het bejaarde paar probeert vanochtend voor het eerst de
biologisch ambachtelijke slager De Groene Weg in de Biltstraat. Hij
kijkt kritisch vanonder zijn hoed naar de slagersjongen die hem helpt.
Zij laadt de bruine papieren zakken in haar mobylette. "Bruine zakken?"
"Het smaakt toch wel hè? Dat schone vlees?" vraagt hij. "Anders
kan het me niet bekoren."
In de buurt sluit de ene slagerij na de andere zijn deuren. De omzet
loopt terug, sanering mislukt of de eigenaar gaat met pensioen en raakt
zijn zaak niet kwijt. Varkenspest, salmonellabacterie, dioxinecrisis en
gekkekoeienziekte doen de rest. Slager Gerrit Takke, eigenaar van De
Groene Weg, spint er garen bij. Hij nam de mengkuip - voor het bereiden
van worst en het paneren van schnitzels - over van Van Maarssenveen en
de worstenstopmachine van de slager uit de Goedestraat. Takke's omzet
steeg de afgelopen twee jaar jaarlijks met twintig procent.
Sinds twee jaar signaleert Takke een heel nieuw type klant in zijn
winkel: de klant die biologisch gaat uit angst voor zijn gezondheid. De
paniekklant. Zoals Conny van Doorn, hoogzwanger. Ze komt twee keer per
week speciaal uit Bilthoven om natuurlijk geproduceerd vlees te halen.
"Ik ben me rot geschrokken. Met elk beest is onderhand wel wat aan de
hand. Twee jaar geleden ben ik omgegaan: in mijn huis komt alleen nog
maar natuurlijke voeding. Ik kan het betalen."
Of de grafische vormgeefster met de rode broek die verderop in de
Biltstraat een eigen bureau heeft. "Toen in oktober met BSE besmet vlees
in de Franse supermarkten is ontdekt, ben ik eerst twee maanden
vegetariër geweest. Een maand geleden ontdekte ik De Groene Weg. Ik
neem klakkeloos aan dat het hier goed zit."
Voor Gerrit Takke betekent het bijna dagelijks overwerken, van zes uur
's morgens tot zeven uur 's avonds. "Drie jaar geleden was het alleen op
zaterdag druk, nu werk ik op maandag al net zo hard als toen op
zaterdag." Zestien jaar geleden kocht Gerrit Takke De Groene Weg in
Utrecht. Het klantenbestand bestond toen voornamelijk uit
'geëmancipeerde stadsbewoners' die de biologische landbouw wilden
steunen. De klanten van het eerste uur zijn gebleven. Je haalt ze er zo
uit. Aan de kortdate manier waarop ze binnenlopen. Aan de weldoordachte
manier waarop ze hun principes verwoorden. Ze weten precies op welk
moment ze zijn bekeerd. De oude heer Linssen, gympen en een lange
tweedjas, in 1984. Hij bakt vanavond gehaktballetjes voor zijn
kleinkinderen. "Een goede winkel als deze verandert nooit, alleen de
vleeswaren voor op brood eet ik niet. Die hebben een merkwaardige
smaak." Vreni Campagne in 1992. "Ik doe het in de eerste plaats voor de
dieren. Dat ze een beetje gelukkig leven."
Slager Carl Benz kwam vijftien jaar geleden uit Wijk bij Duurstede naar
Utrecht om bij De Groene Weg te werken. "Het duurde even voordat ik was
gewend. De klanten waren een beetje excentriek." Hij verkocht vooral
rundvlees - 45 procent van de totale inkoop was rund. "De nieuwe klanten
eten veel meer varkensvlees" valt Gerrit Takke op. Hij wijst naar de
vitrine waar schnitzels, karbonaadjes, braadworst en hamlappen zouden
moeten liggen. De meeste schaaltjes zijn leeg. Jeltje Jelles, vijf jaar
klant, kijkt ernaar. "Ik heb niks met varkens. De massaliteit van die
beesten staat me tegen." Ans Spekman eet sinds een jaar alleen maar
biologische varkensvlees. Lekkerder, vindt ze. "En totdat Nederland
BSE-vrij is verklaard, neem ik geen enkel risico meer met rundvlees. "
De Groene Weg is een van de 25 biologische slagers in Nederland. Twintig
daarvan zijn aangesloten bij de biologische slachterij in Hedel die
afspraken maakt met biologisch producerende boeren. Boeren die hun vee
bij voorkeur zelf verbouwde gewassen voeren. Zonder kunstmatige
toevoegingen. Zonder preventieve antibiotica. Naast de wettelijk
verplichte inspectie door de Rijksdienst voor de keuring van vee en
vlees, controleert Stichting Keurmerk Alternatieve Landbouw het in
Hedel aangeleverde vlees. Het geslachte vee wordt niet per opbod
gekocht, maar op basis van van te voren gemaakte prijsafspraken. "Dat
verklaart de hogere prijs per kilo",zegt Takke. Vooral de kip is
duurder. " Een gangbaar kippetje is 28 dagen oud, twaalf ons zwaar en
kost drie tot vier gulden per kilo. Hoe kan dat? Voor die prijs kun je
geen graan kopen." Een Groene Weg-kip weegt zeventien ons, is 140 dagen
oud en kost f.1,99 per ons. Slachthuis De Groene Weg zet jaarlijks 2,5
miljoen kilo vlees om voor 45 miljoen gulden. Dat is 0,8 procent van de
totale vleesomzet in Nederland. De laatste jaren levert het slachthuis
niet alleen aan de slagerijen, maar ook aan 800 supermarkten (Konmar,
Albert Heijn, C1000) onder de merknaam Bio-Comp. Het is gek, zegt Peter
de Ruijter, directeur van slachterij De Groene Weg, " Iedereen wil
biologisch vlees, terwijl wij geen ambachtelijke slager meer kunnen
vinden die ons vlees wil afnemen." Tien jaar geleden gingen jaarlijks
gemiddeld zestig toekomstige slagers naar de slagersvakschool in
Utrecht, dit jaar zitten er slechts vier in het eerste jaar. "We
verliezen de allround vakman. De pastoor achter het hakblok. Om de
bewuste consument te kunnen bedienen, brengen we ons vlees nu ook maar
naar de supermarkt."
De interesse van grootwinkelbedrijven is zo groot dat de druk op de
biologische landbouw wordt opgevoerd om meer te produceren.
"Supermarktketens proberen de normen te versoepelen", valt Gerrit Takke
op. Er is bijvoorbeeld een tekort aan biologische karnemelk. "De
winkelbedrijven hebben voorgesteld melk aan te zuren om het tekort aan
te vullen, maar dat daarvoor zijn we gelukkig te ideologisch gebleven."
Klant Conny van Doorn zou het erg vinden als de biologische slager op
termijn zou verdwijnen. "Het is een anti-stress-winkel. Er heerst een
rustige sfeer, mensen ergeren zich niet aan elkaar. Je kunt nog eens in
een kookboek bladeren. De truttigheid van tien jaar geleden is er
helemaal af. Daar betaal ik graag voor."
Het bejaarde paar belooft volgende week terug te komen. "Het is hier wel
gezellig eigenlijk", zegt mevrouw. Dat dit vlees gezonder zou zijn dan
dat van de Keurslager, gelooft meneer niet. "Al die paniek. Vind je het
allemaal niet een beetje overtrokken?"