BSE gaat ook in Nederland Creutzfeldt-Jakob
veroorzaken
In een paar weken dement
Vijfduizend mensen in Nederland
die nog ziek zullen worden door BSE. Of vijftigduizend. Neuropatholoog
Gerard Jansen houdt voor de overheid bij hoeveel gevallen van
Creutzfeldt-Jakob er zijn.
Door onze redacteur JANNETJE KOELEWIJN
UTRECHT, 28 DEC. Gerard Jansen, neuropatholoog in het Universitair
Medisch Centrum Utrecht: "Het ultieme bewijs lever ik. Voor of na de
dood bekijk ik een hapje hersenweefsel en ik stel vast of het beeld in
de groep van Creutzfeldt-Jakob past." Gerard Jansen houdt in opdracht
van het ministerie van Volksgezondheid bij hoeveel gevallen van
Creutzfeldt-Jakob en varianten daarvan er in Nederland voorkomen. In
1993, drie jaar nadat in Engeland BSE bij koeien was vastgesteld, werd
er een brief aan alle neurologen in Nederland gestuurd: verdenkt u
een patiënt van een prionziekte, svp melden.
Creutzfeldt-Jakob is, net als BSE, een prionziekte. Mensen en dieren
die aan zo'n ziekte lijden, hebben een afwijking in het prioneiwit. Ze
gaan zich onzeker en schokkerig bewegen en ze worden dement, vaak in
een paar weken. De ophopingen van afwijkende prioneiwitten zijn onder
de microscoop te zien als stipjes in de hersenen. Die stipjes
verhinderen de signaaloverdracht tussen hersencellen.
Tot een jaar geleden kreeg Gerard Jansen dertig tot veertig verdachte
gevallen per jaar. Achttien of negentien pasten in het beeld van
Creutzfeldt-Jakob. Tot nu toe is nog niet een van die gevallen
veroorzaakt door een zieke koe. Maar de komende jaren, zegt Gerard
Jansen, kan dat veranderen. In Engeland zijn al vierentachtig mensen
ziek geworden door BSE-koeien. Het worden er waarschijnlijk 150 tot 200
duizend. In Nederland kunnen het er vijfduizend worden. Of
vijftigduizend. "Niemand die weet hoeveel het er worden", zegt Gerard
Jansen.
Wat hij vreemd vindt: dit jaar heeft hij maar twintig verdachte gevallen
gekregen. Zes daarvan waren Creutzfeldt-Jakob. "Het onderzoek is gratis,
maar ze komen niet. De familie geeft geen toestemming voor obductie. Of
de behandelend arts heeft geen belangstelling. Ik begrijp het niet. Ik
heb het gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Daar moeten ze
er iets op bedenken."
In Engeland werd tien jaar geleden nog betwijfeld of mensen ziek kunnen
worden door BSE-koeien. Dat kunnen ze dus wel. Maar hoe dat precies
gaat, staat nog niet vast.
Gerard Jansen legt uit dat er drie soorten prionziekten zijn. De eerste
soort ontstaat zomaar, tot nu toe zonder aanwijsbare oorzaak. Dat is de
klassieke Creutzfeldt-Jakob. De tweede soort is familiair, hij ontstaat
door een afwijking in de genen. De derde soort ontstaat door
besmetting. En dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door
kannibalisme. In 1957 werd bij vrouwen en kinderen in Papoea
vastgesteld dat de bewegingsstoornissen en de dementie die al
tientallen jaren in hun stam voorkwamen, werden veroorzaakt door het
eten van de organen van overleden stamgenoten. De mannen aten vooral
spiervlees, die werden minder vaak ziek.
Besmetting kan ook ontstaan door medisch handelen: niet goed ontsmette
instrumenten, hart-hersenvliestransplantaties, inspuiten met
groeihormonen, die vroeger werden gemaakt uit een donororgaan in de
hersenen. En besmetting kan ontstaan door het eten van dieren met BSE.
Mensen krijgen dan een variant van Creutzfeldt-Jakob. De afwijkende
eiwitten vormen in de hersenen geen stipjes, maar bloemvormige plakjes.
Die bloemvormige plakjes heeft Gerard Jansen dus nog niet gezien in
Nederland.
"Het is een vreemde ziekte", zegt hij. "Het eiwit dat de ziekte
veroorzaakt maken we zelf ook. En het veroorzaakt de ziekte zonder dat
het genetisch gemuteerd is. Hoe het begint, weten we niet. En hoe de
besmetting verloopt, weten we ook niet. We hebben pas een bewijs hoe
het prioneiwit verandert als we met een afwijkend prioneiwit een
proefdier ziek kunnen maken. Maar dat kunnen we niet."
Niemand weet precies wat kwaad kan en wat niet, zegt Gerard Jansen. "We
nemen aan dat mensen ziek worden door het eten van hersenweefsel van
BSE-koeien dat in paté en worst is terecht gekomen. In Engeland
zijn alle BSE-koeien nu uitgeroeid. We nemen nu aan dat het risico op
besmetting nu klein is. Maar wat is klein?"
Zijn toon wordt een beetje cynisch. "Je moet onderscheid maken tussen
het risico dat we gelopen hebben en dat we nu nog lopen. In Engeland
zijn voor 1996 een miljoen BSE-koeien in de voedselketen terecht
gekomen. Voor 1996 heeft Nederland veel Engels vlees geïmporteerd,
misschien wel tien procent van de totale Engelse vleesexport. Als dat
echt zo is, dan kunnen we nog wat verwachten."
De incubatietijd van prionziekten is lang, al weet niemand hoe lang.
Sommige Papoea's werden pas na achtendertig jaar ziek. Mensen die
besmet groeihormoon kregen, werden na twaalf jaar ziek.
Na 1996 zijn volgens de Europese Commissie zestig tot tachtig BSE-
koeien in de Nederlandse voedselketen terecht gekomen. "Dat is niets
vergeleken met Engeland", zegt Gerard Jansen. "De kans dat er nu nog
hersenweefsel van zieke koeien in de voedselketen zit, lijkt niet
groot."
Daarom eet hij gewoon nog vlees, zegt hij. Toch begrijpt hij niet dat
zoveel mensen nog denken dat het in Nederland wel zal loslopen en dat
de overheid hier alles goed geregeld heeft. "Het zal wel veranderen
zodra zich hier de eerste gevallen voordoen van mensen die besmet zijn
geraakt door BSE." Hij vindt dat er veel kritischer moet worden gekeken
de productie van voedsel. Waar zitten de risico's waarvan we de
gevolgen nog niet kennen. "Als er eerder naar deze keten was gekeken,
had je het allemaal kunnen bedenken. Ziekteverwekkers zijn zo
ingespeeld op hun gastheer dat ze in een gastheer die erop lijkt veel
sneller hun slag kunnen slaan. Waarom is er in allerlei culturen een
verbod op kannibalisme? Waarom eten veel mensen geen varkensvlees? Ze
wisten al millennia lang dat ze ziek kunnen worden van het eten van
soortgenoten."