Elk decennium z'n eigen voedselfobie
Is ons eten nog wel veilig na
alle meldingen over BSE en dioxinen? De risico's daarvan vallen in het
niet bij de gevaren van veel eten.
Door onze redacteur WIM KÖHLER
ROTTERDAM, 28 NOV. Dioxine in vis, prionen in koeien, salmonella en
campylobacter op kip en ei, bestrijdingsmiddelen in druiven, het lijkt
erop dat ons voedsel in de nieuwe eeuw niet veiliger is geworden. In de
jaren tachtig en negentig dreigden de gevaren van salmonella en dioxinen
ook al, toen zorgden ook de nitrieten in spinazie, sla en andijvie, de
synthetische kleurstoffen in snoepjes en toetjes en de ongeraffineerde
suiker voor voedselfobieën.
Nieuwe modes in de voedselangst liggen op de loer: natuurlijke
kankerverwekkers en mycotoxinen zijn in opkomst. Mycotoxinen zijn
gifstoffen die schimmels achterlaten op voedingsmiddelen als die lang of
slecht worden bewaard. De natuurlijke kankerverwekkers zijn de
afweerstoffen die planten in de loop van hun evolutie hebben leren
produceren om zich tegen vraat door zoogdieren te beschermen. Sommige
van die stoffen geven onze kruiden en groenten hun smaak.
In 1996 publiceerde de Amerikaanse National Research Council een dik
rapport over de kans om kanker te krijgen door voedsel. Natuurlijk
kankerverwekkers, stond daar al in, zijn veel talrijker dan synthetische
kankerverwekkers zoals bestrijdingsmiddelen. De aandacht voor de
natuurlijke kankerverwekkers die nu ontstaat lijkt dus terecht. Maar de
conclusie van het rapport was toch vooral dat veel eten gevaarlijk is,
hoe arm aan natuurlijke of synthetische kankerverwekkende stoffen dat
voedsel ook is. De schrik is groot als dioxinebevattende kippen of
eieren uit de schappen worden gehaald, maar een afweging van risico's
levert soms een ontnuchterende conclusie over de veiligheid van ons
voedsel. Zolang die risico's tenminste bekend zijn. Voedsel kan ziekten
veroorzaken, maar er ook tegen beschermen. Voor de rokers onder de
Nederlanders is de vraag naar het risico van voedsel niet belangrijk.
Wie rookt hoeft zich in de Westerse wereld geen zorgen meer te maken
over kankerverwekkers in zijn voedsel. Roken is het grootste en tevens
meest bekende gezondheidsrisico dat mensen nemen. Rokers hebben een
tienmaal grotere kans op chronische longaandoeningen en hart- en
vaatziekten. De risicoreductie bij het overstappen op dioxinevrij
voedsel valt daarbij in het niet.
Wie zich wil behoeden voor kanker en hartziekten moet veel groenten en
fruit op het menu zetten. De Nederlandse Kankerbestrijding en de
Hartstichting houden het in hun adviezen nog op twee stuks fruit en een
portie groente per dag en volgt daarmee de richtlijnen van het
Nederlandse Voedingscentrum. Maar in de Verenigde Staten heerst volop de
doctrine van five servings a day. Vijf porties groenten of fruit
per dag vormen de basis voor een optimaal dieet. Voeg er granen of
aardappelen aan toe en een eiwitbron (vlees of bonen), nog anderhalve
liter vocht, en het menu is compleet. Vet en olie zit er als vanzelf in
omdat het bij de bereiding wordt toegevoegd. De grafiek op deze pagina
toont hoe de vijf porties haalbaar zijn, maar de meeste Nederlanders
eten de in voedingsrichtlijnen aanbevolen drie porties nog niet eens.
En de gevaren? Deze weken laten de Franse consumenten hun rundvlees
staan. In 1996, toen de Britse regering bekend maakte dat het eten van
besmette runderproducten misschien de ziekte van Creutzfeldt-Jakob
oplevert, zagen de Britten af van het eten van rundvlees. Maar het rode
spiervlees van de koe is ongevaarlijk, met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid. Bij proefdieren is het in elk geval niet gelukt om
dieren ziek te maken met spiervlees van gekke koeien. Wie ook de niet-
aangetoonde voedselrisico's wil uitbannen moet dus afzien van rundvlees.
Maar dat is, temidden van de vele gezondheidsrisico's die iedereen
verzamelt of in zijn genen met zich meedraagt, minder een rationeel dan
een ideologisch besluit, bijvoorbeeld genomen uit protest tegen het
voeren van koeien met dode soortgenoten.
Soep trekken van ossenstaart en mergpijp, en vrijuit T-bonesteak eten is
misschien een wat riskantere onderneming. Het blijft een keuze in
onzekerheid want over de werkelijke risico's van het eten van organen en
zenuwweefsel van besmette runderen is nog niets bekend totdat over tien
of twintig jaar de afloop van het natuurlijke experiment onder Britten
bekend is. Vorige week publiceerde het directoraat-generaal voor
gezondheid en consumentenbescherming van de Europese Unie een rapport
over de dioxineconcentraties in voedingsmiddelen. Veel vis, vooral de
carnivore vis uit Europese wateren, bevat dioxinen boven de norm. Maar
wie zijn visconsumptie beperkt tot een- of tweemaal per week blijft uit
de gevarenzone. Het wetenschappelijk comité dat het advies
uitbracht raadt aan om de dioxinenorm een factor tien te verlagen, maar
dat is meer gebaseerd op het ontbreken van wetenschappelijke
gegevens over de dioxinegevaren dan op kennis over de risico's van
blootstelling aan lage concentraties dioxinen. Ook op het rapport over
bestrijdingsmiddelen op groente en fruit dat drie weken geleden door de
Consumentenbond en de stichting Natuur en Milieu werd gepubliceerd, is
door de deskundigen al kritisch gereageerd. De risico's zijn niet echt
bekend en de waarschuwingen zijn vooral ingegeven door het
voorzorgsprincipe. Dat behelst dat eventueel bestaande risico's ook uit
de weg worden gegaan. Deze overgang naar het voorzorgsprincipe zorgt
voor veel verwarring. De oprichting van een van de politiek en economie
onafhankelijke Nederlandse en een Europese Food Authority zou daar een
eind aan moeten maken. Die moet, zoals in de Verenigde Staten de Food
and Drug Administration doet, de consument onafhankelijk gaan informeren
en afgewogen risico's voorschotelen.