Hoe veilig is ons voedsel?
Door Marcel aan de Brugh en Frederiek Weeda
Kan je nog wel iets in je mond stoppen zonder ziek te worden? De westerse
consument heeft gezondheid tot prioriteit nummer één verheven
maar wordt telkens opgeschrikt door griezelige zaken. Deskundigen hebben een
geruststellende boodschap: voedsel is veiliger daan ooit, maar argwaan, vooral
over BSE en infecties, blijft geboden.
Studente J. van der Klip, twintig jaar, tuurt naar een bakje vegetarische
salade in het schap bij Albert Heijn. Wat de voedingswaarde is, interesseert
haar niet. Of er conserveringsmiddelen in zitten, ook niet. ,,Maar ik let
altijd op de houdbaarheidsdatum, want ik wil niet ziek worden.'' Om dezelfde
reden koopt ze geen rundvlees meer: ,,Ik vertrouw dat niet, met BSE''. En
gelatine laat ze ook staan. ,,Dat komt uit botten — dat vind ik griezelig.''
Bij prijsvechter Dirk van den Broek loopt R. van der Meer (30), die ,,nergens
bang voor is''. Als ze vlees eet, dan komt dat gewoon uit de bio-industrie.
Ook rundvlees. ,,Ik vind wel dat wij, consumenten, goed moeten worden geïnformeerd
over risico's. Bijvoorbeeld via het etiket. Maar we zijn geen experts, dus
het is alleen zinvol als we echt volledig worden geïnformeerd. Anders
is het al snel de klok en de klepel en dan worden mensen ten onrechte bang.''
Consumenten die het nieuws volgen zouden de indruk kunnen krijgen dat ze
geen karbonade, aardbei, biefstuk, ei of kipfilet meer in hun mond kunnen
stoppen zonder iets op te lopen. Na de uitbraak van BSE in Engeland zijn de
laatste weken steeds meer met BSE besmette koeien ontdekt in Frankrijk. En
gisteren is een BSE-koe in Gelderland gevonden, de zevende tot nu toe in Nederland.
Mensen die vlees eten van koeien die aan de gekkekoeienziekte (BSE) leden,
kunnen de dodelijke hersenziekte Creutzfeldt-Jakob krijgen. De Consumentenbond
meldde vorige week dat de bespoten groente en fruit in de supermarkt veel
meer resten van schadelijke bestrijdingsmiddelen zou bevatten dan is toegestaan.
En in de Verenigde Staten zijn de afgelopen twee jaar tien mensen overleden
na het gebruik van natuurlijke afslankmiddelen.
Hoe veilig is ons voedsel? Veiliger dan ooit tevoren, zegt prof.dr. J.
Hautvast. Hij is directeur van het Wageningen Centre for Food Sciences (WCFS),
een wetenschappelijk topinstituut voor onder andere 'voedsel en gezondheid',
en tevens vice-voorzitter van de Gezondheidsraad. Maar de consumenten stellen
hogere eisen en de vele berichten over voeding scheppen verwarring, zegt hij.
Na de oorlog was het zaak om veel voedsel te produceren, zegt Hautvast.
Twintig jaar geleden moest er ineens variatie in het aanbod komen. ,,En nu
heeft de Westerse consument zijn gezondheid als prioriteit nummer één.
Daarom vraagt hij zich af: wat kan voeding doen voor mijn gezondheid.'' En
daar beginnen de problemen. Voedselfabrikanten ruiken kansen en prijzen hun
artikelen aan met gezondheidsclaims die ze niet altijd kunnen waarmaken. Media
krijgen meer aandacht voor het onderwerp en brengen niet altijd genuanceerde
berichten naar buiten. Greenpeace probeert via voortdurende reclameacties
de indruk te wekken dat genetisch gemanipuleerd voedsel gevaarlijk is. Iemand
anders schreeuwt opeens dat conserveermiddelen chemische troep zijn. ,,Zo
ontstaat er nogal wat onduidelijkheid'', concludeert Hautvast.
Wat de consument wil weten heeft de Consumentenbond vorig jaar uitgezocht,
via een enquête onder 15.000 mensen. De meeste vragen hebben de consumenten
over genetische manipulatie (7.200 geënquêteerden), onduidelijke
etiketten (5.100 mensen) en (giftige) bestrijdingsmiddelen bij de teelt van
groenten en fruit (4.650 geënquêteerden).
Toch maakt Hautvast zich juist ongerust over andere risico's: voedselinfecties
en BSE. En van voedselinfecties lijkt niemand wakker te liggen. ,,Het is een
serieus probleem'', zegt ook dr. F. Rombouts, hoogleraar levensmiddelenmicrobiologie
aan het Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Rombouts was voorzitter
van de commissie voedselinfecties die in 1998 werd ingesteld door de Voedingsraad.
Uit een in september gepubliceerd rapport van de commissie blijkt dat er in
Nederland jaarlijks een kwart tot één miljoen gevallen van buikgriep
zijn als gevolg van een voedselinfectie. In 1995 stierven er 36 mensen aan
een voedselinfectie, in 1996 waren dat er 9 en in 1997 ging het om 12 sterfgevallen.
De werkelijke aantallen liggen waarschijnlijk hoger, zo vermeldt het rapport,
omdat betrouwbare informatie ontbreekt en voedselinfecties niet altijd als
doodsoorzaak worden herkend.
De belangrijkste ziektekiemen zijn salmonella en campylobacter, die met
name in kippenvlees en eieren voorkomen. Maar ook listeria, dat vooral in
rauwmelkse producten zoals veel Franse kaasjes voorkomt, leidt vaak tot problemen.
Datzelfde geldt voor de bacterie E.coli type O157, die in filet americain
en slecht doorbakken hamburgers kan voorkomen. De economische schade van alleen
al de salmonella-infecties wordt geschat op 70 tot 200 miljoen per jaar.
De commissie adviseerde de overheid er beter op toe te zien dat fabrikanten
het risico op infecties beperken. Slaagt een fabrikant daar niet in, dan moet
dat consequenties hebben. Ook bepleiten ze het inlassen van een extra 'decontaminatiestap'.
,,We hebben voorgesteld om weer wat meer aandacht te schenken aan het doorstralen
van voedsel, bijvoorbeeld rauw vlees'', zegt Rombouts.
Voedselinfecties zijn niet alleen op rekening van de fabrikant te schrijven,
legt Rombouts uit. De consument heeft hierin ook een aanzienlijk aandeel.
,,Soms bakt hij de hamburgers of de kip niet lang genoeg. Het eten van rauwe
schelpdieren brengt risico's met zich mee. Voedsel wordt te lang bewaard,
of het ligt buiten de koelkast.''
En dan is er BSE. Volgens Hautvast kan de gekkekoeienziekte ,,een ernstige
bedreiging vormen voor de volksgezondheid''. Daarom, zegt hij, moet de overheid
er alles aan doen om problemen op dit gebied in de hand te houden.
Houtvast: ,,Criminaliteit kun je nooit uitsluiten.'' Zo onderschepte de
Keuringsdienst van Waren vorig jaar nog een partij palmolie uit Indonesië
die verontreinigd bleek met dieselolie. Volgens de keuringsdienst was dat
opzettelijk gebeurd. Een leverancier verdient al gauw enkele duizenden dollars
als hij een deel van de palmolie vervangt door goedkopere dieselolie. ,,Dit
soort incidenten blijft zich voordoen'', zegt Hautvast. ,,Boeren bedreigen
dierenartsen om hun koeien toch hormooninjecties te geven, iemand verwerkt
toch diermeel in het mengvoer terwijl dat verboden is. Je kunt niet naast
elke boer en elke voedselverwerker een politieagent neerzetten. Daarom kun
je nooit honderd procent veiligheid garanderen.''
Om de criminaliteit toch enigszins de kop in te drukken, vindt Hautvast
dat er hogere straffen moeten worden opgelegd. ,,Op een overtreding moet een
zeer zware boete staan. Of sluit desnoods de fabriek een aantal jaren. Nu
is het te gemakkelijk om overtredingen te begaan.''
En genetisch gemanipuleerd voedsel? Dat zijn de strengst gecontroleerde
voedingsmiddelen, zegt Hautvast. En de regelgeving wordt binnenkort nog verder
aangescherpt. Van de gewassen die op dit moment worden verwerkt in menselijke
voedingsmiddelen, zijn geen schadelijke gezondheidseffecten bekend. Of er
mogelijk schadelijke gevolgen zijn op de lange termijn, is nog niet bekend.
Daarvoor zijn de producten nog niet lang genoeg op de markt. ,,We zullen ze
goed in de gaten moeten blijven houden'', zegt Hautvast.
Twee issues krijgen volgens Hautvast te veel aandacht: bestrijdingsmiddelen
en dioxinekippen. Bestrijdingsmiddelen worden streng gecontroleerd. Voor volwassenen
is er volgens hem amper gevaar. Of er voor kinderen een verhoogd risico is
voor bepaalde middelen, zoals de Consumentenbond beweert, is nog niet duidelijk.
De Gezondheidsraad stelt binnenkort een speciale commissie in die zich over
die vraag zal buigen. In de Verenigde Staten is sinds vier jaar de Food Health
Protection Act van kracht. Volgens die wet moeten alle ruim 20.000 geregistreerde
bestrijdingsmiddelen voor 2002 opnieuw worden getest op een aantal factoren.
Daaronder valt bijvoorbeeld de mogelijk hogere gevoeligheid bij baby's en
kinderen.
De affaire met de dioxinekippen wekte de indruk dat alle kippen in Nederland
vol zouden zitten met dioxinen en pcb's, zegt Hautvast. ,,Terwijl niemand
het had over het controlesysteem waarmee de verontreinigde kippen werden onderschept.''
Via dat systeem konden de dieren worden getraceerd via de Belgische handelaar
van het gewraakte mengvoer - het was opzettelijk verontreinigd met transformatorolie
waarin dioxinen en pcb's zaten - en via drie Nederlandse slachterijen
tot in Duitsland en Groot-Brittannië. Een partij kippenvleugeltjes werd
zelfs getraceerd tot in China. ,,De controle op veiligheid is de laatste jaren
sterk toegenomen'', aldus Hautvast. ,,Logistiek gezien zit het allemaal veel
beter in elkaar zodat je een partij bonen, rundvlees, avocado's, sojapulp,
maïsmeel beter door de keten kunt volgen.''
In het schap bij Albert Heijn zien de biologische Elstar appels er wat
zielig uit. Ze hebben vlekken en putten en zijn kleiner. Maar ze zijn ,,veel
lekkerder'', zegt S. Beukers die boodschappen doet. ,,Of ze echt gezonder
zijn, betwijfel ik.'' Duurder is biologisch voedsel in elk geval: biologisch
gehakt, bijvoorbeeld, is anderhalf keer zo duur als gewoon gehakt.
Hautvast bevestigt dat biologisch geteelde producten - tot stand
gekomen zonder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen - niet
gezonder zijn dan de producten uit de conventionele landbouw. ,,Wat betreft
vorm, smaak en nutriëntensamenstelling zal het allemaal erg dicht bij
elkaar in de buurt liggen. Wetenschappelijk is het denk ik bijna ondoenlijk
om een verschil in gezondheidseffect aan te tonen.''
Er zijn ook berichten dat biologisch geteelde producten juist óngezonder
zouden zijn. Omdat er geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, zouden ze
juist vatbaarder zijn voor bijvoorbeeld schimmelinfecties. Ook het gebruik
van dierlijke mest, waarin veel darmbacteriën van koeien of varkens zitten,
zou de kans op besmettingen vergroten. Maar dit soort gegevens is nog niet
bekend, omdat de biologische landbouw nog in de kinderschoenen staat.
Rombouts vraagt zich af in hoeverre de consument zelf verantwoordelijkheid
moet tonen voor zijn voeding en gezondheid. Veel mensen eten te veel en te
vet. Het Voedingscentrum probeert al jaren de consumptie van groente en fruit
te stimuleren, omdat het de kans op kanker verlaagt. Maar de consumptie neemt
alleen maar af. Twaalf jaar geleden at de Nederlander gemiddeld 141 gram groente
per dag. Drie jaar geleden was dat 123 gram. De aanbevolen hoeveelheid is
150 tot 200 gram. En de fruitconsumptie daalde van 125 gram per dag in 1987
tot 105 gram in 1997 (hoewel het drinken van vruchtensap iets toenam). Ook
het advies aan vrouwen om aan het begin van de zwangerschap foliumzuurtabletten
te slikken (om de kans op het krijgen van een kind met een open ruggetje te
verkleinen) wordt slecht opgevolgd. ,,Ik denk dat er méér ziekte
ontstaat door een slecht eetpatroon, dan door bijvoorbeeld een overschot aan
bestrijdingsmiddelen op groente en fruit.''
In het kader van de Warenwetregeling Hygiëne van Levensmiddelen zijn
bedrijven in Nederland verplicht om een systeem op te zetten waarmee ze de
veiligheid van het voedsel kunnen garanderen. In 1998 is die regel aangescherpt.
Bedrijven moeten sindsdien ook de zwakke plekken in het productieproces opsporen
en het risico op fouten (infectie, rondzwervende glassplinters) minimaliseren.
Bij de Keuringsdienst van Waren, die bedrijven controleert, werken inmiddels
300 controleurs. Een belangrijk deel daarvan houdt zich alleen bezig met voeding.
,,Tot voor kort testten we alleen het eindproduct'', zegt een persvoorlichter
van de Keuringsdienst van Waren. ,,Maar sinds een paar jaar lichten we de
hele keten door. De boer, de transporteur, de verwerker, de supermarkt. Zo
kunnen we de veiligheid van het voedsel beter garanderen.''
webadressen:
www.voedingscentrum.nl
www.consumentenbond.nl
www.voedsel.net