EU wil bureau voedselveiligheid
Door onze correspondent
BRUSSEL, 8 NOV. De Europese
Commissie wil 70 miljoen per jaar investeren in een onafhankelijk
Europees Voedselagentschap. Dit blijkt uit een voorstel dat de
Commissie vanmorgen heeft gepresenteerd.
Het agentschap moet het centrale meldpunt worden voor alles wat met voedselveiligheid in de
Europese Unie te maken heeft. Het zal onder meer wetenschappelijk advies
uitbrengen, en gaat een 'rapid alert system' opzetten voor
crisissituaties. Zo wil de Commissie het vertrouwen herstellen van de
consument in wat hij op zijn bord krijgt. Er zullen 330 mensen werken.
"Veiligheid is ons belangrijkste voedingsmiddel", zei Eurocommissaris
voor Consumentenbelangen David Byrne gisteren. Door schandalen rond de
gekkekoeienziekte (BSE) in Groot-Brittannië en de dioxinecrisis in
België, de laatste jaren, heeft de Europese burger "het
oncomfortabele gevoel dat er dingen voor hem verborgen worden
gehouden". De recente uitbraak van BSE in Frankrijk, waar men een
miljoen koeien wil afmaken, versterkt dit gevoel - al was het maar
omdat Frankrijk niet strikt de hand heeft gehouden aan het verbod op
dierlijk afval in koeienvoer. "Doordat wetenschappers elkaar soms
tegenspreken over risico's voor voedselveiligheid", zei Byrne, "weet de
consument helemaal niet meer waar hij aan toe is."
De European Food Authority (EFA) moet deze problemen ondervangen. Het
agentschap is een van de stokpaardjes van de Commissie-Prodi sinds haar
aantreden vorig jaar, omdat het niet alleen het vertrouwen van de
burgers in de voedselveiligheid kan herstellen, maar ook het vertrouwen
in de Commissie zelf. Volgens een ingewijde drong Frankrijk, tot 1
januari voorzitter van de Europese Unie, erop aan dat het voorstel voor
het agentschap snel zou worden gepresenteerd: ook Frankrijk kan een
'succesje' gebruiken.
Hoewel Prodi in 1999 zei dat het Europese agentschap een soort FDA moest
worden, krijgt het, anders dan deze Amerikaanse Food & Drugs Agency,
geen uitvoerende bevoegdheid. Daar willen de lidstaten van de Europese
Unie niet aan. Om overlap en conflicten te voorkomen krijgen alle
nationale voedselinspecties wel zitting in een adviesorgaan van het
management van de EFA. Het management zal bestaan uit
vertegenwoordigers van de lidstaten, de Commissie, het Europese
Parlement, consumenten en de industrie. Voor elk onderwerp, zoals BSE
en gengewassen, krijgt het agentschap een apart wetenschappelijk
comité. Over de vestigingsplaats van het agentschap laat de
Commissie nog niets los. Tot voor kort leek Helsinki, dat nog geen
enkele Europese instelling heeft, favoriet. De andere twee
officiële kandidaten zijn Parma en Barcelona. Byrne herhaalde
gisteren dat een "centrale plek" (niet ver van Brussel) zijn voorkeur
heeft. Daarmee voedt hij geruchten dat de steden Lille en Bonn
informeel ook in de race zijn. Het Voedselagentschap begint pas als het
Europese Parlement en de ministers van de lidstaten het
Commissievoorstel goedkeuren.