Mark at geen hamburgers meer
Mark Keleghar (22) nam opeens
ontslag, klaagde over pijn in z'n benen en begon onduidelijk te
spreken. Familie noch dokter begreep er iets van. Een jaar later was
hij dood.
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 27 OKT. Zevenenzeventig doden heeft de ziekte van
Creutzfeldt-Jakob, de menselijke variant van BSE, inmiddels in Groot-
Brittannië geëist. Enkele van de sterfgevallen worden vandaag
in detail beschreven in de Britse media. De vader van Mark Keleghar
vertelt in de Financial Times over het laatste jaar van zijn
zoon Mark, die volgende week 25 zou zijn geworden.
"We merkten voor het eerst dat er iets fout zat in mei 1998, toen Mark
zijn baan opgaf als plaatsvervangend manager bij Iceland, de handel in
diepvriesproducten. Hij leek angstig en geïrriteerd en onze
huisarts constateerde stress. Mark begon te klagen over pijn in zijn
benen. Bloedtests wezen niets uit, dus wij zeiden dat het psychisch
was. Hijzelf was ervan overtuigd dat er lichamelijk iets verkeerd zat.
Wij merkten dat hij begon te lispelen, ik dacht dat hij een
drankprobleem had. Op een dag zei ik hem dat, maar hij lachte erom.
"Het was tijdens onze vakantie in Turkije toen we hard werden
geconfronteerd met de waarheid. Niet alleen begon hij te lispelen, hij
kreeg ook problemen met zijn evenwicht. Toen we terugkeerden, zei ik
tegen de dokter dat Marks ziekte meer moest zijn dan alleen stress. Hij
werd naar een neuroloog gestuurd en onderging een hele reeks tests. De
medici bleven ons vertellen dat zij niets konden vinden. Eén
voor één werden ziekten als multiple sclerose
weggestreept. Wij vreesden dat Mark zou eindigen in een rolstoel.
In de kranten werd toen geschreven over de menselijke variant van BSE,
de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, en het daagde me dat de symptonen van
Mark hiermee overeenkwamen. Ik raakte in paniek en begon de pagina's
waarop over de ziekte werd geschreven uit de krant te verwijderen,
zodat de rest van ons gezin ze niet zou zien.
"Mark werd opgeroepen voor controle van zijn amandelen, net toen in de
kranten werd geschreven dat dit een manier was om te bepalen of iemand
de ziekte van Creutzfeldt-Jakob had. De test klopte. Ik kan de wanhoop
niet beschrijven die we voelden toen we naar de auto terugliepen. Die
avond moest ik mijn dochter vertellen dat Mark zou doodgaan.
"We beslisten na een bezoek aan het plaatselijke verpleeghuis dat we
Mark hoe dan ook thuis zouden houden. We zetten een bed in de woonkamer
zodat we hem 24 uur per dag konden verzorgen. Hij begon in de war te
raken. Op een dag dacht hij dat ik een taxichauffeur was. "Thanks
mate, how much do I owe you?" zei hij toen we met de auto bij ons
huis aankwamen. Mark werd ook agressief. Hij beet zijn tante en sloeg
mij in het gezicht.
"Later kon hij geen vast voedsel meer tot zich nemen en moesten we
proteïnedrankjes in zijn mond persen. Hij kon zichzelf niet meer
aankleden of wassen. Spreken kon hij ook niet meer. Er waren momenten
dat de oude Mark ineens weer zichtbaar was. Maar het ging van een
kwartiertje in de ochtend, naar tien minuten, vijf...
"Was hij bang? Wist hij dat wij er voor hem waren? Deze vragen zullen
ons altijd achtervolgen. We hebben hem nooit verteld dat hij de ziekte
van Creutzfeldt-Jakob had, maar op een dag zei hij dat hij nooit meer
hamburgers wilde eten, dus ik denk dat hij het wel door had. In mei
1999 stierf Mark, terwijl zijn moeder en ik zijn handen vasthielden."