N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

CS VRIJDAG
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

Architectenideetjes

door Bernard Hulsman
Nederlandse architecten hebben veel succes in het buitenland. Vol bewondering schrijven buitenlandse critici over de gedurfde en inventieve ontwerpen van OMA, MVRDV, Neutelings en Riedijk, NOX en al die andere bureaus met namen uit de wereld van reclame en advocatuur.

Zij prijzen vooral het vermogen van Nederlandse architecten om onverwachte, radicale oplossingen te vinden voor opdrachten die zijn dichtgetimmerd met talloze bepalingen, voorschriften en regels. De opeengestapelde landschappen van MVRDV, die vorig jaar als Nederlands paviljoen werden gebouwd op de Expo in Hannover, zijn het opzienbarendste voorbeeld van de Nederlandse vindingrijkheid tot nu toe.

Maar soms is het alsof de Nederlandse architecten duizelig zijn geworden van hun succes, en elkaar proberen te overtreffen in spitsvondigheid en originaliteit. Vorige week bijvoorbeeld voerden architecten het hoogste woord tijdens het debat over het nieuwe, te verbouwen Rijksmuseum in Felix Meritis in Amsterdam. Het begon nog gematigd, met de architect John Buijs die tegen de heersende mening in beweerde dat hij het huidige labyrintische, chaotische Rijksmuseum juist fijn vond. Toen kwam Liesbeth van der Pol aan het woord. Zij vond het Rijksmuseum met zijn torens en versieringen een Efteling-achtig gebouw. Hier hoorde geen kunst thuis, zo vervolgde ze. Het gebouw moest dan ook, net als eerder met het Amsterdamse hoofdpostkantoor was gebeurd, worden verbouwd tot een groot winkelcentrum. Of er moesten goede restaurants komen of ontmoetingsplaatsen van vrouwen in lange jurken en hun minnaars. Vooral dit laatste was een tikje origineler dan het bij nader inzien toch wat saaie voorstel van Buijs om de boel te laten zoals die was.

Vervolgens was er geen houden meer aan. Toen tijdens het debat ter sprake kwam dat ook het nieuwe verbouwde museum niet al te groot zou zijn, stond de jonge architect Bjarne Mastenbroek op en verzon ter plekke allerlei oplossingen voor dit probleem. Geen wc's in het Rijksmuseum zou al heel wat extra ruimte creëren, zei hij. Een restaurant was ook niet nodig en ook verwarming en ventilatie konden wel achterwege blijven, zo ging hij door. 's Winters konden bezoekers dan bij de ingang van het museum jassen uitgereikt krijgen, voor frisse lucht kon gewoon het raam worden opengezet.

Dit liet Rein Jansma, van het bureau Zwarts en Jansma, niet op zich zitten. Van alle belangrijke schilderijen moeten kopieën worden gemaakt, riep hij. Die kunnen dan in lounge-ruimtes worden gehangen, waar bezoekers ze kunnen bewonderen met een glas champagne in de hand en gezellige muzak op de achtergrond. Laten we boven op het Rijksmuseum nog een kolossaal bouwblok zetten, dan is alle ruimtegebrek opgelost, suggereerde een jonge architect. Zo tuimelden de leuke, geinige, speelse en originele architectenideetjes over elkaar heen. Als ze niet met zulke uitgestreken gezichten naar voren waren gebracht, zouden het niet meer dan flauwe grappen zijn. Maar nu, gespeend van elke ironie, maakten ze vooral duidelijk dat dwangmatige originaliteit leidt tot vermoeiende absurditeiten.

(Uit Cultureel Supplement van 16 februari 2001 )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad