|
|
CS VRIJDAG
|
Uitgekleed
door Henk van Gelder
Nog voordat OCW zich over dit voornemen kan buigen, hebben de medewerkers van het instituut zich al luidkeels verzet. Het museum is ons gezicht, zeggen ze. De tentoonstellingen hebben de afgelopen jaren steeds meer publiek getrokken (40.000 bezoekers per jaar) en zijn ook zo ongeveer de enige activiteit waarop de Raad voor Cultuur in zijn negatief gestemde advies aan Van der Ploeg geen kritiek heeft geuit. Ze vrezen dat het TIN zonder museum geen uitstraling meer zal hebben. En ze hebben gelijk: een theaterinstituut zonder museum is als een winkel zonder etalage - daar loopt vrijwel iedereen aan voorbij. Zie het Vormgevingsinstituut dat nooit tentoonstellingen wilde organiseren - voor de buitenwereld bestond het niet en nu is het opgeheven. Klaic zegt met de rug tegen de muur te staan. Nergens anders meent hij de 'kale' acht ton te kunnen vinden, die het behoud van de museumfunctie zou kosten. Vurig verdedigt hij de voortzetting van minder zichtbare activiteiten als het onderhoud van de internationale contacten, die Nederlandse theatermakers in contact brengen met buitenlandse collega's. Maar hoe hij het ook wendt of keert: zijn plan om het Theatermuseum te sluiten, is onzalig. OCenW mag het niet laten gebeuren. "Komt dat zien!" luidt de lokroep van het theater, en dus hoort óók een theaterinstituut dat te roepen. Die tweede vlag moet blijven wapperen.
(Uit Cultureel Supplement van 19 januari 2001 )
|
Bovenkant pagina |
|