|
|
CS VRIJDAG
|
Rijksrommeltje
door Lien Heyting
De verbouwde Zuidvleugel ging in 1996 open. De zalen waren ingericht door de vorige directeur van het Rijksmuseum, Henk van Os. Op de eerste verdieping was de 18de- en 19de-eeuwse schilderkunst en de kostuumafdeling ondergebracht. Van de inrichting door Van Os is weinig over. In de zalen waar de 19de-eeuwse schilderkunst hing, is nu de expositie over prins Maurits te zien. De tegenoverliggende zalen zijn volgens een bord in de hal (en ook volgens de spiksplinternieuwe museumplattegrond) nog gewijd aan Schilderijen achttiende eeuw. In het eerste zaaltje prijkt inderdaad een groot doek vol bepruikte mannenkoppen van Cornelis Troost, zij het zonder enige aanduiding van schilder, titel of jaartal. De overige wanden zijn leeg. In de tweede zaal is meer te zien. Alsof het één pot nat is, is hier de Spaanse en Italiaanse schilderkunst van de 15de tot de 18de eeuw door mekaar gemixt, met doeken van o.a. Titiaan, Murillo, Veronese, Tintoretto, Goya, Tiepolo en Cagliari. In het zijzaaltje dat vroeger de 18de-eeuwse schilderkunst completeerde met pastels uit die periode is niks veranderd: hier hangen nog steeds pastels van kunstenaars als Liotard, Cornelis Troost en Prud'hon. Maar die 18de-eeuwse pastels slaan natuurlijk nergens meer op bij de Spaans-Italiaanse potpourri die er pal naast hangt. In de kostuumafdeling wordt Hollandse regentenkledij geëxposeerd. De tentoonstelling is opgeleukt met geënsceneerde foto's vol blote billen en de bejaardennaakten die zo en vogue zijn onder fotografen. Wie de nieuwe, verslonste vleugel verlaat en in de gang naar het hoofdgebouw naar de 19de-eeuwse plafonddecoraties kijkt, ziet daar ineens tussen die authentieke decoraties een schildering van een vliegtuig in een blauwe hemel. Van wie de schildering is, staat nergens vermeld, maar volgens de suppoost ter plekke is die gemaakt door een restaurateur en bedoeld als 'een geinige opvulling'. Het conflictueuze zooitje achter de schermen van het Rijksmuseum lijkt zich uit te breiden tot het publieke domein. Werpt directeur Ronald de Leeuw nog weleens een blik in zijn museum? Of is hij geheel verblind door zijn grootse toekomstplannen?
(Uit Cultureel Supplement van 5 januari 2001 )
|
Bovenkant pagina |
|