LEO PRICK
Eerder verschenen columns
DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
|
LEO PRICK
30 oktober 1999
SLO
DE SLO IS onze nationale
denktank voor leerplanontwikkeling. Daar wordt bedacht wat leerlingen
moeten leren. Dat is een proces van jaren, van onvermoeibaar vijlen en
schaven en tegen het licht houden.
Met als uiteindelijk resultaat als
doelstellingen voor het basisonderwijs geniale vondsten zoals 'ze hebben
plezier in het leren van nieuwe dingen, ze hebben zelfvertrouwen, ze
kunnen gedragsimpulsen beheersen, ze handelen naar algemeen
geaccepteerde normen en waarden, ze nemen verantwoordelijkheid voor te
verrichten taken' en nog veel meer fraais waar Theo Thijssen en Jan
Ligthart nooit bij hebben stilgestaan. Nu gooit de Onderwijsraad zand in
de geoliede SLO-machine met het advies aan de minister om erop toe te
zien dat op de basisschool alle leerlingen op z'n minst taal en rekenen
leren. Dit op grond van de overweging dat, als het daar niet goed mee
zit, zij succesvol vervolgonderwijs wel kunnen vergeten. Hier valt
moeilijk wat tegen in te brengen, lijkt me. 'Verantwoordelijkheid nemen
voor te verrichten taken' bijvoorbeeld wordt wel erg moeilijk als je na
de basisschool al vlug het onderwijs uitdropt, zonder werk zit en dus
helemaal geen taken te verrichten hebt. Jos Letschert, manager primair
onderwijs bij de SLO, legt uit waarom het advies van de Onderwijsraad
getuigt van kortzichtigheid. In een interview met het blad van de
Algemene onderwijsbond verzet hij zich fel tegen iets zo achterhaalds
als een 'resultaatverplichting' voor de scholen. Letschert: "We werken
tot nu toe met een aanbodverplichting: welke leerstof moeten leraren en
scholen volgens de samenleving aanbieden? Het zijn geen eisen aan
leerlingen. Daarin hebben we een grote voorsprong op andere landen waar
de leerstof nog steeds centraal staat. Eigenlijk stamt dat nog uit de
vorige eeuw, het staat leerlinggericht, adaptief onderwijs in de weg. We
zijn er nu gelukkig van doordrongen dat de beginsituatie en het
leerpotentieel van kinderen zo verschilend zijn, dat het geen zin heeft
ze geforceerd naar een norm toe te drijven."
Tot zo ver Letschert, die de Onderwijsraad verwijt te zijn blijven
hangen in de negentiende eeuw. Het verschil tussen hem en die raad is
dat de laatste zich geleidelijk heeft ontworsteld aan de
verschrikkelijke erfenis van de jaren zeventig waarin vrijgestelde
zwamneuzen als Letschert riant gesubsidieerd hun gang mochten gaan en
onbegrijpelijke nota's mochten schrijven waarin alles wat oud was per
definitie als achterhaald werd gekenschetst. Waarin ongestraft dingen
konden worden gezegd als: "Leraren moeten educatieve ontwerpers kunnen
zijn, niet ingesnoerd in een harnas met de leerstof als maat van alle
dingen", aldus Letschert verderop in datzelfde interview. Letschert
pretendeert vanuit zijn vrijgesteldenclubje namens de samenleving te
spreken, maar wat ze in SLO-land voor samenleving aanzien is een
verzameling schriftgeleerden die namens allerlei clubs naar voren worden
geschoven om gemeenplaatsen te formuleren die zo nietszeggend zijn dat
ieders achterban er vrede mee kan hebben.
Ter afsluiting nog een laatste staaltje demagogie van onze SLO-
prominent: "De Onderwijsraad brengt een hiërarchie aan tussen
doelen die er veel toe doen en doelen die er minder toe doen. Dat is een
uitnodiging om gemankeerde kinderen op te voeden." U leest het goed: al
die jaren dat leerkrachten het moesten stellen zonder de holle frasen
van Letschert en consorten, hebben ze hun leerlingen opgevoed tot
gemankeerde kinderen. Hoe durft-ie, de windbuil.
Leo Prick
|
|