LEO PRICK
Eerder verschenen columns
JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW
|
LEO PRICK
21 april 2001
Open deuren
De informatie- en
communicatietechnologie, ofwel ict, zal een belangrijke rol spelen bij
de ontwikkelingen in de toekomst op vele terreinen. Om dat te
constateren, hoef je geen ziener te zijn. Maar om te weten in welke
richting die ontwikkelingen zullen gaan, daar kunnen ook zieners maar
weinig bij helpen.
Dat hebben we de afgelopen jaren kunnen constateren bij de ontwikkeling
van de mobiele telefonie. De aanbieders richtten zich aanvankelijk op
de zakelijke markt. Daar dachten ze hun klanten vandaan te halen.
Terwijl het voor insiders in jeugdzaken al lang zichtbaar was dat het
mobieltje onder jongeren een gewild statussymbool was, duurde het nog
een tijd voor de commercie zich realiseerde dat daar de markt lag. Dat
statussymbool ontwikkelde zich binnen de kortste keren tot een
speeltje. Een mobieltje was fun. Net als bij de televisie en internet
bleek de markt van vertier en vermaak al vlug belangwekkender dan die
van de functionele communicatie. Dat mobieltje biedt inmiddels heel wat
meer mogelijkheden dan alleen maar iemand bellen. Jongeren maken daar
volop gebruik van. Voor ouderen ligt dat anders. Veel van de
mogelijkheden die de videorecorder, de klok van het fornuis in de
keuken, internet, het mobieltje en al die andere apparaten bieden, zijn
aan hen niet besteed. Zij hebben de ict-boot gemist, of zijn pas
opgestapt toen daar een concrete aanleiding toe was. Als kinderen ver
weg zijn, is e-mail toch wel een erg prettige manier om contact te
houden. De stap naar het nieuwe medium is het resultaat van een
afwegingsproces, maar de relatie met de moderne apparatuur is moeizaam,
blijft beperkt en wordt nooit zo vanzelfsprekend als voor jongeren het
geval is. U zult zich wellicht afvragen wat de functie is van deze
omvangrijke serie open deuren, maar voor ik u dat duidelijk kan maken
moet u nog even geduld hebben. Vorige week werd in de Ridderzaal op het
Haagse Binnenhof een conferentie gehouden. Bij die gelegenheid liet een
hele rij binnen- en buitenlandse specialisten zijn licht schijnen over
wat ons op ict-gebied zoal te wachten staat. Zieners, die het
natuurlijk ook niet wisten, maar wel speculeerden over mogelijke
ontwikkelingen. Boeiend waren ze vaak, die vrijmoedige
toekomstverkenningen. De dag werd afgesloten met een discussie tussen de
fractieleiders van de grote politieke partijen onder leiding van Roel in
't Veld. De vanzelfsprekende vraag waar de politieke kopstukken op
hadden moeten reageren was natuurlijk geweest: na alles wat we vandaag
gehoord hebben, wat denkt u nu als politicus dat er gedaan moet worden;
anders gezegd, wat voor consequenties heeft dit alles voor het beleid.
Helaas werd die vraag niet gesteld, om de doodeenvoudige reden dat noch
die politici noch de gespreksleider wisten wat er die dag gezegd was.
Zij kwamen pas opdraven aan het eind van de middag toen ze aan de beurt
waren. Hun louter lijfelijke aanwezigheid moest voldoende zijn om de
zaak cachet te geven. Dus kregen de aanwezigen een serie platitudes
opgelepeld, waarbij vergeleken het begin van dit stukje getuigt van
genialiteit, want wat was de oplossing waar de fractieleiders elkaar
eensgezind in vonden?
Leraren moeten worden bijgeschoold zodat zij onze jeugd en daarmee de
Nederlandse samenleving kunnen opstoten in de vaart der ict-volkeren.
Het gros van die leraren is de vijftig gepasseerd. Zij, de missers van
de ict-boot of moeizame aanhakers, moeten het voortouw nemen. Zij
moeten de jeugd enthousiast voorgaan in de avonturen die de nieuwe
media bieden, hen wijzen op de grenzeloze mogelijkheden, kortom een
gênante vertoning als onwaardige afsluiting van een boeiende dag.
Leo Prick
|
|