|
|
LEO PRICK
|
LEO PRICK 3 februari 2001 Keurslijf
Onze huidige maatschappij wordt gekenmerkt door een toenemende diversificatie, met als gevolg dat steeds minder sprake is van een grote groep jongeren met een vergelijkbare kennis en achtergrond. In verband met deze gedachte heb ik enige tijd geleden een brugklas in kaart gebracht. Daarbij bleek dat verschillende leerlingen min of meer tweetalig waren opgegroeid: familie in Engeland of Duitsland, een vakantiehuis in Frankrijk. Veel leerlingen waren meer vertrouwd met de computer dan het gros van de docenten, een maakte een website. Velen speelden een muziekinstrument of hadden dat gedaan. Sommigen deden aan wedstrijdsport of waren artiesten op rollerskates; anderen bewogen nauwelijks. Op leesgebied waren de verschillen groot. Een deel was verwoed lezer, anderen lazen nooit. Sommigen keken elke dag naar het journaal en waren geïnteresseerd in politiek en wereldgebeuren, de meesten waren wat dit betreft een onbeschreven blad.
Vroeger deden jongeren globaal gesproken dezelfde ervaringen op. Gezien
de diversificatie van de maatschappij, de toenemende verschillen in
life style, komen jongeren met steeds meer uiteenlopende bagage de
middelbare school binnen. Ook vroeger waren kinderen natuurlijk niet
allemaal hetzelfde. Maria Montessori en met haar veel andere
hervormingsgezinde pedagogen zochten dan ook naar wegen om niet alle
leerlingen door dezelfde onderwijsmolen te halen. Inmiddels wordt in
het basisonderwijs een variëteit aan werkvormen toegepast, bedoeld
om zo veel mogelijk recht te doen aan de capaciteiten en interesses van
de individuele leerlingen. Scholen voor voortgezet onderwijs hebben zich
op het pedagogische vlak nauwelijks ontwikkeld. Omdat de verschillen
tussen leerlingen steeds verder toenemen, kost het de leraren daar dan
ook steeds meer inspanning om ze als een collectief te behandelen. Was
vroeger de beginsituatie van de leerlingen voor wat betreft alle vakken
zo'n beetje gelijk, nu geldt dat nog slechts voor een beperkt aantal
gebieden zoals bijvoorbeeld de exacte vakken. Daarbuiten wordt het
steeds moeilijker iedereen over dezelfde kam te scheren. Scholen hebben
de keuze uit twee mogelijkheden. Ze kunnen doorgaan al hun energie te
steken in maatregelen om de jongeren te persen in een keurslijf dat
geen van allen ook werkelijk past. Een andere mogelijkheid is de
verschillen te nemen als uitgangspunt voor de inrichting van het
onderwijs. In dit licht moeten ook de huidige ontwikkelingen worden
bezien. Studiehuis, de bundeling van leerstof in complexe opdrachten,
de behoefte om voor bepaalde leerlingen al in een vroeg stadium de
praktijk de school binnen te halen, het zijn allemaal symptomen van
hetzelfde: namelijk de ontwikkeling van het onderwijs in een richting
die recht doet aan verschillen in interesses en kennis.
Leo Prick
|
Bovenkant pagina |
|