|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Chinees-Nederlandse Lee Ah K. werpt licht op de rol van de Chinese maffia in de Dover-zaak Een verdachte getuige Een lijk onder de Zeelandbrug brengt de politie in 1998 op het spoor van de Chinese maffia in Nederland. Moord en illegaal gokken gaan hand in hand met mensensmokkel. Ook is er een relatie met de Dover-zaak, die volgende week voor de rechtbank wordt afgehandeld. Vrouwen spelen een hoofdrol in het smokkelmilieu. De doopceel van een Rotterdamse ‘slangenkop'. Tom-Jan Meeus Twee dagen voor haar verhoor bij de politie krijgt de Chinees-Nederlandse Lee Ah K. (37) telefoon uit de bajes. Haar ex-partner, eind 1999 veroordeeld tot twaalf jaar cel wegens moord en mensensmokkel, kletst eerst wat met hun dochtertje. Daarna komt mevrouw K. aan de lijn, ze is net terug van enkele weken ‘vakantie' in China. De politie luistert mee. Hij: Ben je al op bezoek geweest bij je Turk? Zij: Nee, geen tijd. De Turk is op dat moment, 6 december 2000, de meest gezochte crimineel van Nederland. Het is Gürsel Ö. Hij wordt door de politie verdacht leiding te hebben gegeven aan het smokkeltransport waarbij juni vorig jaar 58 illegale Chinezen de dood vonden. Na het drama is in Dover chauffeur Perry W. opgepakt (inmiddels veroordeeld tot veertien jaar cel), in Nederland wordt in de weken na juni negen man gevonden die hebben geholpen bij de voorbereidingen. Hun baas Gürsel is dan nog voortvluchtig. Tijdens haar verhoor op 8 december brengt Lee Ah K. (ze noemt zich ook Leeah, Lea of Lia) de politie op het spoor van de smokkelleider. De maanden voor het transport van juni, blijk uit later opgedoken observaties in een Rotterdams onderzoek naar Koerdensmokkel, had ze veelvuldig contact met Gürsel. Ze vertelt de politie dat ze Ö. ,,jaren'' geleden voor het eerst ontmoette. ,,Gürsel ken ik via mijn ex-man. (...) Ik heb een vriendschappelijke relatie met Gürsel sinds maart 2000.'' Van de Dover-zaak weet ze niets, zegt ze de politie, al vermoedt ze een rol van ‘die Turk'. Ze is op de hoogte van zijn schuilplaats, ze is daar enkele maanden terug geweest, ook zijn telefoonnummer heeft ze - maar daar wil ze de politie niets over zeggen. Dan, het verhoor is nog gaande, gaat haar gsm af. Ze neemt op, zegt weinig. Het gesprek eindigt na een halve minuut. ,,Ik had die Turk aan de lijn'', zegt ze tot verrassing van de agenten. ,,Ik bedoel Gürsel. Hij zei tegen mij: je bent een trut en hing daarna op.'' Nu beschikt de politie over de middelen om de verblijfplaats van Gürsel Ö. te achterhalen. Zijn telefoon kan worden afgeluisterd, ook is men in staat via gsm-masten te registreren waar in Nederland hij zich bevindt. Hij blijkt zijn gesprekken steeds te voeren vanuit het Brabantse Oss. Een maand later, zondagavond 21 januari, wordt hij aangehouden in een shoarmazaak in Heesch, nabij Oss. Tot en met volgende week staat hij met acht anderen terecht in Rotterdam voor zijn rol in de Dover-zaak. Maar maanden eerder, begin december vorig jaar, is Gürsels vriendin Lee Ah K. in de Tweede Kamer al tot nationaal nieuws gebombardeerd. Dan lekt uit dat in het Dover-dossier op een laat moment gedetailleerde verslagen en foto's zijn gevoegd van de ontmoetingen van Lee Ah en Ö. vóór het fatale transport. Ook wordt openbaar dat Lee Ah bij de politie bekend is als mensensmokkelaarster. De Kamer is verbaasd - heeft de politie ,,zitten slapen'', zeggen enkele fracties - al blijft het ongewis welke rol Lee Ah in de smokkel precies heeft gespeeld. Vooral het Kamerlid Halsema (GroenLinks) dringt aan op vrijgave van Lee Ah's exacte geschiedenis in de mensensmokkel, maar minister Korthals (Justitie) weigert: dat is ,,justitiële documentatie'' die vertrouwelijk moet blijven. En het is informatie die er niet toe doet. Want volgens de minister duidden de ontmoetingen van de Chinese vrouw met Ö. alleen op een ,,amoureuze'' relatie. De vrouw is geen verdachte in de Dover-zaak, onderstreept Korthals, zij wordt slechts beschouwd als getuige. ,,Er is geen enkel signaal dat de contacten tussen Ö. en [Lee Ah] (...) verband hielden met de smokkel van Chinezen'', zegt hij in de Kamer. Woekeraar De gegevens die de Kamer worden onthouden over Lee Ah K. zijn drie jaar eerder, buiten het blikveld van de publiciteit, opgedaan in een onderzoek van de Haagse politie. De overeenkomsten met de Dover-zaak zijn - zeker achteraf - frappant, al lijkt het destijds in eerste instantie te gaan om een crime passionel in Chinese kring. Pas later wordt helder dat de moord is gepleegd in het hart van de Chinese maffia hier te lande. Vrijwel alle verdachten blijken een lucratieve ‘bijbaan' te hebben: ze smokkelen illegale Chinezen per vrachtwagen van Rotterdam naar Dover. Het begint als omstreeks 28 juni 1998 in Rotterdam een Chinese ‘woekeraar' annex mensensmokkelaar, Min Z., wordt vermoord. Z. bespeelt mensen met gokschulden. Als een gokker verliezen heeft gemaakt biedt de man in het casino een lening aan, om die daarna tegen woekerrente terug te vorderen. Wie niet kan betalen wordt gedwongen tot criminaliteit, veelal mensensmokkel. De maanden voor zijn dood heeft de woekeraar zijn praktijk vooral uitgeoefend in een illegaal Turks gokhuis aan de Essenburgsingel in Rotterdam. Zo komen Turkse gokkers in de mensensmokkel terecht, want ,,de Chinezen wonnen vrijwel altijd van de Turken'', rapporteert de Haagse politiebrigadier G.J. Fieret later in het dossier. De schedel van de woekeraar is vermoedelijk met een koekenpan kapot geslagen, stelt patholoog-anatoom C.J.J. Hens in opdracht van justitie vast. De man is gemarteld. De patholoog signaleert behalve beschadigingen aan de schedel een ,,scherprandige huidklieving op het voorhoofd''. Wc-papier is in zijn bebloede mond gepropt, waarna hij is gestikt. Omzwachteld met lakens en gordijnen wordt het lijk 1 juli aan de voet van de Zeelandbrug teruggevonden. De daders hebben half werk geleverd: de dode man is van de brug gegooid maar het lijk is op een pijler blijven liggen, en wordt ontdekt. De politie begint een onderzoek. Opsporing Verzocht maakt er 20 juli 1998 zendtijd voor vrij. Bij de Criminele Inlichtingendienst (CID) in Rotterdam komt een gedetailleerde tip binnen. Anoniem. De moord zou zijn uitgevoerd door twee Albanezen uit het gokcircuit, twee Britse chauffeurs met ervaring in de Chinezensmokkel naar Dover (één is ook bekend als huurmoordenaar) hebben het lijk naar de Zeelandbrug gereden. Beide duo's, aldus de tip, werkten in opdracht van een Rotterdamse Chinees, Chun H., alias People Fong. De man heeft drie kinderen bij zijn ex, met wie hij nog veelvuldig omgaat: Lee Ah K. - de latere vriendin van Gürsel Ö. Vijf maanden later blijkt dat de tip vrijwel volledig klopt. De Chinese man Chun H. legt een bekentenis af bij de politie. Kort voor de moord ontdekte hij dat zijn ex-vriendin Lee Ah een relatie met de woekeraar had. Hij neemt wraak. In het moordplan speelt ook zijn ex een rol. Zij belt de woekeraar en zegt dat haar vriend buitenslands is, de woekeraar komt naar Lee Ah's woning zonder zijn vaste lijfwachten, en bij de voordeur overmeesteren de Albanezen hem. Lee Ah bevestigt later deze gang van zaken maar onderstreept dat ze onder druk van haar ex-partner handelde. Als een Britse chauffeur ook een bekentenis aflegt is de zaak rond. Maar de maanden daarvoor heeft het onderzoek een wonderlijke wending genomen. De politie luistert de telefoon van de verdachten af, en stelt vast dat de moord voor hen nauwelijks een gespreksonderwerp is: ze hebben iets beters te doen. Ze zijn druk met het arrangeren van illegale Chinezentransporten naar Dover. En voor alle betrokkenen, in eerste instantie zijn er acht verdachten, inclusief Lee Ah en de vader van haar kinderen, is het een dagelijkse routine, leren de letterlijke verslagen van de destijds afgeluisterde gesprekken. De Chinese en haar partner blijken beiden al eens te zijn veroordeeld voor mensensmokkel. Lee Ah in 1995 in een Nederlands zaakje, haar toenmalige geliefde een jaar later in Frankrijk in een internationale operatie. Gokverslaafd Lee Ah K. vertelt de reclassering later hoe het smokkelmilieu een magnetische werking op haar heeft gekregen. Ze is ,,een vrouw met een bovengemiddelde intelligentie'', schrijft klinisch psycholoog M.H. de Groot voorjaar 1999 aan de rechtbank. Ze spreekt vrijwel foutloos Nederlands. In 1983, omstreeks haar twintigste, ze verblijft dan drie jaar in Nederland, is ze spoorslags vertrokken van Terschelling. Haar ouders hebben daar een Chinees restaurant. Ze is verliefd geworden op een kelner, genoemde Chun H., Lee Ah's ouders wijzen de relatie af. Het paar vlucht en krijgt drie kinderen in zes jaar. De vrouw ontdekt dat haar partner gokverslaafd is, maar ze zit klem: de brouille met haar ouders belet een weg terug. ,,Verder had ze niemand'', noteren J. de Vries en R. Driessen van de reclassering in hun rapportage. Tijdens de detentie van haar partner Chun H., in 1996, krijgt Lee Ah een relatie met de later vermoorde woekeraar. Deze houdt ze geheim voor haar oud-partner, die na zijn terugkeer uit de Franse cel apart gaat wonen. Intussen heeft de vrouw schulden gemaakt om het gezin te onderhouden, zegt ze: totaal staan leningen van 85.000 gulden uit. De banken ontdekken dat ze de kredieten na verstrekking van valse gegevens heeft verkregen. Alleen wanneer ze terugbetaalt, zijn de banken bereid aangifte achterwege te laten. Zo is er geen andere uitweg dan illegale inkomsten verwerven. Haar ex-partner Chun H. is haar kruiwagen. Als eenmaal duidelijk is dat de politie een stortvloed bewijs tegen hem heeft, wordt hij bij de politie voor Chinese begrippen ongebruikelijk openhartig over de binnenwereld van de smokkelmaffia. Hij vertelt dat hij sinds ,,de laatste tweeënhalf jaar'' vanuit Rotterdam in de smokkel werkt. Er zijn ‘rijke' en ‘arme' gesmokkelden. De armen steken met een vals paspoort en valse visa, die ze verkrijgen van de organiserende ‘slangenkoppen' in China, de grens met Vietnam over, en worden over land naar Europa gebracht. Het ,,duurt soms wel anderhalf jaar'', aldus Chun. Op bestemming in Engeland of Nederland belt de gesmokkelde naar huis, waarna familie of vrienden het geld aan lokale ‘slangenkoppen' uitbetalen: omgerekend 30.000 à 35.000 gulden. De duurdere tocht, die één à twee maanden vergt omdat daarbij wordt gevlogen, kost 70.000 tot 100.000 gulden. Wie eenmaal, via Rotterdam, Engeland heeft bereikt - voor de meesten het beloofde land - moet in het Londense Chinatown algauw tien jaar clandestien werken om de lening terug te betalen. Chun vertelt de politie in 1998 ook dat hij, in een poging zijn gokschulden in één keer te voldoen, probeerde een eigen smokkelconnectie vanuit China op te zetten. Daarvoor heeft hij ,,de hele route'' afgereisd en ,,in verschillende landen gezien dat de mensen als beesten werden behandeld''. Hij acht zich niet in staat zelf de infrastructuur op te zetten en verkiest een bescheidener rol. Hij besluit zijn diensten te verlenen aan een van de invloedrijkste slangenkoppen in Europa, in het Verenigd Koninkrijk bekend onder de bijnaam Sister P., die Rotterdam als standplaats heeft. Voor haar treedt Chun op als ,,bemiddelaar'', zegt hij tegen de politie. ,,Je zorgt als bemiddelaar voor de chauffeurs die het laatste deel van de reis, naar Engeland, verzorgen.'' Slangenkop
Maar najaar 1998 neemt Lee Ah die rol van hem over, mede omdat Chun augustus dat jaar, nu weer voor xtc-smokkel, in de cel is beland. Uit de afgeluisterde telefoongesprekken blijkt dat Lee Ah uitstekend in staat is smokkeltransporten naar Dover te organiseren. Als ze dit jaar, opnieuw als getuige in het fatale Dover-transport, over de oude zaak bij de rechter-commissaris wordt gehoord, zegt ze: ,,De Chinezen werden in de vrachtwagen geladen bij McDonald's in Rotterdam-Zuid. (...) De politie heeft dat allemaal geobserveerd.''
De politie hoort destijds ook over de telefoon van het aanstaande transport - maar grijpt blijkens het dossier niet in. Zo gebeurt het dat 7 november 1998, 's
In het verdere onderzoek blijkt ook dat Lee Ah de maanden voor de onderschepte Dover-rit (die de illegalen ongedeerd overleefden) uitgebreid heeft gewerkt als koerierster van te smokkelen Chinezen. Ze is 1 juli, 13 juli en 20 augustus 1998 op Belgische luchthavens gesignaleerd terwijl ze illegalen ophaalde, en 17 juli op Schiphol, aldus het proces-verbaal van de politie. Vermoed wordt, gaat het verder, dat het steeds ging om illegale immigranten die in handen zijn van de ‘slangenkoppen'. Een Chinese medeverdachte in de zaak, P.J. C., zegt: ,,U vraagt mij of Lea K. in deze organisatie de zogenoemde ‘slangenkop' is. Dat klopt.'' Later beaamt Lee Ah: ,,In dit geval heb ik niet zelf Chinezen vervoerd, ik heb me alleen met het organiseren beziggehouden.''
Voor haar toenmalige aandeel in de mensensmokkel wordt Lee Ah door de rechtbank in Den Haag 18 maart 1999 veroordeeld tot anderhalf jaar celstraf. Ze krijgt vrijspraak voor de moord op de woekeraar, maar wordt wel bestraft voor haar aandeel in de kidnap die eraan voorafging. ,,Met die strafmaat mocht mijn cliënt de handen dichtknijpen'', zegt haar toenmalige advocaat Van de Velde. ,,Daardoor was het destijds niet zinvol nog bij de doorlating van de mensensmokkel stil te staan.'' Lee Ah's ex-partner Chun H. komt er minder goed vanaf. Hij wordt door het hof december 1999 als opdrachtgever van de moord aangemerkt en krijgt, mede voor de mensensmokkel, twaalf jaar onvoorwaardelijk. (Voor de xtc-smokkel komt daar later twee jaar bij.)
De milde straf voor Lee Ah komt mede voort uit het oordeel van klinisch psycholoog De Groot. Hij acht de kans op herhaling van betrokkenheid bij mensensmokkel ,,niet groot'', al valt die ,,zeker niet helemaal uit te sluiten''.
Hij vervolgt: ,,Zeker niet zolang betr. (betrokkene, red.) schulden heeft en/of contacten houdt met haar ex-man of anderen die zich met deze onwettige praktijken bezighouden.''
Aan die laatste ‘voorwaarde' wordt snel voldaan. Nadat Lee Ah oktober 1999 vrijkomt, ze heeft tweederde van haar straf uitgezeten, begint haar relatie met Gürsel Ö., vertelt ze later bij de rechter-commissaris. Hij is voor haar geen nieuw gezicht. Via haar ex-partner Chun heeft ze Gürsel ,,wel eens gezien'' voordat ze eind 1998 in de cel belandde, zegt ze.
Gürsel heeft ook antecedenten als mensensmokkelaar en ten tijde van de hernieuwde ontmoetingen met Lee Ah, vanaf eind 1999, groeit hij uit tot een grote jongen in de Chinezensmokkel. Maar dat weet de politie niet. Vanaf maart 2000 begint de Rotterdamse rivierpolitie Gürsel te schaduwen wegens een oude verdenking van Koerdensmokkel naar Groot-Brittannië. Er worden contacten vastgesteld met vrijwel alle verdachten die dezer dagen voor de Dover-zaak terechtstaan, zoals chauffeur Lammert N., Gürsels secondant Haci (‘Martin') D., zakenman Huub van K., en financieel adviseur annex ‘tomatenman' Willem J.
Ongerijmdheden
De politie signaleert een verhoogde intensiteit in de contacten als het weekeinde van 17 en 18 juni nadert, maar grijpt niet in. Pas nadat de 58 overleden Chinezen in Dover wereldnieuws zijn geworden, ziet de politie dat men ten onrechte onderzoek deed naar Koerdensmokkel: de geschaduwde dadergroep heeft het fatale Chinezentransport voorbereid.
Vrijwel alle geobserveerde contactpersonen van Gürsel Ö. worden de dagen nadien gezocht, gehoord en gearresteerd. Er is één verrassende uitzondering: Lee Ah K.
Toch heeft de politie tussen april en mei 2000 intensieve contacten van de verdachte smokkelleider met Lee Ah vastgesteld, ten dele op foto. Onder meer bezoeken ze cafés ,,waarvan bekend is dat deze (...) eerder zijn gebruikt (...) door personen die zich bezighielden met mensensmokkel'', meldt de politie achteraf. En van alle contacten van Gürsel beschikt Lee Ah over de zwaarste antecedenten in Chinezensmokkel, die bovendien identiek zijn aan het Dover-drama.
Achteraf zegt de politie dat men toch heeft gezocht naar belastende feiten over Lee Ah's rol in de Dover-zaak, maar deze niet heeft kunnen vinden. Het is een lezing vol ongerijmdheden. Zo blijkt Lee Ah enkele maanden na het Dover-drama zonder probleem in staat de schuilplaats van de voortvluchtige Gürsel te bezoeken: ze wordt niet afgeluisterd of geschaduwd. En als de politie 27 november vorig jaar een Rotterdamse woning terugvindt waar circa de helft van de overleden Chinezen verbleven voordat ze in een container werden verstopt, wordt daar een enveloppe gevonden die is geadresseerd aan ‘de familie K.': de achternaam is identiek aan die van Lee Ah K.
Pas vanaf die dag, leert het dossier, worden bijzondere opsporingsmiddelen op haar losgelaten: een telefoontap en observatie. Later, op 8 december, wordt ze als getuige gehoord over haar relatie met Gürsel Ö. Dan zegt de politie tegen haar, vertelt ze later bij de rechter-commissaris, ,,dat ze mij als verdachte zouden kunnen aanhouden''.
Maar het gebeurt niet - en daarna weet de vrouw ieders belangstelling op zich gericht: van de Tweede Kamer, de minister, haar ex-partner Chun en haar nieuwe vriend Gürsel. Chun, de vader van haar kinderen, belt op 10 december vorig jaar met een van hun zoontjes. ,,Ik ben niet slecht'', zegt hij, ,,dat komt allemaal door jouw moeder dat ik hier zit. Later zul je alles wel weten.''
Minister Korthals zegt drie dagen later in de Tweede Kamer, blijkbaar onzeker over de gang van zaken rond Lee Ah: ,,Misschien kan achteraf vastgesteld worden dat bij het onderzoek gegevens handiger of slimmer hadden moeten worden gecombineerd.''
En intussen blijft haar verhouding met Gürsel Ö. intact. 1 januari 2001 krijgt Lee Ah een sms-berichtje van de smokkelleider, die dan nog steeds op de vlucht is: Ik zal altijd aan je denken maar het zal niet meer worden zoals geweest is ik hoop 2001 een betere jaar voor je wordt groetjes.
Lee Ah K. was niet bereikbaar voor commentaar.
|
NRC Webpagina's 21 APRIL 2001
|
Bovenkant pagina |
|