|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
AANTONEN VAN MOND- EN KLAUWZEER WAS EEN MOEIZAME AFFAIRE
'Stuur maar een hele geit'
Het begon met een paar oude geiten in Oene die vorige week donderdag tekenen van mond- en klauwzeer gingen vertonen. Maar pas dinsdagmiddag was echt duidelijk dat er MKZ in Nederland heerst, dankzij een nieuwe test. In de tussenliggende dagen trokken de virologen op het diergeneeskundig instituut ID-Lelystad de ene na de andere test uit de kast. De officiële testen toonden geen MKZ aan. Ondertussen bleven in de stal waar 545 geiten en 75 mestkalveren huisden, slechts een paar dieren ziek. Het uiterst besmettelijke virus bleek niet, zoals wel gebruikelijk bij mond- en klauwzeer, als een vloedgolf door de stal te stromen. Alleen oudere dieren hadden blaren in hun mond. Jonge bokjes hadden nergens last van. "Dat was raar, want normaal zijn jonge dieren vatbaarder", aldus dr.A. Bianchi, hoofd van de divisie wettelijke taken diergezondheid van ID- Lelystad en deze dagen verantwoordelijk voor alle MKZ-tests in Nederland. ID-Lelystad is het dierkundig onderzoeksinstituut van het ministerie van Landbouw. "Een paar dieren hadden een heel duidelijke 'kliniek': de dieren zagen er uit alsof ze MKZ hadden", zegt viroloog Bianchi, "maar de verspreiding in de stal wees op een ander virus en de testuitslagen bleven onduidelijk." Op donderdag 15 maart kreeg het instituut in Lelystad de eerste te testen monsters van de zieke geiten en mestkalveren uit Oene. Bianchi: "Zulke monsters zijn postzegelgrote stukjes van de beblaarde huid die uit de mond van de zieke dieren zijn gesneden. Normaal gesproken zit het heldere vocht in die blaren vol virusdeeltjes." Om een MKZ-uitbraak te bewijzen moet het virus worden aangetoond, of de afweerstoffen (antilichamen) die besmette dieren tegen de virusinfectie maken. Het virus is al kort na de infectie aantoonbaar. Dieren kunnen het virus dan ook direct al verspreiden en daardoor andere dieren besmetten voordat ze zelf zichtbaar ziek zijn. Bianchi: "Na een dag of vijf begint de afweer op te lopen en worden de afweerstoffen aantoonbaar." Het Office International des Epizooties in Parijs bepaalt welke tests betrouwbaar genoeg zijn om onheil over een land af te kondigen. De snel uitvoerbare antigeen- ELISA-test die binnen een paar uur uitsluitsel geeft en een vaak dagen durende virusisolatie zijn aangewezen om het virus aan te tonen. De aanwezigheid van afweerstoffen in het bloed van een dier wordt met een virusneutralisatietest bewezen. "Stuur maar een hele geit, zei de patholoog vrijdag toen bleek dat de eerste ingestuurde monsters onbruikbaar waren." Zo vat Bianchi de teleurstellende gang van zaken op donderdag samen. De snelle ELISA gaf geen virus aan. Alleen de controleputjes in de platen met 96 kleine reactievaatjes kleurden aan. In de putjes waar het monster zat was de vereiste kleuromslag niet duidelijk genoeg. En de virusisolatie mislukte doordat de celkweek waar het virus in moest groeien meteen afstierf nadat de monsters waren opgebracht. De monsters waren toxisch voor de cellen. Vrijdag arriveerde de gedode geit. Bianchi: "Voor de patholoog was die geit een schoolvoorbeeld van een dier met MKZ, maar de epidemiologie van de ziekte op de boerderij in Oene sprak MKZ nog steeds tegen. En de ELISA-test was opnieuw negatief. Samenvattend koesterden we op vrijdag nog steeds een zware verdenking dat het MKZ was, maar zeker wisten we niets. Het wachten was op de virusisolatie." Op zaterdag was duidelijk dat er virus groeide in de cellen in de kweekbakjes van de virusisolatietest. Bianchi: "Dat zie je doordat er gaatjes vallen in de monolayer van cellen op de bodem van het kweekschaaltje. Er gingen cellen kapot. Maar weer: het groeipatroon leek volgens de deskundigen niet op mond- en klauwzeer. We hebben ook nog met de elektronenmicroscoop gekeken, maar ontdekten geen MKZ-virus. En je moet in deze gevallen toch wel heel zeker weten dat het geen ander virus is. Er zijn zeker twee andere minder schadelijke virussen die bij geiten ook blaasjes in de mond kunnen veroorzaken. We hielden het op een zware verdenking." Minister Brinkhorst schreef daarover dinsdag aan de Tweede Kamer: "Hoewel MKZ niet waarschijnlijk was heb ik op (zaterdag) 17 maart het besluit genomen het betreffende bedrijf te ruimen." Zondag sloeg de stemming om. Toen kwam een ID-Lelystad-virologe terug van een werkbezoek naar het Britse MKZ-expertisecentrum. Bianchi: "Zij zei dat het virus in Britse schapen ook zo'n langzame verspreiding heeft. Zij had ook gehoord op welke celsoorten dit virus in de viruskweek beter groeit. Wij gebruiken vanouds een cellijn van varkensniercellen. Maar er zijn ook andere celsystemen om het MKZ- virus in te kweken. Die hebben we hier in de vriezer liggen." Nieuwe viruskweken werden ingezet. De verspreiding van de ziekte in de stal in Oene werd met andere, meer Britse ogen bekeken. Maar meer dan een zware verdenking had Lelystad nog altijd niet te melden. Bianchi: "We hebben doorgezet met alles wat we hadden." Minister Brinkhorst versoepelde maandag het veevervoerverbod, uitgezonderd het gebied rond Oene. De patholoog meldde nog diezelfde dag dat hij het virus gevonden had. Virusspecifieke kleurreacties toonden het aan op de microscopische coupes die hij van beblaarde huid van de zieke dieren had gemaakt. En er werden PCR-tests gedaan. In een PCR- test op een virus wordt een stukje van het genetisch materiaal, als het in een monster aanwezig is, honderdduizenden keren gekopieerd, zodat het detecteerbaar wordt. Het MKZ-virus draagt zijn erfelijke eigenschappen op één molecuul RNA. Bianchi: "Zowel het blaarvocht als het materiaal uit de coupes en de virusisolatietest waren in de PCR knalpositief." Nadeel van deze nieuwe PCR-test en van de kleurreactie op de coupes is dat ze nog niet als een diagnostische test door het Office International des Epizooties zijn geaccepteerd. Positieve uitslagen moeten later bevestigd worden met goedgekeurde tests. Bianchi: "Het grote gevaar van PCR is verontreiniging met RNA van onze eigen Lelystad- MKZ-virusstammen. In het lab gebruik je voortdurend virus als controle voor de kwaliteit van je tests." Van het stukje virus- RNA dat in de PCR-test was vermenigvuldigd moest daarom de genetische code worden ontrafeld. Bianchi: "Dinsdagmiddag wisten we dat het stukje in de PCR-test vermenigvuldigde virus- RNA maar voor 87 procent gelijk is aan onze laboratorium- MKZ-stam, maar er was een overeenkomst van 98 procent met de Japanse stam waarvan bekend is dat hij nu in Groot-Brittannië de uitbraak veroorzaakt." Die virusstam O/JPN/2000 (een virustype O dat vorig jaar in Japan is geïsoleerd) heeft in Groot-Brittannië inmiddels vele licht afwijkende nakomelingen met namen als O/UK/2001/Essex en O/UK/2001/Devon. Ook Oene kan nu een plaats krijgen in de groeiende stamboom van MKZ-virusvarianten. "Dinsdagmiddag stonden we op het punt om MKZ te melden. Toen kwam de melding uit Olst en was het meteen duidelijk. Daar hoefde de dierenarts alleen maar te kijken om te weten dat het raak was." Dinsdagnacht om half een arriveerden bloed- en blaarmonsters van de koeien uit Olst in Lelystad. Om half vier was met de ELISA-tests virus aangetoond in de blaarmonsters. Bianchi: "Toen was er officieel MKZ in Nederland." Van de geiten en kalveren in Oene werd pas donderdag, een week nadat de eerste ziekteverschijnselen werden gemeld, de diagnose MKZ officieel.
MKZ-websites:
|
NRC Webpagina's 24 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|