|
|
|
NIEUWSSELECTIE Europese Unie
|
Opmerkelijke verschillen in inkomens en
premies
Europarlement treuzelt met illegale assistent
BRUSSEL, 21 MAART. De Europese instelling met de meeste illegale werknemers is het Europees Parlement. Medewerkers van Europarlementariërs die in België wonen betalen dikwijls - in strijd met de wet - belastingen en sociale premies in hun land van herkomst. Europarlementariërs hebben daar voordeel bij, omdat ze hierdoor ontsnappen aan het Belgische fiscale en sociale regime, dat hogere aanslagen oplegt dan in de meeste andere EU-landen. Het is een misstand waarover de Vereniging van Assistenten bij het Europees Parlement al jaren klaagt. Maar zo hard als het parlement roept om hervorming van bij voorbeeld de Europese Commissie, zo traag is datzelfde parlement bij het aanpakken van interne misstanden. De Brit Guillaume McLaughlin, zelf medewerker van een Europarlementariër, vertelt dat niemand weet hoeveel collega's hij heeft. In de interne telefoongids van het parlement staan de assistenten niet. Volgens Europarlementariër Kathelijn Buitenweg (GroenLinks) willen collega's die eigen familieleden als assistenten in dienst hebben dit niet door middel van zo'n gids aan de grote klok hangen. Sinds kort krijgen Europarlementariërs alleen nog vergoedingen voor assistenten als zij arbeidscontracten kunnen overleggen. Bovendien moet komende zomer een register gereed komen met de namen van alle naar schatting 1.500 medewerkers die Europarlementariërs in dienst hebben. Maar dat is niet genoeg om een eind te maken aan de verschillen in beloning en in sociale zekerheid tussen de medewerkers van de 626 Europarlementariërs. Kathelijn Buitenweg, zelf voormalig assistent, vermoedt dat er zelfs assistenten zijn die in geen enkel land onder de sociale zekerheid vallen. McLaughlin zet zich met de Vereniging van Assistenten in voor een arbeidsovereenkomst die regelt dat in het Europees Parlement voor hetzelfde werk hetzelfde salaris wordt betaald, dat iedere parlementaire medewerker naar de dokter kan als dat nodig is, en dat niemand meer in strijd met de wet aan de belastingen een fictieve woonplaats moet opgeven omdat hij in werkelijkheid elders woont. Een groep jonge Europarlementariërs, onder wie behalve Buitenweg ook Michiel van Hulten (PvdA) en Lousewies van der Laan (D66), vindt dat de kwestie dringend moet worden opgelost. De meesten zijn gefrustreerd over de traagheid waarmee binnen het Europees Parlement veranderingen tot stand komen. Maar Buitenweg deelt die klacht nadrukkelijk niet. Zij beschrijft het Europees Parlement als een grote tanker. "Als ik die nu maar een paar centimeter van koers kan laten veranderen, dan heeft het op termijn veel effect", zegt ze. Europarlementariërs uit verschillende landen hebben uiteenlopende inkomens. Lage inkomens zijn traditioneel gecompenseerd met hoge onkostendeclaraties waarvoor dikwijls geen bewijsstukken overlegd hoefden te worden. Al jaren overleggen het Europees Parlement en de lidstaten van de Europese Unie over een statuut dat een gelijk inkomen voor alle Europarlementariërs regelt. Als dat statuut er eenmaal is, kan er ook gemakkelijker een nieuwe regeling voor onkosten komen. Twee jaar geleden besloot het parlement dat alleen nog werkelijk gemaakte onkosten zouden worden vergoed. Maar sindsdien heeft de interne parlementaire organisatie uitvoering van dit besluit getraineerd. "Ik wil deze zaak in de begrotingscommissie aankaarten", zegt Buitenweg. Nederlandse Europarlementariërs storten op dit moment reisvergoedingen die boven hun werkelijk gemaakte kosten uitgaan vrijwillig terug. "Ik zorg voor veel irritatie in de begrotingscommissie omdat ik een begrotingslijn wil waarop het geld teruggestort kan worden. Als je geld gewoon terugstuurt naar de bankrekening waar het vandaan kwam, dan is het onzichtbaar", vertelt Buitenweg. Veel Europarlementariërs grijpen elke kans aan om aantasting van hun financiële positie zolang uit te stellen. Na lange discussies werden de Europarlementariërs het vorig jaar eens over een maandsalaris van ongeveer 7.500 euro en een Europese belastingheffing van gemiddeld 25 procent. De Scandinavische landen en Groot- Brittannië verzetten zich daartegen. Zij willen hun Europarlementariërs aan de nationale belastingdruk onderwerpen. Buitenweg denkt dat er bij de salarisregeling die uiteindelijk uit de bus komt toch verschillen zullen blijven tussen Europarlementariërs uit uiteenlopende landen. "De boodschap, dat het niet eenvoudig is om iets in één keer te veranderen, blijft vervelend. Maar we zijn er wel mee bezig", zegt Buitenweg. Ze geeft toe dat dit wat haaks staat op de eis van het Parlement dat de Europese Commissie snel hervormingen doorvoert. De voor personeelsbeleid verantwoordelijke Eurocommissaris Neil Kinnock loopt zelfs voorop. "De Commissie heeft nu de leiding bij hervormingen", erkent Buitenweg. Daarna verdedigt zij het Parlement: "Maar hier wordt niet gezegd: zolang jij hervormt kunnen wij hier vredig blijven liggen. We kunnen geen personeelsbeleid gaan voeren dat volstrekt afwijkt van dat van de Commissie. Het parlement moet kijken naar wat de Commissie doet."
|
NRC Webpagina's 21 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|