'Brouwers pleegde plagiaat'
Door KESTER FRERIKS
LEIDEN, 15 MAART. De eerste
roman van de Nederlandse schrijver Jeroen Brouwers, Joris Ockeloen en
het wachten, was het resultaat van plagiaat. Dat blijkt uit
documenten uit de privé-collectie van de Vlaamse uitgever
Angèle Manteau (90).
Uit de documenten blijkt dat inhoud, structuur en de plaats van
handeling van het in 1967 verschenen boek van Brouwers dezelfde zijn als
die van een ongepubliceerd manuscript van de Vlaamse schrijver Dirk de
Witte. De Witte had zijn manuscript gestuurd aan Manteau, waar het werd
geweigerd. Brouwers, destijds redacteur bij Manteau, stuurde hem het
manuscript ter verbetering terug. Het herschreven manuscript werd
opnieuw geweigerd, omdat intussen Joris Ockeloen en het wachten
was gepubliceerd en dat leek te veel op het manuscript van De Witte.
Waar het manuscript van De Witte is, is onbekend.
Julien Weverbergh, in de jaren zeventig Brouwers' redacteur bij
uitgeverij Manteau, schreef destijds al aan Angèle Manteau dat
Brouwers plagiaat had gepleegd. Ook deze brief is onderdeel van de
privé-collectie, vandaag openbaar gemaakt in de catalogus van
antiquariaat Aioloz in Leiden, dat de collectie van Manteau veilt.
Jeroen Brouwers ontkent het plagiaat en zal de betreffende documenten
niet kopen. "Het is verleden tijd", zei hij vanmorgen
desgevraagd.