|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Kosovo
|
Rehabilitatie
De complicatie was voorzien. Het was van meet af aan duidelijk dat het vertrek van Milosevic gevolgen zou hebben voor de driehoeksverhouding tussen de internationale gemeenschap, de Serviërs en de Kosovaren van Albanese afkomst. De laatsten waren aanvankelijk de dankbare helden van de strijd tegen de geweldenaren in Belgrado. Maar allengs spoorden de drijfveren van de Kosovaren steeds minder met het doel dat de internationale gemeenschap zich in Kosovo had gesteld: verzoening tussen de verschillende groepen van de bevolking en inrichting van een rechtstaat op democratische grondslagen, waarvan de volkenrechtelijke status nog even werd opengehouden. Toen Servische Kosovaren en andere minderheden het kind van de rekening dreigden te worden van een Albanese afrekening, kwamen de voormalige partners na het einde van de luchtoorlog al snel tegenover elkaar te staan.
DE NAVO NEEMT de Albanese expansiedrang in Servië en vooral in Macedonië voldoende ernstig om een drastische maatregel door te voeren. Macedonië is van oudsher de gevoeligste plek in de toch al tumultueuze Balkan. Onrust daar raakt meer dan de oorlogen in Bosnië en Kosovo het machtsevenwicht tussen de verschillende Balkanstaten. (Het was dan ook daar dat Washington in een vroeg stadium een uitzondering maakte voor zijn aanvankelijke afstandelijkheid.) Maar of een overdracht van de veiligheidszone aan het Joegoslavische leger de gevaren kan keren, is hoogst onzeker. Eerder mag worden aangenomen dat de kloof tussen de internationale gemeenschap en de Kosovaren van Albanese afkomst zich zal verwijden, met alle risico's van dien voor de in Kosovo gestationeerde vredesmacht. Als vanzelfsprekend hebben de Amerikanen de eerste verantwoordelijkheid voor het tegengaan van de Albanese rebellie op zich genomen. De problemen doen zich voor in de Amerikaanse sector en het zijn dan ook Amerikaanse eenheden die het vuurgevecht met infiltranten zijn aangegaan. De nieuwe Amerikaanse regering reageert op incidentele uitdagingen nog voor zij een coherente doctrine voor haar internationale politiek heeft ontwikkeld. Zij leert, evenals haar voorgangers, dat incidenten vaak bepalender zijn voor het beleid dan blauwdrukken van de strategische tekentafel. Haar eerste militaire optreden voltrok zich in Irak, haar tweede raakt de verhoudingen in Kosovo. Maar of er in Washington frisse nieuwe ideeën bestaan om deze crises doeltreffend aan te pakken, kan uit de jongste gebeurtenissen nog niet worden afgeleid. |
NRC Webpagina's 9 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|