Door onze correspondent
WASHINGTON, 9 MAART. De Amerikaanse regering denkt niet fundamenteel anders over de noodzaak iets te doen tegen ‘zorgelijke staten' dan Den Haag. Het eens omstreden idee van een rakettenschild blijkt in Washington ,,nog helemaal niet in het stadium van hardware te verkeren''. Met die indrukken kwam minister Van Aartsen gisteren in Washington uit een kennismakingsgesprek met Condoleezza Rice, de nationale veiligheidsadviseur van president Bush.

Volgens de minister gaat het bij Missile Defence (waar het woord National niet meer aan voorafgaat) om iets dat de Amerikanen willen ontwikkelen met vrienden en bondgenoten. Zij hebben zich tot volgende zomer gegeven om te overleggen. De Amerikaanse veiligheidsadviseur had hem verzekerd dat het er bij Missile Defence niet om gaat ,,een tent over de Verenigde Staten te plaatsen''.

Van Aartsen: ,,Er wordt gezocht naar een antwoord op de dreigingen die er zijn. Dat is de zelfde boodschap die minister Powell vorige week in Brussel bracht.'' Volgens de Nederlandse minister is het zoeken naar een rakettenschild een zaak ,,waar we open voor moeten staan''. Hij constateerde dat er een probleem is, dat door de Russische president Poetin op de zelfde manier wordt geanalyseerd. ,,Die analyse wordt al vrij breed gedeeld, ook door de Nederlandse regering. De noodzaak [om maatregelen ter bescherming tegen de ‘states of concern' te treffen] wordt ingezien door de Amerikanen, de Russen en de EU.''

Vandaag zou minister Van Aartsen zijn collega Powell ontmoeten. Gisteren sprak hij ook met senator McCain en de voorzitter van de commissie buitenland van het Huis van Afgevaardigden, Henri Hyde. De bewindsman had bij nationale veiligheidsadviseur Rice geen sporen ontdekt van een ‘hardliner'. Hij noemde haar streven naar een intellectuele onderbouwing van het Amerikaanse buitenlands beleid ,,aangenaam academisch''.