U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  S P O R T
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Formule 1

Vader van Finse debutant gaf voorkeur aan investering in racecarrière boven toilet in huis

Kimi Rikkönen, een van God gegeven talent


Kimi Rikkönen (21), twee jaar geleden nog kartend in een team uit Vlaardingen, heeft het in zich na Keke Rosberg en Mika Hakkinen de derde Finse kampioen in de Formule I te worden. 'He's a God given talent.'

Door Ward op den Brouw

Eindelijk geen domme vragen meer van journalisten. 'Wat is je relatie met de dood?' en 'Heeft je leven nog zin als je niet meer kunt racen?' Aan het eind van een lange middag in het Zwitserse Hinwil, bij Zürich, willen de donkere meisjes van teamsponsor Red Bull op de foto met de bleke Formule I-coureur. De pitspoezen hoeven geen gasten meer te bedienen en hebben hun camera's tevoorschijn gehaald. Na de presentatie van het Sauber-team, met fotosessies en interviews, laat Kimi Rikkönen zich de aandacht van het vrouwelijk schoon welgevallen. Een glimlach kost hem zichtbaar moeite. Rikkönen wil maar één ding: racen. Zondag rijdt hij in Melbourne z'n eerste Grand Prix in de Formule I.

De afgelopen maanden is het 21-jarige talent geprezen en bekritiseerd. In januari al mocht Rikkönen een van de mooiste complimenten incasseren. Wereldkampioen Michael Schumacher zag hem in actie tijdens een testsessie op het circuit van Mugello, in Italië, waar ook Ferrari kind aan huis is. "Ik heb eens goed naar hem gekeken en ik heb z'n rondetijden geëvalueerd", sprak de Duitse vedette na afloop. Zijn oordeel: "Ik zag dat hij een kampioen kan worden."

Zulke lovende woorden klonken een jaar geleden aan het adres van Jenson Button, de Engelsman die toen als 20-jarige z'n intrede deed in de Formule I. Zijn debuutjaar, bij het team van Williams, was glansrijk, ondanks bedenkingen die een racelegende als Jackie Stewart koesterde tegen de vuurdoop van de onervaren coureur. Karten en slechts één jaar achter het stuur van een racewagen (Formule 3) vond Stewart te weinig als basis voor de Formule I.

Rikkönen heeft slechts 23 races gereden, waarvan hij er tien won, en dat in een klasse die nog verder van de Formule I verwijderd is, het Britse Formule Renault-kampioenschap. Daarom hoort hij volgens Max Mosley, voorzitter van de internationale autosportfederatie (FIA), niet thuis in de Formule I. Ook enkele collega's van Rikkönen, zoals Ralf Schumacher (Williams-BMW) en Rubens Barichello (Ferrari), vinden dat de Fin met te weinig ervaring in het diepe wordt gegooid. Voor Red Bull was de keus voor Rikkönen reden om zich eind dit jaar terug te trekken als sponsor van het Sauber-team. De energiedrankenfabrikant wilde op zijn plaats de één jaar oudere Braziliaan Enrique Bernoldi, nu bij Arrows collega van Jos Verstappen.

FIA-baas Mosley wees er op dat alleen een F3-kampioenschap of succes in de Formule 3000 recht geeft op toelating tot de Formule I. Op basis van een uitzonderingsregel kreeg Rikkönen z'n superlicentie. Bij de FIA stemde één man tegen: Mosley. Hij vindt de Fin "een hele goede coureur", maar met de criteria voor toelating tot de Formule I is volgens hem de hand gelicht. "Iedereen heeft z'n eigen mening", reageerde Rikkönen onverstoord. "Daar heb ik geen moeite mee."

Of teambaas Peter Sauber met rookie Rikkönen geen grote gok nam, luidde een vraag bij de teampresentatie. "Je weet nooit hoe een coureur zich ontwikkelt", zei Sauber, "maar als hij in de toekomst zo cool blijft als hij tot nu toe is geweest, hebben we zeker geen onaanvaardbaar risico genomen."

Rikkönen is doorgaans stil en verlegen. Waar hij uiterlijk gelijkenis vertoont met Button, is hij in innerlijk opzicht een kopie van de timide Mika Hakkinen. Zijn race-engineer Jacky Eeckelaert heeft de Finse nieuwkomer pas één keer uitbundig gezien. Dat was tijdens de testdagen van begin december op het circuit van Jerez, in Zuid-Spanje, waar de FIA de jonge Fin zijn Formule I-examen afnam. "We zaten midden in een debriefing toen een collega ons kwam vertellen dat de FIA had besloten om hem een licentie te geven. Toen viel hij even uit zijn rol", zegt de Belg, die bij Sauber zowel de technische rechterhand als de vertrouwenspersoon van Rikkönen is. In Jerez gaf Rikkönen blijk van z'n onverstoorbaarheid, zegt zijn manager, de Brit Steve Robertson. "Die test was van wezenlijk belang, met de FIA erbij. Er waren berichten dat hij geen licentie zou krijgen. Iedereen keek naar hem. Hij lachte, maakte grappen. Ik zeg: weet je wel waar je aan begint? Vervolgens rijdt-ie foutloos over het circuit. He's a God given talent."

Eeckelaert, 46 jaar en afkomstig uit Antwerpen, prijst Rikkönens "snelheid waarmee hij alles assimileert". Als een spons zuigt de Fin alles in zich op. "Hij heeft de capaciteit om zaken die van belang zijn snel te leren. Daarom is hij ook zo snel op dit niveau gekomen. Waar dat gaat eindigen kan niemand zeggen." Rikkönen is gezegend met "extreem potentieel", meent Eeckelaert. "En wij moeten dat eruit proberen te halen." Met Rikkönen is het prettig samenwerken, vindt de Belg, die zelf een blauwe maandag actief was als testrijder in de Formule I. Er is al sprake van een hechte band, meent Eeckelaert. "Misschien omdat ik zelf ook geraced en gekart heb. Ik begrijp de pilotentaal goed en dat helpt om sneller tot oplossingen te komen."

Rikkönen was hem al opgevallen in het karten, de discipline die hij zelf ook beoefende. "Het niveau van karting is nu zeer hoog. Na de Formule I moeilijker dan welke klasse ook", meent de Belg.

"Wonderbaarlijk snel" en "verschrikkelijk goed" was Rikkönen als karter, getuigt Peter de Bruin, eigenaar van een kartteam in Vlaardingen, PDB Racing. De voormalige woning van De Bruin in de Oosterstraat was twee jaar lang de uitvalsbasis van Rikkönen. Hij woonde er in 1998 bijna het gehele seizoen, van half februari tot medio oktober, met een Finse monteur, Kalle Jokinen. Stappen in Rotterdam? "Dat trok hem niet echt, zegt De Bruin. "Hij was altijd met z'n kart bezig. Kimi is een hele serieuze jongen." Over z'n rijstijl: "Zijn kart- en wagenbeheersing is uitzonderlijk, hij kan fantastisch sturen. Hij heeft een stel ballen! Als Kimi in de race een probleem had met zijn kart, loste hij dat vaak tijdens het rijden op."

Peter Collins, die leiding gaf aan het Formule I-team van Lotus, had Rikkönen als karter van PDB Racing aan het werk gezien en tipte de Britse managers James en Steve Robertson, die op zoek waren naar talent uit de kartwereld. Collins stond ook aan de wieg van de Formule I- carrières van Hakkinen en Mika Salo, respectievelijk in '91 en '94. Nooit had hij een coureur meegemaakt die over zo'n wagenbeheersing beschikte als Rikkönen. Eén keer zag Collins hem op droogweerbanden in de regen karten. Voor regenbanden had hij geen geld. Tot ieders verbazing was hij elke ronde drie seconden sneller dan de concurrentie. In Espoo bij Helsinki had de familie Rikkönen het niet zo breed, weet de Finse autosportjournalist Heikki Kulta, verbonden aan het dagblad Turun Sanomat. "Toen Kimi een jaar of tien was en net als z'n oudere broer Rami een nieuwe kart nodig had, moesten hun ouders kiezen tussen twee karts of het bouwen van een toilet in de woning. De wc stond daar nog buiten. Van hun vader kregen de jongens nieuwe karts. Die wc zou later wel een keertje komen." Rami Rikkönen is inmiddels een verdienstelijk rallycoureur, die andere discipline waarin de Finnen aan de lopende band wereldkampioenen leveren. Droom van de familie: twee wereldkampioenen uit één gezin, in de rally en de Formule I.

Aan het eind van 1998 kreeg Rikkönen op basis van zijn kartkwaliteiten in Engeland een test aangeboden in een Formule Ford. Wat Rikkönen die dag in november op het circuit van Donington liet zien, in de Formule Ford-wagen van Button, leverde hem een speciale vermelding op in het Britse vakblad Autosport. Het daaropvolgende seizoen, in 1999, kreeg hij een stoeltje in de Britse Formule Renault. Na een paar races in een team dat hem slecht beviel, reed Rikkönen in de zomer van '99 nog even terug voor het kartteam van De Bruin, om in België nog het Finse kampioenschap op zijn naam te schrijven. "Toen zat onze samenwerking er op", zegt De Bruin.

Met succes keerde Rikkonen in 2000 terug in de Britse Formule Renault. Dat jaar won hij de titel. Toen Salo aan het eind van de zomer aan zijn Zwitserse teambaas Sauber liet weten dat hij in het nieuwe jaar voor Toyota zou gaan testen, adviseerde hij meteen zijn landgenoot Rikkönen naar de Zwitserse renstal te halen. "Een veelbelovende jongen. Probeer hem eens", sprak Salo.

Dat deed Sauber, ook op advies van manager Robertson, die met Button al beschikte over een onbetaalbare referentie. "Sauber luisterde naar ons door het succes van Jenson", zegt Robertson. Deze 35-jarige Engelsman werd in 1990 derde in het Britse F3-kampioenschap, achter kampioen Hakkinen en nummer twee Salo. "Ik herken de talenten. Misschien omdat ik vroeger achter jongens als Schumacher en Hakkinen heb gereden." Met Sauber maakte Robertson de afspraak dat hij namens Rikkönen tot de test niet meer met andere teams zou praten, op zijn beurt beloofde Sauber dat hij tot die tijd geen andere kandidaat-coureurs zou benaderen. Twee andere teams hadden ook belangstelling voor Rikkönen, beweert Robertson.

Op 13 september debuteerde de Fin in een Formule I-wagen, bij een test in Mugello. Robertson: "Al na tien ronden kon je aan de data aflezen dat hij voor bochten al net zo laat afremde als de besten. Fenomenaal." Sauber was overtuigd: "Hij moet z'n draai nog vinden in de Formule I, maar onze verwachtingen voor de lange termijn zijn erg hoog."

Wanneer Rikkönen met de Red Bull-meisjes op de foto gaat, kijkt manager Robertson vergenoegd toe. Met Button en de Fin heeft hij goud in handen, potentiële wereldkampioenen. Button is uitgeleend aan Benetton-Renault en zal vroeg of laat bij Williams-BMW terugkeren. De inkt van Rikkönens driejarige contract bij Sauber was amper droog of het gerucht ging dat Ferrari in hem een mogelijke opvolger voor Schumacher ziet. De scuderia zou al interesse hebben getoond. En had de wereldkampioen zich ook al niet lovend uitgelaten over de Fin? Beide teams werken nauw met elkaar samen; achterin de Sauber C20 ligt de winnende Ferrari-motor van vorig jaar nu tien kilo lichter - en de teambazen Jean Todt en Sauber zijn goed bevriend.

Vooralsnog lijkt Kimi Rikkönen de juiste man op de juiste plaats.


Zie ook:
Schumacher ongedeerd na zware crash
NRC Webpagina's
3 MAART 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad