Door een onzer redacteuren
BRUSSEL, 28 FEBR. De NAVO- ministers van Buitenlandse Zaken zijn het er gisteren over eens geworden om een "gefaseerde en aan voorwaarden gebonden" verkleining van de vijf kilometer brede bufferzone in Zuid-Servië te overwegen. Deze zone scheidt Servische troepen en NAVO-troepen. De beslissing geldt als een steun in de rug voor de Joegoslavische regering, die heeft voorgesteld om de zone, die Kosovo van Servië scheidt, op te heffen.

In de zone roeren zich etnisch-Albanese extremisten, met tegenover hen alleen licht bewapende Servische politiemensen. De NAVO is "diep bezorgd over het gebruik van de ground safety zone als een veilige haven voor extremistische activiteiten", zei NAVO-secretaris-generaal Robertson gisteren. Hoever de verkleining van de bufferzone zal gaan, is nog niet duidelijk. De NAVO onderzoekt dit nu en tevens wat de gevolgen hiervan zijn voor de veiligheidssituatie in het hele gebied. Robertson heeft de Nederlandse diplomaat Pieter Feith, directeur crisismanagement en leider van de Balkan-task force bij de NAVO, aangesteld als speciaal gezant voor het gebied. Feith is vandaag naar de regio afgereisd. De NAVO maakt zich zorgen over een mogelijke verspreiding van het geweld naar Macedonië, waar veel etnische Albanezen wonen. "Dit is niet het moment om een nieuw conflict te beginnen in Europa", waarschuwde gisteren ook de Amerikaanse minister Powell.

De NAVO staat voor een moeilijke keuze: de NAVO wil geen eigen troepen naar de zone sturen, zij wil evenmin gemengde controles met Servische troepen uitvoeren en zij wil ook niet de Servische troepen zelf het probleem van de etnisch-Albanese extremisten laten oplossen.