|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Commentaar: De landbouwcrisis
Oplossingen om de boeren én de consumenten tevreden te stellen zijn niet te vinden. Het grootste obstakel vormt het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, veertig jaar lang belangrijk onderdeel van de Frans- Duitse samenwerking in Europa. Dit beleid met zijn interventies en garantieprijzen is buitengewoon kostbaar (90 miljard gulden per jaar) en marktverstorend. Het heeft de agro-industriële landbouw bevorderd en geleid tot overproductie. Bovendien heeft het enorme macht gegeven aan de nationale en Europese belangenorganisaties in de landbouw. Onder druk van de onderhandelingen over liberalisatie van de wereldhandel in agrarische producten, heeft de EU in de jaren negentig aarzelend stappen gezet om het landbouwbeleid te herzien. Volgend jaar zullen die hervormingen worden geëvalueerd, maar de rundvleescrisis heeft de zaak nu al op scherp gesteld. Behalve de noodzaak om zo snel mogelijk de epidemieën te bestrijden en het vertrouwen van de consument terug te winnen, spelen daarbij twee aspecten een rol: ten eerste de manier waarop productie en prijzen met elkaar in evenwicht worden gebracht en ten tweede de wijze van productie zelf.
IN NEDERLAND heeft minister Brinkhorst (D66) vorig jaar - naar aanleiding van de crisis in de varkensveehouderij - een begin gemaakt met 'vergroening' van de landbouw. Begin dit jaar heeft hij een krachtige medestander gekregen met de benoeming van de Groene politica Renate Künast tot Duitse minister van Landbouw en Consumentenbelangen. Künast pleit voor kleinschalige, milieu- en diervriendelijke landbouw en zet zich af tegen de grootschalige agro- industriële productiemethoden. Duitsland, Nederland en Denemarken willen de rundveecrisis aangrijpen om de veeteeltsector versneld te saneren. Ze vinden de zuidelijke lidstaten tegenover zich, onder aanvoering van agrogigant Frankrijk, die deze week met succes in Brussel hebben afgedwongen dat de lidstaten ter ondersteuning van de prijzen rundvlees zullen opkopen en opslaan. Dit is op korte termijn het gunstigst voor de boeren. Het komt neer op handhaving van de status quo, waar hervormingen gewenst zijn. De enorme bedragen die met de opkoop- en opslagregeling gemoeid zijn, kunnen beter worden aangewend om de omslag te ondersteunen naar een landbouwbeleid dat marktconform is en het consumentenvertrouwen helpt herstellen. Het Europese landbouwbeleid heeft al te lang sporen van vernieling kunnen trekken.
|
NRC Webpagina's 28 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|