|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Landbouw The European Commission for the Control of Foot-and-Mouth Disease
|
Bij het doden van dieren schone sokken aan
Door onze redacteuren JACO ALBERTS en EGBERT KALSE
Het zijn bepalingen uit het officiële draaiboek dat in werking treedt als in Nederland mond- en klauwzeer uitbreekt. Nederland is al anderhalve week in de ban van de ziekte zonder dat er ook maar één concreet geval geconstateerd is. Maar het gevaar komt steeds dichterbij. Na de paniek in Groot-Brittannië zijn nu ook in Duitsland mogelijk gevallen van mond- en klauwzeer geconstateerd. Als de wind draait kan het virus, zoals in het verleden is gebleken, gewoon over het Kanaal heen geblazen worden. Dan zal het uit voorzorg doden van Brits vee niet voldoende zijn. Begin februari kwam bij Landbouw de geactualiseerde versie van het 'Draaiboek Mond- en Klauwzeer' binnen. Dit draaiboek is in 1984 na de laatste mond- en klauwzeeruitbraak opgesteld en aangepast na andere veterinaire rampen als de varkenspest en de recente uitbraak van BSE. Het draaiboek beslaat twee vuistdikke ordners vol met voorschriften, formulieren en organogrammen. Tussen de vaak bureacratische regels door is een ontluisterend scenario te vinden met af en toe gruwelijke en af en toe haast hilarische gedetailleerde beschrijvingen. Zoals de waslijst van mee te nemen middelen bij een ruiming: een douchewagen (voor de ontsmetting van de RVV-dierenartsen en hun medewerkers) met daarin zeep, een gasfles, water en een handenwasgegelegenheid. Maar ook een elektrocutiekast, twee elektrocutietangen, een haspel, 16 batterijen, 25 stoelhoezen (voor in de bus, wegens het besmettingsgevaar), twee bussen citroenzuur (om het land en het erf te ontsmetten na afloop van de ruiming, een plantenspuit. Zelfs aan de kleding zijn stringente eisen gesteld: truien, T-shirts, broeken, ondergoed, sokken (allen schoon en 15 in getal), oordopjes, mondkapjes, haarnetjes, veiligheidsbrillen, handschoenen (stof, rubber en latex). Niet vergeten: een telefoon plus telefoonlijst, 5 pennen, 15 maal 'formulier 402704', 5 maal 'formulier verslag van de ruiming'. Last but not least: lunchpakketten, drinken. Het draaiboek volgt nauwgezet de handelingen die uitgevoerd moeten worden bij een constatering van mond- en klauwzeer in Nederland. Onmiddellijk na de uitbraak kondigt de minister van landbouw een " standstill" af van 72 uur. In heel Nederland is het in die periode verboden dieren te vervoeren. Binnen 24 uur moet er een Regionaal Crisis Centrum (RCC) uit de grond zijn gestampt in de nabijheid van de brandhaard. De " kwartiermakers" moeten daarom snel op zoek naar een gebouw met werkplekken voor minstens 30 medewerkers en honderd parkeerplaatsen. Daar moet ook ruimte zijn voor 4 grote containers met douches, kleedruimten en ontvangst van vuile kleren en materialen. In het kantoor moeten medewerkers beschikken over gesloten kasten, 5 stellingkasten en "een voldoend aantal prullenbakken". En ook belangrijk: "De catering (koffie, thee, maaltijden, versnaperingen) moet vanaf het begin goed geregeld zijn: goed verzorgd werkt men veel beter," aldus het draaiboek. Bij een grote uitbraak mogen studenten diergeneeskunde ingeschakeld worden om de dierenartsen van het crisisteam bij te staan. De hoogleraar varkensbedrijfs-diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht zal in zo'n geval inventariseren welke studenten voldoen. De eerste negen hoofdstukken hebben voornamelijk betrekking op de constatering van de dierziekte, het traceren en markeren van mogelijk besmette bedrijven die bij een uitbraak in werking treden. Hoofdstuk 10 handelt over de ruiming, ofwel, het massaal doden van dieren op besmette of verdachte bedrijven. Door een eerste bezoekend team dat de klinische diagnose heeft vastgesteld, worden de zieke dieren meteen al gedood. Dat gebeurt op de plek in de stal waar ze stonden met T61, een zeer giftig middel dat via een injectiespuit wordt toegediend. Daarop komt het 'ruimingsteam' in actie. Vanaf het moment dan het betreden van het erf is alles nauwgezet omschreven. De openbare weg wordt in overleg met de gemeente afgesloten. Een 'ruimingsteam' wordt samengesteld met een dierenarts (teamleider), twee RVV-medewerkers, twee tot vier drijvers, twee medewerkers die de elektrocutiekar beheren ("De medewerkers die de elektrocutie-appratuur bedienen moeten goed opgeleid zijn, hetgeen blijkt uit het bewijs van bekwaamheid."), een machinist van het kraantje met een bietenbak (zorgt ervoor dat de gedode dieren in de destructiewagen worden gedeponeerd), twee medewerkers van de ontsmetter, chauffeurs van de destructor. Dan het ruimen zelf. De eerste werkzaamheden van het ruimingsteam betreffen het rubriceren en tellen van de aanwezige 'gevoelige' dieren. Worden de dieren buiten gedood, dan dient de ondergrond met "een dik plastic" te worden afgedekt. Behalve de dieren in stallen met de ziekte worden ook de dieren in aaangrenzende stallen gedood. "De kadavers van deze dieren moeten met een ontsmettingsmiddel worden besproeid" (vandaar die plantenspuit).Men neme een schaap of een geit, besproei dit met zoutwater ("Dit gebeurt in verband met de geleiding in het kader van de veiligheid"). Verdoof het dier vervolgens elektrisch door met een 'shock-stok' de kop van het dier te elektrocuteren (dit heet 'bedwellen'). Plaats vervolgens de elektrocutietang op de hartstreek van het dier. Klik. Schok. Klaar. Toch blijven er onzekerheden. Bij iedere epidemie wordt het draaiboek aangepast. Over de destructie van gedode dieren wordt met geen woord gerept, want dat valt onder het ministerie van Volksgezondheid. En juist die destructie was eerder een probleem: het destructiebedrijf Rendac dat een monopolie heeft op het vernietigen van besmette dieren beschikt over te weinig capaciteit. Vaccinatie, waardoor het doden en "destrueren" van een deel van de dieren kan worden uitgesteld, moet uitkomst bieden. En dan missen er nog twee hoofdstukken in het draaiboek, over 'opkoop' en 'overname', juist twee hete hangijzers voor getroffen boeren.
|
NRC Webpagina's 28 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|