|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Oosting weet vooral wat de oorzaak níét
was
ENSCHEDE, 28 FEBR. De vuurwerkramp in Enschede begon met een brand in de werkruimte van S.E.Fireworks aan de Tollensstraat. Voor de commissie- Oosting is dat na bijna negen maanden onderzoek een zekerheid. Evenals dat er in die werk- of ompakruimte 900 kilo vuurwerk lag op zaterdagmiddag 13 mei 2000. Iets dat volgens de geldende milieuvergunningen helemaal niet was toegestaan. De commissie-Oosting heeft echter geen antwoord kunnen vinden op de vraag hoe die belangrijke eerste brand is ontstaan en op welk tijdstip. In het eindrapport wordt ook niet gespeculeerd over de direkte oorzaak van de ramp die aan 22 mensen het leven kostte en een woonwijk wegvaagde. De commissie-Oosting vindt het belangrijker dat de brand niet gestopt is. Derhalve geen beschouwingen over zwervers die zich vlak voor de ramp op het terrein van het vuurwerkbedrijf hadden begeven, geen speculaties over sabotage of brandstichting wegens jaloezie, meningsverschillen of anderszins. Intussen verhoort het zogeheten Tolteam van Justitie een verdachte over brandstichting op het terrein van het vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks. Op de persconferentie ter toelichting van het resultaat wilde Oosting, de voormalige Nationale Ombudsman, alvast een ander gerucht de kop in drukken. Voor hem en de andere leden van de commissie staat vast dat de enorme explosies rond half vier die zaterdagmiddag veroorzaakt zijn door (zwaar) vuurwerk. En niet door zoiets als vliegtuigbommen, liet Oosting vanmorgen weten. Deze stelligheid is ontleend aan een reconstructie door deskundigen, gebaseerd op verklaringen van enkele betrokkenen over de aard van het vuurwerk dat lag opgeslagen in de boxen en zeecontainers van S.E.Fireworks. Maar wat nu als die betrokkenen, eigenaren en een enkele medewerker, keihard hebben gelogen over de opgeslagen waar? Volgens Oosting is echter ook uit sporenonderzoek niet gebleken dat er iets anders dan vuurwerk heeft gelegen. De waarde van dat onderzoek is echter pas goed in te schatten als de rechtszaak begint tegen de beide eigenaren. Deze informatie is vergaard in opdracht van Justitie, maar de commissie mocht er gebruik van maken. Vervolgens zijn de gegevens voorgelegd aan drie gespecialiseerde instituten in het buitenland. Iedereen was het er over eens: vuurwerk en anders niets. Oosting en zijn commissie komen op zichzelf niet met opzienbarende nieuwe feiten. De kwalijke rol van diverse overheden, de gebrekkige controles door daartoe juist opgerichte diensten, het was allemaal al bekend. Oosting wilde niet dat het onderzoek ergens het zwaartepunt zou leggen waar het de verantwoordelijkheid voor de ramp betrof. Maar uit de opbouw van het slothoofdstuk wordt wel duidelijk, ook al uit de gekozen bewoordingen, dat de directeuren van S.E.Fireworks toch een bijzondere verantwoordelijkheid wordt toegedicht. Hierover zal volgens Oosting de rechter uiteindelijk een oordeel vellen. In een reactie haakte minister De Vries (Binnenlandse Zaken) daar vanmorgen al op in met zijn uitspraak dat niet alleen de overheden, maar ook burgers en ondernemers bij moeten dragen aan de handhaving van de veiligheid. In zijn beoordeling zal de rechter vanzelfsprekend ook de rol van de diverse overheden gaan wegen. De commissie wilde er voor waken dat de betrokken partijen zouden gaan 'zwartepieten' met de resultaten van het onderzoek. "De commissie vertrouwt er op dat haar rapportage voldoende grondslag biedt voor het proces van reflectie en verantwoording', aldus het rapport. De vraag is wel of dit een logisch gevolg zal zijn van de door Oosting gekozen formuleringen. De nogal onverschillige opstelling van de gemeentebestuurders in Enschede ten aanzien van de vuurwerkopslag midden in de woonwijk is de afgelopen tijd aangeduid met het begrip gedogen. Dat vindt Oosting niet het juiste woord. Die houding moet "veeleer worden aangeduid als een gebrek aan doortastendheid". Voor Mans is dat niet echt iets om van te schrikken. Dat is wel de constatering dat de veiligheid bij de overheid de afgelopen jaren niet in goede handen was, zoals Oosting in een toelichting op het rapport zei. de commissievoorzitter propageerde in dit opzicht een 'culturele revolutie': meer aandacht binnen het openbaar bestuur voor veiligheid. De kans is echter groot dat het een fluwelen revolutie wordt waarbij geen koppen gaan rollen.
|
NRC Webpagina's 28 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|