|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Vredesproces Midden-Oosten
|
Scherpschutters tegen Arabieren
Door onze correspondent
Israëlische Arabieren zeiden gisteren opgelucht te zijn dat de waarheid over de dood van de dertien demonstranten boven water is gekomen. Uit solidariteit met de dood van zeven Palestijnen die door de Israëlische politie op de Tempelberg/Al Haram al-Sharif in Oost- Jeruzalem werden doodgeschoten na het bezoek van Ariel Sharon aan deze heilige plaats op 28 september gingen Israëlische Arabieren de straat op. Zij blokkeerden wegen, gooiden stenen naar passerende auto's en kwamen daardoor in botsing met de Israëlische politie. Het Israëlische politieapparaat was niet op dergelijke heftige demonstraties voorbereid die de vorm aannamen van een opstand. In plaats van waterkanonnen of charges met paarden nam de politie, die ook niet was uitgerust met schilden, de demonstranten op verschillende plaatsen onder vuur. Na aanvankelijke aarzeling zwichtte premier Ehud Barak voor de druk van Israëlische Arabieren en liet hij een commissie van onderzoek instellen in de hoop dat zij alsnog met dit gebaar voor hem zouden stemmen bij de verkiezingen voor het premierschap. Op zes februari verloor Barak echter de Arabische stem bijna volledig. Het hielp hem niet dat hij zijn spijt had uitgesproken over de dood van de dertien Arabische burgers. In 1999 kreeg Barak nog 95 procent van de stemmen van de Israëlische Arabieren. De bevindingen van de commissie van onderzoek zullen hoogstwaarschijnlijk tot het ontslag van de commandant van de politie Alik Ron in Noord-Israël leiden. Vervolging van deze hoge politieofficier wegens het bevel met scherp op de demonstranten te schieten is ook mogelijk. In de Arabische gemeenschap staat hij bekend als een racist. Minister Ben Ami stuitte echter op grote weerstand in het politiecorps toen hij hem wilde ontslaan en liet het er daarna bij zitten.
|
NRC Webpagina's 23 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|