F I L M V O O R A F :
Zwijgend tussen de lakens
HANS BEEREKAMP
Sinds zijn relatie met rockicoon
Nico, die hij weer in verschillende films verwerkte, heeft de Franse
filmmaker Philippe Garrel (Parijs, 1948) meer prominenten voor de camera
gekregen dan de underground-status van zijn werk zou rechtvaardigen.
Sterren werken graag met Garrel, ook al is het in korrelig zwart-wit of
in merkwaardige kadreringen, omdat hij ze zo intens regisseert en ze
zoveel liefde en aandacht schenkt.
De laatste coryfee in de rij was Catherine Deneuve, in Le vent de la
nuit (1999). Ze speelt in die film een vrouw met een veel jongere
minnaar, de schilder Paul, die later ook het bed deelt met zijn vriend
en reisgenoot, de architect Serge. Beide rollen worden gespeeld door
Franse filmregisseurs, de jonge door Xavier Beauvois (Nord) en de
wat oudere door Daniel Duval (La dérobade). Paul is
geobsedeerd door Serge, vooral omdat hij de jaren zestig heeft
meegemaakt en zich de tijd kan herinneren dat druggebruik nog
onbekommerd was. Om het nog ingewikkelder te maken: Daniel Duval lijkt
wel wat op Maurice Garrel, de vader van Philippe Garrel en een frequent
in diens films optredende bijrolacteur.
Ook al heeft Catherine Deneuve in feite een veredelde bijrol, ze gaat er
wel met de beste momenten in de film vandoor. Heel fascinerend en mooi
is het beeld van Deneuves handen, een van de weinige onloochenbare
indicatoren van leeftijd, die in bed naar de hand van Beauvois graaien.
Ook fraai is de woordloze verbeelding van haar poging de polsslagader
door te snijden met een glasscherf en de close-up van de zwijgende arts
die haar mag oplappen.
Heroïne, zelfdestructie, zwijgende lijven tussen de lakens, muziek
van John Cale: Le vent de la nuit is in menig opzicht een echte
Garrel-film. Ongebruikelijk zijn daarentegen de weidse beelden van
snelwegen en landschappen, in felle kleuren gefotografeerd door Caroline
Champetier. Het is namelijk ook een ongerijmde road movie, die Paul en
Serge volgt in een knalrode Porsche, eerst op weg van Napels naar
Parijs, en dan van Parijs naar Duitsland. Garrel manipuleert tijd en
ruimte op een vaak onnavolgbare wijze. Ook aan het verhaal van Le
vent de la nuit blijft veel te raden over, want Garrel doseert
plotinformatie grillig en onvoorspelbaar. Wie niet van legpuzzelfilms
houdt, waarin soms heel weinig gebeurt, dient deze film (en alle andere
films) van Garrel vooral te mijden. Het is niet zijn beste, maar wel
weer een bij vlagen intrigerend vormexperiment.
Cinema 3: Le vent de la nuit (Philippe Garrel, 1999, Frankrijk),
VPRO, Ned.3, 23.37-1.12u.