B E E L D :
Rassenrellen
Maarten Huygen
Zwartwitte archiefbeelden van
brandende gebouwen, woedende zwarten en in pantserwagens patrouillerende
gehelmde militairen. De Amerikaanse rassenrellen van de jaren zestig. In
Newark, Detroit, Washington en Los Angeles. Op de Nederlandse televisie
zijn de beelden vaak in historische overzichten herhaald om te laten
zien hoe erg het daar was. Maar de rassenrellen op ons eigen grondgebied
zijn weinig herhaald. In navolging van de oorlog in Amerikaanse
binnensteden brandde in 1969 Willemstad. Ik was het weer vergeten. Door
de onlusten met Antilliaanse jonge mannen in Dordrecht en Den Helder
neemt de belangstelling voor de Antillen wat toe. Hé, wat zoeken
die mensen hier?
Reporter bracht een breed historisch overzicht over de gevoelige
relatie tussen de Antillen en Nederland. Gek genoeg reageerde de
Nederlandse overheid hetzelfde op de onrust als de Amerikaanse federale
en lokale overheden indertijd, veel geld sturen naar de getroffen
gebieden en haastig veel zwarten, geschoold of ongeschoold, in lokale
overheidsposities benoemen. "Maar zwart is een oneigenlijk criterium
gebleken", zei de zwarte oud-minister van Volksgezondheid, S. Inderson
in Reporter. "Het was toch geen creditcard, geen diploma dat je
je werk goed doet." Er heerst nu al zes jaar een recessie in de Antillen
en inmiddels zijn 40.000 werkloze Antillianen ons land binnen gekomen en
vaak spreken ze niet eens Nederlands, alleen papiamento. De armen onder
hen hebben typisch Amerikaanse problemen. Generaties van vaderloze
gezinnen. Door de Antilliaanse immigratie is hier het aantal zwangere
tieners omhoog geschoten.
Wat weten we eigenlijk van de overzeese gebiedsdelen? Niet alleen de
Nederlandse overheid staat op afstand van de Antillen, ook de
Nederlandse journalistiek. Ik kan geen correspondent in de Antillen
noemen, terwijl ik er wel minstens tien ken in bijvoorbeeld Israël.
De Antillen worden alleen behandeld in inhaalreportages zoals die van
Reporter. Daar moeten we het dan de komende maanden weer mee
doen. De vorige beurt was het tweede bezoek van Beatrix aan de Antillen.
De meereizende journalisten nemen en passant wat lokale problemen mee,
eindigend in mooie wederzijdse beloften om ze op te lossen. Eindelijk is
er weer aandacht voor de Antillen, wordt optimistisch gemeld,
alsof een mooie koninklijke glimlach en een paar camera's wat uit maken.
Het fijne krijg je niet te weten, want juist als de relaties zo gevoelig
liggen, komt het aan op gekoesterde contacten en die kunnen alleen
worden opgedaan tijdens langdurig verblijf ter plekke. De reportage van
Reporter bood nuttige achtergrond maar zat vol fascinerende gaten
die een correspondent met goede contacten had kunnen invullen. Geen
primeurs dus. Er werd een archiefband afgedraaid van een indertijd
nieuws makend VPRO-interview met de Antilliaanse minister van justitie,
Martha. Het gesprek was gehouden vanuit de Nederlandse studio via de
telefoon - heel typerend. Martha toonde zich ontevreden over de
Nederlands-Amerikaanse drugsbestrijding en hij vroeg zich af of dat geld
wel goed was besteed. Wat hij precies bedoelde, kon Reporter niet
meer achterhalen want de minister wilde hen niet ontvangen. En
staatssecretaris De Vries zei dat hij nog nooit een klacht van de andere
kant had vernomen. Hier werd dus iets weggestopt. Een Antilliaanse ex-
politiecommissaris zei dat hij moest lachen om de geringe hoeveelheid
drugs die werd onderschept. Je blijft achter met vage vermoedens van
corruptie.
"Wij hebben jullie met het Nederlands opgezadeld", had koningin Beatrix
vriendelijk aan de schrijver Frank Martinus Arion gezegd, oprichter van
een papiament-talige school. Maar dat papiament bevordert juist het
isolement omdat het alleen op de Antillen wordt gesproken. "Wij hebben
het papiaments niet uitgevonden", zei De Vries geërgerd. Tegen
zulke gevoelige impasses helpt het schijnsel van de publiciteit. Helaas
wordt de belangstelling alleen gewekt bij rellen, van Willemstad tot
Dordrecht.