U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  R A D I O  &   T E L E V I S I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 


S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
Het geluid van duivelse negers

HENK VAN GELDER
Zwarte mannen met blanke vrouwen, dat is de kat op het spek binden. Hoewel het in de schilderachtige documentaire The devil's music niet met zo veel woorden wordt gezegd, moet dat toch wel een belangrijke reden zijn geweest waarom de jazz aanvankelijk zo veel onbestemde angst opriep bij het blanke patriarchaat.

Die negers maken onze vrouwen gek - dat idee. Het was zo ongeveer begonnen in de bordelen van New Orleans, omdat zulke muziek nu eenmaal nergens anders welkom was, en die hitsige herkomst kon de jazz aanvankelijk maar moeilijk van zich afschudden. Het was herrie die naar de seksuele afgrond leidde.

The devil's music, door Maria Agui Carter en Calvin A. Lindsay jr gemaakt voor een Amerikaanse producent van educatieve programma's en morgenavond te zien in de AVRO-rubriek Close Up, gaat over de eerste reacties die de jazz in de jaren twintig van de twintigste eeuw opriep in Amerika. Hoe de protestantse elite de stuipen op het lijf werden gejaagd, hoe keurige damesorganisaties ertegen in het geweer kwamen en hoe de machtige autofabrikant Henry Ford volksdanslessen initieerde en betaalde om een dam op te roepen tegen de zwarte barbarij. Ford voegde er zelfs nog een element aan toe: het waren niet alleen de negers wier oerwoudinstincten de beschaving bedreigden, nee, het was ook een samenzwering met de veelal joodse Broadway-componisten.

Dat de jazz een mengvorm was, had Ford trouwens wel goed gezien. Terecht zegt de schrijver Albert Murray in de documentaire, dat er geen sprake was van Afrikaanse junglemuziek. De trommelaars in het oerwoud hadden geen swing. Het syncoperen ontstond pas na de vermenging met andere muziek. Jazz is zodoende typisch Amerikaans. Maar dat wilde de nette burgerij niet horen. Die ging pas overstag toen orkestleider Paul Whiteman het nieuwe ritme in 1924 salonfähig maakte door het een symfonische pretentie te geven. En al gauw drong de swing ook onweerstaanbaar door tot de moderne amusementsmuziek. Tot er zelfs cool jazz werd gespeeld in de spotjes van de autofirma Ford.

Het ging in Nederland trouwens net zo. Ook hier was de jazz destijds het domein van 'even dierlijk muzikale als bandelooze negers' (de componist Karel Mengelberg), een demonstratie van 'paringsdolheid' (de Maatschappij tot Verspreiding van Goede en Goedkoope Lectuur) en een satanische uiting van 'zedenbederf' (aldus het rapport van een regeringscommissie die in 1931 het 'dansvraagstuk' bestudeerde). In hun documentaire maken Carter en Lindsay een rechtstreekse sprong naar de reacties die tegenwoordig worden opgeroepen door de rap. Ook zwarte muziek, waartegen fel wordt gefulmineerd. Maar die vergelijking gaat mank. De angst voor jazz had immers met muziek en ritme te maken, terwijl rap vooral afkeer wekt wegens de teksten. Dat is een heel ander verhaal.

Close Up: Jazz, muziek van de duivel, zondag, Ned.1, 18.30- 19.25u.

NRC Webpagina's
10 FEBRUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad