|
|
|
NIEUWSSELECTIE Raad voor Cultuur
|
Orkestsector snijdt in eigen vlees
AMSTERDAM, 6 FEBR. Met de publicatie van het rapport Met het oog op de toekomst betrad de Nederlandse orkestwereld gisteren het tijdperk van het muzikale kannibalisme. De strategische en financiële positie van de symfonische sector wordt bedreigd, zo betoogt het rapport. Daarom moeten de zwakste en meest discutabele delen worden afgeslacht en uitgebeend, om de overblijvers sterk genoeg te maken om te overleven. Het Nederlands Ballet Orkest eet wat Noordhollands Philharmonisch Orkest op, de afsnijdsels van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Muziekcentrum van de Omroep komen ten goede aan andere orkesten. Een nieuw vast operettegezelschap wordt voorlopig afgeschreven, de operagezelschappen moeten maar operette brengen als ze dat willen. Er worden 90 volledige banen opgeofferd, er wordt geschoven met 12 miljoen van de beschikbare 150. Hoewel betrokkenen klagen over onderdelen en uitwerkingen, overheerst de opluchting dat het rapport van een competente commissie het goed voor heeft met de symfonische muziek, waarop niet wordt bezuinigd. Het is sympathieker dan het rauwe voorstel van de Raad voor Cultuur om drie orkesten op te heffen. Het blijft de vraag of de toekomst van de orkestmuziek zo precair is als het rapport meent. Symfonische muziek is immers populairder dan ooit, de steeds drempellozer zalen zitten veelal vol, het Amsterdamse Concertgebouw is 's werelds drukst bezochte muziektempel. En al is dat dan deels met een ouder en grijzend publiek, dat is nooit anders geweest. Waardering voor klassieke muziek komt met de jaren, popmuziek hoeft ook geen 60- plussers te trekken. De toenemende vergrijzing betekent zelfs een riant groeipotentieel. De symfonische sector wordt kwalitatief beter, maar kwantitief kleiner. Het unieke Nederlandse orkestleven met het officiële boegbeeld (het Koninklijk Concertgebouworkest) en andere toporkesten krijgt een smaller fundament. Het rapport gaat ervan uit dat er geen maatschappelijk draagvlak is voor meer dan 150 miljoen subsidie, maar dat is een stelling die in de toekomst alleen maar leidt tot verdere inkrimpingen ten bate van noodzakelijke verbeteringen. Het aansprekendste en meest explosieve advies van de Commissie-Hierck is de aanstelling van een éénhoofdige artistieke leiding bij het Muziekcentrum van de Omroep. Het MCO, met voortreffelijke orkesten en het beroemde Groot Omroepkoor, is een van de mooiste onderdelen van het omroepbestel. Maar inzet en beheer ervan zijn een speelbal van de omroepverenigingen, die met elkaar moeten samenwerken èn met elkaar moeten concurreren. Als die artistieke leiding er niet goedschiks komt, moet die maar kwaadschiks worden opgelegd door staatssecretaris Van der Ploeg, vindt de commissie. Daar herkent men de onafhankelijke wijsheid van twee commissieleden die ervaring hebben met muziek in Hilversum, waar het bereiken van overeenstemming lastiger is dan een Haagse kabinetsformatie. Willem Vos was hoofd klassieke muziek van de AVRO, voorzitter Hans Hierck was coördinator van de klassieke zender Radio 4. Hij vertrok in 1999 met een pleidooi voor een artistiek eenduidige leiding. Die is er nog steeds niet. Omdat het MCO goeddeels werkt voor de uitzendingen van Radio 4, zou de artistieke leiding van Radio 4 en MCO moeten samenvallen in één persoon. Die conclusie wordt niet met zoveel woorden getrokken, maar is voor Hilversum even revolutionair als onontkoombaar. |
NRC Webpagina's 6 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|