|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Midden-Oosten
|
Barak kan zeggen wat hij wil, Israël gelooft hem
niet
TEL AVIV, 6 FEBR. De Israëlische premier Ehud Barak heeft tijdens de vandaag afgesloten verkiezingscampagne niet de indruk gewekt te begrijpen waarom hij volgens de opiniepeilingen vandaag op zwaar verlies staat tegen Ariel Sharon, de kandidaat van de nationalistische Likud- partij voor het premierschap. Van de peilingen zegt hij zich absoluut niets aan te trekken. Met die bekende ondoorgrondelijke glimlach heeft hij tot het laatste moment gevochten om na zijn grandioze zege in 1999 op premier Benjamin Netanyahu vandaag aan een smadelijke nederlaag te ontsnappen. Ik kreeg vanmorgen driemaal Barak aan de lijn met een opgenomen tekst waarin hij een oproep deed ter wille van de vrede op hem te stemmen. Het wil er bij Barak niet in dat de meerderheid van het Israëlische volk niet gelooft in zijn woedende profetie van oorlog indien Sharon vannacht inderdaad als winnaar uit de bus komt. Barak slaagt er niet in die boodschap over te brengen omdat het de grote paradox van zijn korte bewind is dat zijn vredespolitiek is uitgedraaid op oorlog met de Palestijnen. De Israëliërs zetten het oplopende aantal doden af tegen de vergaande concessies die Barak bereid was te doen voor vrede met de Palestijnen. Baraks argument dat hij zonder ook maar een vierkante centimeter bezet gebied op te geven Yasser Arafats weigeringspolitiek heeft ontmaskerd gaat het ene oor in en het andere oor uit. Barak kan zeggen wat hij wil, de Israëliërs voelen zich door zijn politiek onveiliger en bedreigder dan ooit. Zij hebben het vertrouwen in generaal Barak verloren en zoeken vandaag in de stembus hun heil bij een andere generaal, Ariel Sharon, die op zijn beurt vrede met veiligheid belooft. Als politicus heeft Barak gefaald omdat hij enerzijds het Israëlische volk niet heeft voorbereid op de omvang van zijn vredesconcessies en anderzijds Arafat zijn vredesconceptie heeft willen opleggen. Hij zou er vandaag veel beter voorstaan indien Arafat in Camp David en de daarop volgende onderhandelingen zijn beslist royale vredesvoorstel had aanvaard dat een einde moest maken aan het Israëlisch-Palestijnse geschil. Hoewel zijn vredesvoorstel het hart van het geschil, de kwestie Jeruzalem, raakte en ook de Palestijnse vluchtelingenpolitiek aansneed, struikelde hij in de laatste meters naar de eindstreep. Als Barak met dezelfde moed waarmee hij de deling van Jeruzalem verdedigde het ook had opgebracht om Palestijnse soevereiniteit over de Tempelberg/Al Haram al-Sharif te erkennen, zou Arafat wellicht de moed hebben opgebracht om vanuit zijn perspectief ook pijnlijke concessies voor vrede te doen. Arafat had hem gewaarschuwd dat hij en geen enkele Palestijnse leider vrede kon sluiten indien de twee grote moskeeën, de Koepel van de Rots en Aqsa, niet onder Palestijnse soevereiniteit zouden komen. Alleen dan kon hij vrede met Israël sluiten en die tegenover zijn volk en de islamitische wereld verdedigen. Barak heeft dat of niet voorzien of verondersteld dat zijn territoriale concessies, dat wil zeggen de stichting van een Palestijnse staat op meer dan 90 procent van de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook met Palestijns Jeruzalem als hoofdstad, Arafat over de streep zouden halen. Een dergelijke beoordelingsfout maakte hij ook tijdens het vredesoverleg met Syrië. Het zeer intensieve vredesoverleg met Syrië, ook onder de regie van president Bill Clinton, liep vast op Baraks weigering Syrië te laten terugkeren naar de oostelijke oevers van het meer van Tiberias. Hij vreesde dat het Israëlische volk referenda over vrede met de Palestijnen en Syrië zou verwerpen indien daarin psychologisch en historisch moeilijk te verteren Israëlische concessies zouden zitten. Baraks eigenzinnige stijl van regeren, die zo duidelijk in het mislukte vredesproces tot uitdrukking kwam, kenmerkte ook zijn omgang met de 'kleine mannetjes' in de binnenlandse politiek. Hij verhulde zijn minachting voor parlementariërs niet. De oud-stafchef Barak heeft Israël als een generaal willen regeren. Hij heeft niet begrepen dat de Israëlische politiek daar niet van is gediend. In recordtempo vervreemdde Barak zich van zijn natuurlijke politieke basis in de Arbeidspartij. Dronken van zijn grote zege in 1999 zette hij het socialistische vredesteam van Oslo onder leiding van ex- premier Shimon Peres aan de kant. Hij zou wel eens laten zien hoe het anders kon! Baraks politieke manoeuvres waren onnavolgbaar. Hij vormde een regering met religieuze partijen en beloofde een daarop dwars staande civiele revolutie: het afbreken van het rabbinale gezag over het privé-leven van de burger. Barak zigzagde door de politiek zonder de schade van die koers te peilen. Vanavond zal hij als de stemmen zijn geteld en de opiniepeilingen kloppen, met zijn falen worden geconfronteerd. Het is Israëls tragiek dat dit een premier overkomt die vrede wilde sluiten om oorlog te voorkomen.
|
NRC Webpagina's 6 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|