|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Strijd om voorzitterschap
Weerstand in PvdA tegen Dijksma
Door onze politieke redactie
De kandidatenlijst werd op het hoofdkwartier van de PvdA in Amsterdam bekendgemaakt door de commissie-Welschen, even nadat het partijbestuur zijn goedkeuring had verleend. De leden van dit partijbestuur, dat vorig jaar verscheurd werd door conflicten rond voorzitter Marijke van Hees, komen in het nieuwe bestuur niet terug, met uitzondering van internationaal secretaris Alvaro Pinto. Het partijcongres in maart zal de voordracht moeten bekrachtigen, of kiezen voor een van de tegenkandidaten die zich inmiddels hebben aangediend en die Dijksma te zeer een pion van de Haagse top van de PvdA vinden: de Amsterdamse afdelingsvoorzitter Olij en de politicologen Koole en Tromp. Dijksma werd door de commissie-Welschen voorgesteld als bij uitstek geschikt om tegelijkertijd de partijorganisatie te versterken en de PvdA te loodsen door de Kamerverkiezingen in 2002. Kritiek uit de partijbasis op Dijksma werd door Welschen, in het dagelijks leven burgemeester van Eindhoven, van de hand gewezen. "De tegenstelling tussen Den Haag en de rest van het land is een kunstmatige", meende hij. Bovendien dient in het bestuur kennis aanwezig te zijn over 'de manier waarop in Den Haag de hazen lopen'. Behalve Dijksma heeft van de voorgedragen bestuurskandidaten ook ex- Kamerlid Jan van Zijl, belast met de Kenniscentra binnen de PvdA (fora van deskundigen), ruime parlementaire ervaring. Dat geldt eveneens voor de beoogde vice-voorzitter Schelto Patijn, die eerder dit jaar om gezondheidsredenen vervroegd afscheid nam als burgemeester van Amsterdam. Welschen bleef onduidelijk over de vraag in hoeverre de andere voorgestelde bestuursleden, met name Patijn, bereid zijn hun functie te aanvaarden indien Dijksma door het partijcongres door een andere voorzitter zou worden vervangen. In het PvdA-hoofdkwartier viel te vernemen dat de partijtop zich nogal zorgen maakt over de mogelijkheid dat het congres een of meerdere kandidaten uit de voordracht afschiet. Bij de selectie kon de commissie gebruikmaken van meer dan honderd partijleden die een bereidheidsverklaring hadden ondertekend. Met 36 van hen zijn gesprekken gevoerd, uitmondend in een voordracht van elf personen (of 17 als het congres een voorziene bestuursreorganisatie van de hand zou wijzen). |
NRC Webpagina's 6 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|