|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Dijksma neemt het op tegen 'de basis'
DEN HAAG, 6 FEBR. Het PvdA-congres kan half maart kiezen uit diverse voorzitterskandidaten die feitelijk allemaal dezelfde opvattingen koesteren. In theorie althans. Spreek Sharon Dijksma, of Ruud Koole, of Bouwe Olij, of Bart Tromp. Ze zeggen: de interne democratie in de PvdA moet drastisch worden versterkt, 'gewone leden' moeten meer te zeggen krijgen, de ledenorganisatie van vrijwilligers moet meer tegenwicht bieden aan de beroepspolitici in Den Haag. Niemand is voorstander van het Greenpeace-model, zoals in discussie gebracht door partij-ideoloog De Beus, van passieve donateurs die af en toe wat wervend partijdrukwerk in de bus krijgen en het politieke handwerk verder overlaten aan de professionals. Daarover gaat de discussie niet. Allen getuigen dat nieuwe 'netwerken' van deskundigen (Kenniscentra) een belangrijke rol moeten spelen in het partijleven, naast plaatselijke en gewestelijke afdelingen. De overeenstemming reikt verder. De kandidaten vinden, zonder uitzondering, dat plannen voor partijvernieuwing, zoals eind vorig jaar gepresenteerd door een commissie-Brouwer, nog veel te bleek zijn. Een nieuw op te richten Politiek Forum in de PvdA bijvoorbeeld, dat enkele malen per jaar bijeen moet komen om te debatteren over actuele kwesties, mag geen vrijblijvende praatclub zijn. Het Forum moet statutair vastgelegde bevoegdheden krijgen om de beroepspolitici te bewegen tot krachtiger en duidelijker stellingnames. Het Forum moet niet, zoals nu voorgesteld, voor tweederde worden benoemd door het partijbestuur. Het moet veel meer direct door de PvdA-leden worden gekozen. De PvdA moet daarnaast ook veel ambitieuzer werken aan het opzetten van ledenreferenda en andere vormen van directe ledenraadpleging. Aan structuur-ideeën geen gebrek in de Partij van de Arbeid. Maar het probleem is: de cultuur. Of, specifieker gezegd: achterdocht. De kandidaten Koole, Olij en Tromp twijfelen aan de oprechte bedoelingen van de Haagse partijtop om de PvdA-leden (weer) meer invloed in de partij te geven, om daadwerkelijk het evenwicht tussen beroepspolitici en vrijwilligers te herstellen. De drie kandidaten 'uit de achterban' zeggen persoonlijk niets te hebben tegen de kandidaat 'van de top', Sharon Dijksma. Maar men vindt dat zij zich in het verleden niet of nauwelijks heeft geprofileerd in de discussie over partijvernieuwing. Tromp: "Het is een beetje: je vraagt iemand 'kun je piano spelen?' En het antwoord luidt: 'weet ik niet, dat heb ik nog nooit gedaan'." Men vindt het "getuigen van armoede", zegt Koole, "dat van alle 60.000 leden nu uitgerekend weer een beroepspoliticus naar voren wordt geschoven". Men vindt het "overduidelijk", oordeelt Olij, "dat de top in Den Haag iemand kiest die intern zo bruikbaar is geweest bij het handhaven van de fractiediscipline". Sharon Dijksma wil niet reageren op alle (dis-)kwalificaties die haar worden toegedicht. "Laat andere kandidaten vooral hun 'zendtijd' gebruiken om eigen ideeën voor het voetlicht te brengen", zegt ze, "in plaats van steeds maar naar andere kandidaten te wijzen". Ze wil zo snel mogelijk bijeenkomen met de andere kandidaat-bestuursleden die gisteren zijn voorgedragen, "zodat we als team een campagne kunnen opzetten". Want, zoveel is duidelijk voor Dijksma: "We moeten echt een dikke streep zetten onder de chaos die er in het vorige bestuur is geweest. Er moet straks een team staan dat van de PvdA weer een aantrekkelijke partij weet te maken." Negeer de provocaties - dat is de lijn die Dijksma heeft gekozen. Maar onderhuids leeft in Haagse PvdA-kring evenzeer de nodige achterdocht tegen de kandidaten Koole, Olij en Tromp. De politicoloog Koole roept hierbij nog de minste weerstanden op. Hij wordt vooral gezien als een gewaardeerde wetenschapper en een scherp analyticus, maar voor het voorzitterschap zou hij te weinig bestuurlijke ervaring hebben en te weinig energie en inspiratie uitstralen. De Amsterdamse afdelingsvoorzitter Olij geldt als een ouderwets- klassieke PvdA'er, die zich geheel stort op het plaatselijke afdelings- en vergaderwerk en te weinig visie heeft op de brede beweging in politiek en bestuur. Olij wordt bovendien nagedragen dat hij een discipel is van de gevallen voorzitter Marijke van Hees. De politicoloog Tromp geldt sinds jaar en dag als de 'horzel in vaste dienst' van de PvdA, die in essays en columns steeds haarfijn heeft uitgelegd wat er mis gaat in de PvdA maar die zich zelf nooit zou hebben ingezet voor het organiseren van vernieuwing in de partij. Hoewel PvdA'ers altijd zeggen dat ze zich graag 'op de inhoud concentreren', zullen in de strijd om het voorzitterschap toch vooral ook de onderhuidse spanningen en wederzijds gevoelde achterdocht een belangrijke rol spelen. Rondom Sharon Dijksma is een stevig cordon opgebouwd, met kandidaat-vice-voorzitter Schelto Patijn en een compleet 'team' van overige kandidaat-bestuursleden in de voorste linie en de zittende partijtop in het commandocentrum. De overige kandidaten zullen het op eigen kracht moeten zien te redden. Maar geheel kansloos zijn ze niet, zeker niet wanneer ze een gezamenlijke strategie afspreken. Daarover willen ze op dit moment nog niets loslaten. De eerste onderlinge besprekingen moeten nog worden gevoerd. Maar niet uitgesloten is dat binnenkort tegenover het duo Dijksma-Patijn een ander duo staat: Olij-Tromp of Olij-Koole. Dat aanvalsplan is nog in voorbereiding. Bart Tromp, bewonderaar van Clausewitz, wil daarover nu slechts opmerken: "Het is een kwestie van getrennt marschieren, gesamt schlagen." Conform de voorstellen van de commissie-Welschen stelt het zittende partijbestuur de volgende kandidaten voor:
|
NRC Webpagina's 6 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|