|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Vossen en zwijnen
Het Britse Lagerhuis heeft onlangs in grote meerderheid ingestemd met een verbod op de vossenjacht. Het is de vraag of het zover zal komen, want het Hogerhuis, dat conservatiever van samenstelling is, zal het voorstel ongetwijfeld afwijzen en dan kan het nog een tijd duren voordat een verbod van kracht wordt. Premier Blair, zelf tegenstander van de vossenjacht, zit niet te wachten op een rel over dit onderwerp in de aanloop naar de komende verkiezingen. Hij zou er hoe dan ook kiezers mee voor het hoofd stoten. Voor dergelijke sentimenten ten aanzien van de zwijnenjacht hoeft Kok in Nederland niet bang te zijn.
DE VERHITTING van de Britse gemoederen tussen voor- en tegenstanders is maatschappelijk interessant. Het zijn deels oude tegenstellingen zoals tussen aristocratie en volk, stad en platteland. Het gaat ook om de bescherming van de vrijheid van een minderheid van de bevolking om dingen te doen waar een meerderheid tegen is en om de rechten van dieren. Politiek gaat het om de representativiteit van dierenactiegroepen en de invloed van natuurfundamentalisten. Deze discussies spelen zich in Nederland niet af, al is daar alle aanleiding toe. In Zuid-Limburg heeft de korenwolf de provinciale besluitvorming over ruimtelijke ordening lamgelegd. Tot in Den Haag en Brussel is de strijd om de bescherming van dit zeldzame hamstertje doorgedrongen. Ander voorbeeld: onlangs stemde de Tweede Kamer in met een voorstel van de ministers Brinkhorst en Borst voor versoepeling van de regels bij genetische modificatie van dieren. Voor het gebruik van fruitvliegjes, wormen en bladluizen geldt voortaan geen ethische toetsing meer. Het CDA, dat zich opwerpt als de verdediger van álle vormen van leven, was woedend dat de PvdA zich had laten overhalen door het argument van de bewindslieden dat deze ongewervelde schepsels te klein zijn om hun welzijn na genetische modificatie te meten. Een derde geval: het kabinet heeft onlangs een algeheel verbod op nertsenfokkerij voorgesteld. Met als voornaamste argument dat die gekooide beestjes in een moderne aaibaarheidssamenleving niet thuis horen.
DE VRAAG IS: hoe gaan burgers van verstedelijkte samen levingen om met de natuur en met resterende tradities van de plattelandscultuur. Er zijn verschillen tussen de jacht als tijdverdrijf, nertsenfokkerij voor de export en genetische modificatie ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. En er zijn ook verschillen tussen zoogdieren en geleedpotigen. Het gaat bij deze afwegingen om de vrijheid van mensen om hun eigen activiteiten te mogen ontplooien. Er zijn talloze groeperingen die de ruimte krijgen voor aanstootgevend minderheidsgedrag waartegen niet wordt opgetreden. Dierproeven, nertsenfokkerij, de vossenjacht of de zwijnenjacht zullen veel mensen tegen de borst stuiten en ze zullen er nooit aan meedoen, maar dat op zichzelf is geen sluitende reden voor een algeheel verbod. |
NRC Webpagina's 6 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|