|
|
|
NIEUWSSELECTIE Museum Boijmans Van Beuningen
|
Vuurstaven bij opening Filmfestival
ROTTERDAM, 25 JAN. Een warm welkom wachtte gisteravond op het Schouwburgplein de vijfduizend bezoekers en duizend speciale gasten die het International Film Festival Rotterdam op zijn dertigste verjaardag had uitgenodigd. Letterlijk, want kunstenaar Erik Hobijn presenteerde op de stoep voor De Doelen, dit jaar voor het eerst het festivalcentrum, een vuurspektakel. Vijf grote en vijf kleine straalbranders wierpen computergestuurd, op het ritme van de percussie, krachtige vuurstaven loodrecht naar boven. Het vuurorgel was meer dan een alternatief klank- en lichtspel. De presentatie past in een trend die het festival al enige jaren 'Cinema without walls' noemt. De gedachte dat film niet meer alleen in de bioscoop te zien is komt ook tot uitdrukking in de groeiende samenwerking met andere Rotterdamse kunstinstellingen. Museum Boymans van Beuningen treedt door de presentatie van video-installaties en korte films in het kader van het festival de facto op als gastprogrammeur. Ook presenteert het echtpaar Jan en Eva Svankmajer uit Praag niet alleen een nieuwe film in Rotterdam, maar tevens een expositie in het Chabot Museum. Het initiatief van het festival om aan de gevel van De Doelen een groot filmdoek op te hangen, waar elke avond films op worden geprojecteerd (geluid te horen via een FM-zender op elke radio) kon gisteren nog niet gerealiseerd worden. Gemeentelijke voorschriften eisen dat het doek bestand moet zijn tegen windkracht 12, en dat blijkt vooralsnog niet het geval. De bezoekers van het verjaardagspartijtje kregen gisteravond in achttien verschillende zalen evenveel lange en korte films te zien, waarvan tevoren niet aangekondigd werd welke film waar draaide. Misschien niet geheel toevallig werden de speciale genodigden vergast op minder toegankelijke films dan het publiek dat een gratis kaartje had weten te bemachtigen. Zo kon de Indiase film Uttara (The Wrestlers) van Buddhadeb Dasgupta in zaal 1 van Pathé rekenen op enig gemor en een groot aantal weglopers. Het onbegrip voor Dasgupta's politiek-allegorische sprookje op het Bengaalse platteland stoelt voor een deel op geringe vertrouwdheid met de opvattingen over acteren - in westerse ogen houterig -, geluid - in westerse oren blikkerig - en nadrukkelijkheid van de boodschap, voor wie gewend is aan een half woord of symbool genoeg te hebben. De mede door het Hubert Bals Fund ondersteunde film Uttara lijkt een aardig onderwerp voor de conferentie Culture Shocks, die de Kring van Nederlandse Filmjournalisten volgende week woensdag in de Rotterdamse schouwburg belegt, over de vraag hoe een criticus moet reageren op films uit (sub)culturen die hij kent noch begrijpt. Bij die gelegenheid zal onder meer de Indiase recensent en filmmaker Srinivas uitleggen waarom hij weinig van westerse films snapt.
|
NRC Webpagina's 25 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|